Besluit van 6 juni 2024, houdende vaststelling van het tijdstip van gedeeltelijke inwerkingtreding van de Reparatiewet OCW 2024

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 juni 2024, nr. WJZ/45833100 (ID 14947);

Gelet op artikel XXIV, eerste lid, van de Reparatiewet OCW 2024;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. Artikel XV, onderdeel N, van de Reparatiewet OCW 2024 treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2022.

  • 2. Artikel XIII, onderdeel X, van de Reparatiewet OCW 2024 treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

  • 3. De artikelen V, onderdeel S, XI, onderdeel G en XXIII, onderdeel Y, van de Reparatiewet OCW 2024 treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 4. De artikelen IX en XII, onderdeel A, van de Reparatiewet OCW 2024 treden in werking met ingang van 1 juli 2024.

  • 5. De artikelen I, onderdelen B tot en met D, III, IV, V, onderdelen A tot en met R en T tot en met V, VI, VII, VIII, X, XI, onderdelen aA tot en met F, H en J, XIV, XV, onderdelen A tot en met L en O tot en met P, XVI, XVII, XVIII, XIX, onderdelen A en C tot en met E, XX, XXI en XXIII, onderdelen A, B, subonderdeel 1, en C tot en met J, M tot en met X en Z tot en met GG van de Reparatiewet OCW 2024 treden in werking met ingang van 1 augustus 2024.

  • 6. De artikelen I, onderdeel A, II, XIII, onderdelen A tot en met V, en XIX, onderdeel B, van de Reparatiewet OCW 2024 treden in werking met ingang van 1 september 2024.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 juni 2024

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Uitgegeven de twaalfde juni 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Voor de inwerkingtreding van de bepalingen in de Reparatiewet OCW 2024 wordt aangesloten bij de vaste verandermomenten.1 Voor enkele bepalingen wordt daarvan afgeweken. Daarnaast treedt een aantal bepalingen in de Reparatiewet OCW 2024 niet in werking. Een en ander wordt hieronder toegelicht.

Artikel XV, onderdeel N, van de Reparatiewet OCW 2024 treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2022. Dit onderdeel ziet op een reparatie van de wettelijke grondslag voor het participatiefonds. De terugwerkende kracht is reeds in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel toegelicht. Deze ziet op een afgebakende periode (van 1 april 2022 tot 1 augustus) en sluit aan bij de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag als eigenrisicodrager.2

Artikel XIII, onderdeel X, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit zal worden geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024. Dit onderdeel herstelt een verschrijving in de Bijlage behorende bij de WHW waarin de bijzondere universiteiten worden genoemd. De terugwerkende kracht is reeds in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel toegelicht3 en is erop gericht geen discussie te laten bestaan over de in onderdeel b van de Bijlage opgenomen bijzondere universiteiten.

Daarnaast treden de artikelen V, onderdeel S, XI, onderdeel G, en XXIII, onderdeel Y, de dag na de datum van de publicatie van dit besluit in het Staatsblad in werking. Op grond van deze artikelen kan de duur van het regionaal programma4 worden verlengd bij ministeriële regeling. Om het huidige regionaal programma tijdig te kunnen verlengen en ervoor te zorgen dat de subsidies en specifieke uitkeringen gedurende de verlenging doorgang kunnen vinden, is het wenselijk dat deze regeling zo snel mogelijk wordt gewijzigd. Deze wijzigingsopdrachten dienen hiervoor zo spoedig mogelijk in werking te treden. Dit is in het voordeel van scholen en gemeenten, die op die manier op tijd weten waar ze aan toe zijn.5

Artikel XII, onderdelen B en C, treedt niet in werking. Deze wijziging is afhankelijk van een wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW die is opgenomen in het ontwerpbesluit NLQF. Bij de inwerkingtreding van dat besluit zal ook de inwerkingtreding van deze bepalingen geregeld worden.

Artikel XXIII, onderdeel B, subonderdeel 2 treedt niet in werking omdat bij de berekening van het aantal uren onderwijs in lichamelijke opvoeding dat het bevoegd gezag moet geven onder meer niet is verdisconteerd dat het bevoegd gezag op grond van artikel 2.33, tweede lid, na november van het laatste leerjaar niet meer verplicht is om onderwijs in lichamelijke opvoeding aan te bieden. De wijziging zou daardoor onvoorziene en niet beoogde uitvoeringsconsequenties voor het onderwijs hebben, terwijl met de wijziging slechts een codificatie van het bestaande beleid werd beoogd.

Artikel XXIII, onderdeel K, treedt eveneens niet in werking. De voorgestelde reparatie heeft onvoorziene uitvoeringsgevolgen voor scholen die met meerdere leerjaren starten bij de stichting van een nieuwe school. Een herformulering van het artikel wordt betrokken in een ander wetsvoorstel.

De inwerkingtreding van de artikelen XI, onderdeel I, XIII, onderdeel W, XV, onderdeel M, artikel XXII en XXIII, onderdelen L en HH is al bij wet voorzien.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

X Noot
2

Kamerstukken II 2023/24, 36 478, nr. 3, p. 24.

X Noot
3

Kamerstukken II 2023/24, 36 478 nr. 3, p. 29.

X Noot
4

Het regionaal programma voortijdig schoolverlaten als bedoeld in de artikelen 8.3.4 WEB, 149 WEC en 8.27 WVO 2020.

X Noot
5

Het Wetsvoorstel van school naar duurzaam werk ligt momenteel voor advies bij de Raad van State, zie https://wetgevingskalender.overheid.nl/Regeling/WGK013026. De beoogde ingangsdatum is 1 augustus 2025.»

Naar boven