Besluit van 23 november 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel X, onderdeel G, van de Fiscale verzamelwet 2023

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 22 november 2023, nr. 2023-0000255318;

Gelet op artikel XVI, tweede lid, van de Fiscale verzamelwet 2023;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel X, onderdeel G, van de Fiscale verzamelwet 2023 treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 november 2023

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij

Uitgegeven de negenentwintigste november 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Bij indiening van het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2023 was het voornemen om (het toen voorgestelde) artikel 30ia van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) op 1 januari 2023 niet voor alle belastingmiddelen in werking te laten treden. Voor de loonbelasting en de omzetbelasting was inwerkingtreding namelijk pas voorzien in 2026, omdat het eerder niet uitvoerbaar was vanwege automatiseringsredenen. Door het arrest van de Hoge Raad van 18 november 20221 is het echter wenselijk gebleken om artikel 30ia AWR ook ten aanzien van de loonbelasting en omzetbelasting eerder dan 2026 in werking te laten treden. Uit genoemd arrest volgt namelijk, kort gezegd, dat geen belastingrente in rekening kan worden gebracht voor de periode dat een belasting- of inhoudingsplichtige de verschuldigde belasting reeds heeft betaald. In de brieven van 15 december 2022 aan de Tweede en Eerste Kamer van de Staten-Generaal is daarom aangekondigd dat artikel 30ia AWR voor de loonbelasting en omzetbelasting zo snel mogelijk in werking zou treden en dat er bij de inwerkingtreding nadere regels zouden worden gesteld, ter bevordering van de uitvoerbaarheid.2

In artikel XVI van de Fiscale verzamelwet 2023 is geregeld dat artikel X, onderdeel G, van die wet met daarin de beoogde wijziging van artikel 30ia AWR op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking treedt. Met voorliggend besluit wordt dat tijdstip vastgesteld op 1 januari 2024. Met inwerkingtreding van artikel 30ia AWR voor de loonbelasting en omzetbelasting wordt bewerkstelligd dat voor alle belastingmiddelen hetzelfde recht op vermindering van belastingrente bestaat, wat ten goede komt aan de rechtszekerheid van belasting- en inhoudingsplichtigen.

Om de eerdere uitvoering van artikel 30ia AWR voor de loonbelasting en omzetbelasting mogelijk te maken, worden bij ministeriële regeling, te weten in de Eindejaarsregeling 2023, nadere regels gesteld waaraan een verzoek om vermindering van belastingrente met betrekking tot de loonbelasting en de omzetbelasting op grond van artikel 30ia AWR moet voldoen.

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij


X Noot
1

HR 18 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1673.

X Noot
2

Kamerstukken I 2022/23, 36 107, F.

Naar boven