Wet van 16 oktober 2023 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Invorderingswet 1990 in verband met het afschaffen van de mogelijkheid om schuldig nalatig te verklaren bij het niet of niet geheel betalen van de premie voor de volksverzekeringen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de korting op de uitkering ingevolge de Algemene ouderdomswet bij schuldig nalaten om de premie voor de volksverzekeringen te betalen, te laten vervallen;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING ALGEMENE OUDERDOMSWET

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

  • 1. Op het bruto-ouderdomspensioen, vastgesteld op grond van artikel 9, wordt een korting toegepast van 2% voor elk kalenderjaar, dat de pensioengerechtigde na het bereiken van de aanvangsleeftijd, doch vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd niet verzekerd is geweest.

  • 2. Op de bruto-toeslag wordt, na toepassing van artikel 10, een korting toegepast van 2% voor elk kalenderjaar, dat de echtgenoot van de pensioengerechtigde na het bereiken van de aanvangsleeftijd, doch vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de pensioengerechtigde niet verzekerd is geweest.

  • 3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de herleiding van gedeelten van kalenderjaren tot gehele kalenderjaren en gedeelten van jaarpremies tot gehele jaarpremies.

B

In artikel 13a, eerste en tweede lid, wordt «artikel 13, eerste lid, onderdeel a,» vervangen door «artikel 13, eerste lid,».

C

In artikel 55, eerste lid, wordt «artikel 13, eerste lid, onderdeel a,» vervangen door «artikel 13, eerste lid,» en wordt «artikel 13, tweede lid, onderdeel a,» vervangen door «artikel 13, tweede lid,».

ARTIKEL II WIJZIGING WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Hoofdstuk 4, paragraaf 3, vervalt.

B

In Hoofdstuk 7a wordt na artikel 122r een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 122s Overgangsrecht afschaffing schuldig nalatigverklaring AOW

De SVB neemt een besluit als bedoeld in artikel 61, eerste lid, zoals dat luidde op de dag voor de datum van inwerkingtreding van de Wet van 16 oktober 2023 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Invorderingswet 1990 in verband met het afschaffen van de mogelijkheid om schuldig nalatig te verklaren bij het niet of niet geheel betalen van de premie voor de volksverzekeringen, niet op of na die datum van inwerkingtreding.

ARTIKEL III WIJZIGING INVORDERINGSWET 1990

In de Invorderingswet 1990 vervalt in artikel 7, tweede lid, «, met dien verstande dat indien artikel 9.1, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 of artikel 27b, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 toepassing heeft gevonden, de toerekening in de laatste plaats geschiedt aan de premie voor de volksverzekeringen».

ARTIKEL IIIA WIJZIGING WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES

De Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7a, zevende lid, komt te luiden:

  • 7. Op de toeslag wordt een korting toegepast van 2% voor elk kalenderjaar dat degene die gehuwd is met de pensioengerechtigde, behoudens in bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gevallen, na het bereiken van zijn 15-jarige leeftijd, doch voor het bereiken van de leeftijd van 65 jaar van de pensioengerechtigde, niet verzekerd is geweest.

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot het tweede en derde lid.

2. In het tweede lid (nieuw) vervalt «van gedeelten van jaarpremies tot gehele jaarpremies en» en «en tweede».

3. In het derde lid (nieuw) vervalt «en tweede».

C

In artikel 40, eerste en tweede lid, vervalt «en tweede».

ARTIKEL IV INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 16 oktober 2023

Willem-Alexander

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

Uitgegeven de eerste november 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven