Besluit van 13 december 2023, houdende wijziging van het Besluit langdurige zorg (aanwijzen regio voor buitenlandverzekerden)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 6 november 2023, kenmerk 3713457-1055861-WJZ;

Gelet op artikel 2.2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet langdurige zorg;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 november 2023, no. W13.23.00329/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 8 december 2023, kenmerk 3724288-1055861-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Na artikel 2.1.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.1.5

Als regio als bedoeld in artikel 2.2.1, eerste lid, onderdeel b, van de wet wordt aangewezen Utrecht.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 december 2023

Willem-Alexander

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Uitgegeven de vijftiende december 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Artikel 2.2.1 van de Wet langdurige zorg (hierna: Wlz) bevat een regeling voor de inschrijving van verzekerden bij een Wlz-uitvoerder. Indien een zorgverzekeraar deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waarvan ook een Wlz-uitvoerder deel uitmaakt, meldt deze zorgverzekeraar zijn verzekerden bij de desbetreffende Wlz-uitvoerder aan (artikel 2.2.1, eerste lid, onderdeel a, Wlz). Dit is de meest voorkomende situatie. Indien een zorgverzekeraar echter niet in een groep zit met een Wlz-uitvoerder, meldt zijn zorgverzekeraar hem bij de Wlz-uitvoerder die als zorgkantoor is aangewezen in de regio waar de verzekerde woont (artikel 2.2.1, eerste lid, onderdeel b, Wlz). Een derde situatie is dat een verzekerde in het buitenland woont én zijn verzekeraar niet in een groep zit met een Wlz-uitvoerder. In deze situatie bepaalt artikel 2.2.1, eerste lid, onderdeel b, dat de verzekeraar van de verzekerde hem meldt bij een Wlz-uitvoerder in een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen regio. Dit besluit strekt er toe deze regio aan te wijzen.

Vóór de wijziging van de Wlz diende de verzekerde zichzelf in te schrijven bij een Wlz-uitvoerder naar keuze. Dat doet na 1 januari 2024 zijn verzekeraar bij de regio die bij deze algemene maatregel van bestuur wordt aangewezen, i.c. de regio Utrecht van Wlz-uitvoerder Zilveren Kruis.

EUcare heeft geen Wlz-uitvoerder in zijn groep. Bij deze zorgverzekeraar zijn ongeveer 150.000 verzekerden verzekerd.

2. Aanwijzing van de regio

Met deze algemene maatregel van bestuur wordt invulling gegeven aan artikel 2.2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wlz door een regio als bedoeld in artikel 2.1.1, eerste lid, onderdeel b van de Wlz aan te wijzen. In overleg met de Wlz-uitvoerders is besloten de regio Utrecht van Wlz-uitvoerder Zilveren Kruis als regio aan te wijzen als regio.

3. Uitvoerbaarheid

In overleg met Zilveren Kruis heeft Zilveren Kruis aangegeven deze taak op zich te willen nemen en deze ook uit te voeren.

4. Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor de rijksoverheid.

5. Gevolgen voor regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven