Wet van 22 mei 2024, houdende vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024 en wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016 bepaalt welke begrotingen tot de rijksbegroting behoren, en dat het wenselijk is de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek te wijzigen in verband met het invoeren van een capaciteitsfixus op trajecten binnen een bachelor of ad-opleiding;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende departementale begrotingsstaat voor het jaar 2024 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake agentschappen voor het jaar 2024 wordt vastgesteld.

Artikel 3

De vaststelling van de begrotingsstaten geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3a

De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het vierde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, een onderdeel, waarvan de letteraanduiding alfabetisch aansluit op het laatste onderdeel, toegevoegd, luidende:

  • x. of toepassing is gegeven aan artikel 7.53, eerste lid.

B

Artikel 7.15, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. de differentiatie in het opleidingenaanbod en de beperkingen van de inschrijving als gevolg van de beschikbare capaciteit of in verband met de arbeidsmarktbehoefte,

C

In artikel 7.52c, onderdeel a, wordt na «bacheloropleiding» ingevoegd «of een programma binnen een associate degree-opleiding of een bacheloropleiding waarvan de studielast en de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij de beëindiging van de opleiding moet hebben verworven, gelijk zijn aan die van de opleiding».

Artikel 3b

A

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid) (35 282) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdelen La en Lc, van die wet, later in werking treedt dan artikel 3a, onderdeel A, van deze wet, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel La komt te luiden:

La

Artikel 6.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid, onderdeel x, wordt «artikel 7.53» vervangen door «artikel 7.53a, eerste lid».

2. Aan het vierde lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, een onderdeel toegevoegd waarvan de letteraanduiding alfabetisch aansluit op het laatste onderdeel, luidende:

  • y. Of het accreditatieorgaan instemming als bedoeld in artikel 5.6a, eerste lid, of tussentijdse instemming als bedoeld in artikel 5.31a heeft verleend en voor welke taal instemming is verleend.

3. In het vijfde lid wordt «v en w» vervangen door «v, w, x en y».

2. In onderdeel Lc, wordt in het voorgestelde vierde lid «onderdeel x,» vervangen door «onderdeel y,» en in het vijfde lid wordt «onderdeel y,» vervangen door «onderdeel x,».

B

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid) (35 282) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdelen AA, AAa en BB, later in werking treedt dan artikel 3a, onderdeel C, van deze wet, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

1. In het in onderdeel AA voorgestelde artikel 7.52c, onderdeel c vervalt «of voor een anderstalig traject binnen een Nederlandstalige opleiding».

2. Onderdeel AAa vervalt.

3. In het in onderdeel BB voorgestelde artikel 7.53 vervalt «of een anderstalig traject binnen een Nederlandstalige opleiding».

4. In het in onderdeel BB voorgestelde artikel 7.53a, vijfde lid vervalt «of op een anderstalig traject binnen een Nederlandstalige opleiding».

Artikel 3c

Indien het bij koninklijke boodschap van 12 april 2023 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van regels voor het Nederlands kwalificatieraamwerk voor een leven lang leren (Wet NLQF) (36 341) tot wet is of wordt verheven en artikel 6.4, onderdeel B, van die wet later in werking treedt dan artikel 3a, onderdeel A, van deze wet:

1. Komt artikel 6.4, onderdeel B, van die wet te luiden:

B

Artikel 6.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt, onder vervanging van de punt door een komma aan het slot, een onderdeel waarvan de letteraanduiding alfabetisch aansluit op het laatste onderdeel, toegevoegd, luidende:

  • y. het NLQF-niveau dat is vastgesteld bij of krachtens de Wet NLQF en het daarmee corresponderende EQF-niveau.

2. In het vijfde lid, onderdeel b, wordt «v en w» vervangen door «v, w en y».

2. Komt artikel 7.3 van die wet te luiden:

Artikel 7.3. Samenloop Wet taal en toegankelijkheid

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid) (Kamerstukken 35 282) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel La, van die wet:

a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel 6.4, onderdeel B, van deze wet, komt artikel 6.4, onderdeel B, van deze wet te luiden:

B

Artikel 6.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt, onder vervanging van de punt door een komma aan het slot, een onderdeel waarvan de letteraanduiding alfabetisch aansluit op het laatste onderdeel, toegevoegd, luidende:

  • z. het NLQF-niveau dat is vastgesteld bij of krachtens de Wet NLQF en het daarmee corresponderende EQF-niveau.

2. In het vijfde lid, onderdeel b, wordt «v, w, x en y» vervangen door «v, w, x, y en z».

b. later in werking treedt of is getreden dan artikel 6.4, onderdeel B, van deze wet, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel La komt te luiden:

La

Artikel 6.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid, onderdeel x, wordt «artikel 7.53» vervangen door «artikel 7.53a, eerste lid».

2. Aan het vierde lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, een onderdeel toegevoegd waarvan de letteraanduiding alfabetisch aansluit op het laatste onderdeel, luidende:

  • z. Of het accreditatieorgaan instemming als bedoeld in artikel 5.6a, eerste lid, of tussentijdse instemming als bedoeld in artikel 5.31a heeft verleend en voor welke taal instemming is verleend.

3. In het vijfde lid wordt «v, w en y» vervangen door «v, w, x, y en z».

2. In onderdeel Lc, wordt in het voorgestelde vierde lid «onderdeel x,» vervangen door «onderdeel y,» en in het vijfde lid «onderdeel y,» vervangen door «onderdeel x,».

Artikel 4

  • 1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, treden de artikelen 3a, 3b en 3c in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en werken zij niet terug.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 22 mei 2024

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul

Uitgegeven de twaalfde juni 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Tabel 1 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

57.687.903

55.299.160

2.038.040

         
 

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

     
         
 

Beleidsartikelen

57.292.477

54.903.734

2.037.473

01

Primair onderwijs

15.363.520

15.428.036

9.208

03

Voortgezet onderwijs

11.290.093

11.459.272

7.391

04

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

6.499.388

5.643.432

4.700

06

Hoger beroepsonderwijs

4.529.816

4.530.410

17

07

Wetenschappelijk onderwijs

7.165.172

7.076.407

16

08

Internationaal beleid

21.211

21.578

99

09

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

242.989

254.489

7.000

11

Studiefinanciering

6.116.402

6.116.402

1.600.852

12

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

78.250

78.250

2.184

13

Lesgelden

17.086

17.086

266.696

14

Cultuur

3.053.806

1.304.479

3.549

15

Media

1.223.663

1.213.908

135.660

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

1.683.246

1.739.020

101

25

Emancipatie

7.835

20.965

0

         
 

Niet-beleidsartikelen

395.426

395.426

567

91

Nog onverdeeld

0

0

0

95

Apparaat Kerndepartement

395.426

395.426

567

Vastgestelde begrotingsstaat inzake de baten-lastenagentschappen voor het jaar 2024 (bedragen x € 1.000)

Naam

Baten

Lasten

Saldo baten en lasten

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

445.212

445.212

0

Nationaal Archief (NA)

61.800

61.800

0

Totaal

507.012

507.012

0

Naam

Totaal kapitaaluitgaven

Totaal kapitaalontvangsten

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

 

109.300

73.600

Nationaal Archief (NA)

 

7.600

1.200

Totaal

 

116.900

74.800


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 36 410 VIII

Naar boven