Besluit van 7 juni 2024, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een artikel van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 5 juni 2024 nr. IenW/BSK-2024/109305, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel III van de Wet van 12 april 2023 tot wijziging van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 in verband met de Wet implementatie EETS-richtlijn en enkele technische aanpassingen (Stb. 2023, 162);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

Artikel 8d, eerste lid, van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 treedt in werking met ingang van 1 juli 2024.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 7 juni 2024

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Uitgegeven de eenentwintigste juni 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt de inwerkingtreding van artikel 8d, eerste lid, van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 (hierna: Wet TTH) geregeld. Artikel 8d is aan de Wet TTH toegevoegd met de Wijziging van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA151 (hierna: Wijzigingswet). In het inwerkingtredingsbesluit van deze wet is voor artikel 8d, eerste lid, Wet TTH een uitzondering gemaakt op de inwerkingtreding van de overige artikelen met ingang van 15 mei 20232. Inwerkingtreding was op dat moment nog niet wenselijk voor dit artikellid. Dit artikellid heeft specifiek betrekking op de verplichting van de hoofddienstaanbieder om met elke houder van een motorrijtuig die daarom verzoekt, een dienstverleningsovereenkomst te sluiten ten behoeve van het innen van de tol op grond van de Wet TTH. De hoofddienstaanbieder was op het moment van inwerkingtreding van de Wijzigingswet nog niet gecontracteerd. Om die reden kon artikel 8d, eerste lid, nog niet in werking treden.

Inmiddels kan de hoofddienstaanbieder voldoen aan de verplichting en is het verwachte startmoment van de tolheffing eind 2024 voor de Blankenburgverbinding. Voorafgaand aan de start van de tolheffing moet het mogelijk zijn voor houders van motorrijtuigen om een dienstverleningsovereenkomst met de hoofddienstaanbieder te sluiten. Inwerkingtreding van artikel 8d, eerste lid, Wet TTH is daarom gezet op 1 juli 2024. De hoofddienstaanbieder is daarmee vanaf die datum verplicht om een dienstverleningsovereenkomst te sluiten met elke houder die daarom verzoekt. Dit geeft houders van motorrijtuigen voldoende tijd om een dienstverleningsovereenkomst te sluiten voorafgaand aan de start van de tolheffing.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven