Besluit van 16 mei 2024, houdende vaststelling van het tijdstip van gedeeltelijke inwerkingtreding van bepalingen van de Verzamelwet VWS 2022

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Medische Zorg van 13 mei 2024, kenmerk 3808405-1064570-WJZ;

Gelet op artikel XXVI, eerste lid, van de Verzamelwet VWS 2022;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel XIX, onderdeel A, treedt in werking met ingang van 1 juli 2024.

Onze Minister voor Medische Zorg, is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 mei 2024

Willem-Alexander

De Minister voor Medische Zorg, P.A. Dijkstra

Uitgegeven de vierentwintigste mei 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel 69, veertiende lid, van de Zorgverzekeringswet (Zvw) verplicht het CAK om verdragsgerechtigden als bedoeld in het eerste lid van dat artikel een bestuurlijke boete op te leggen indien zij zich niet tijdig bij het CAK hebben gemeld. Met artikel XIX, onderdeel A, van de Verzamelwet VWS 2022 wordt deze plicht geschrapt. Voor de redenen daarvoor wordt verwezen naar de pagina's 17 en 18 van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat tot de Verzamelwet VWS 2022 heeft geleid (Kamerstukken II 2021/22, 36 002, nr. 3).

Per abuis is artikel XIX, onderdeel A, niet in werking getreden op het moment waarop de meeste artikelen van de Verzamelwet VWS 2022 in werking zijn getreden, namelijk met ingang van 1 januari 2024 (zie Stb. 2023, 323). Met voorliggend inwerkingtredingsbesluit is geregeld dat dit artikelonderdeel met ingang van 1 juli 2024 in werking treedt.

De Minister voor Medische Zorg, P.A. Dijkstra

Naar boven