Besluit van 20 september 2023 tot inwerkingtreding van artikel V, onderdelen A en B, van de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 en artikel IX van Overige fiscale maatregelen 2018

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 14 september 2023, nr. 2023-0000198572; Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Directe Belastingen;

Gelet op artikel XX, derde lid, van de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 en artikel XXXI, tweede lid, van Overige fiscale maatregelen 2018;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 1 januari 2024 treden in de hieronder aangegeven volgorde in werking:

  • a. artikel V, onderdelen A en B, van de Fiscale vereenvoudigingswet 2017;

  • b. artikel IX van Overige fiscale maatregelen 2018.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 september 2023

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

Uitgegeven de tweede oktober 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt dat artikel V, onderdelen A en B, van de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 en artikel IX van Overige fiscale maatregelen 2018 met ingang van 1 januari 2024 in werking zullen treden. In artikel V van de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 (aangevuld door artikel XV, onderdeel A, van de Fiscale verzamelwet 2023) wordt onder andere voorzien in een nieuw artikel 4a in de Wet op de dividendbelasting 1965 (Wet DB 1965). Die bepaling regelt een inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting voor, kort gezegd, opbrengsten van aandelen, winstbewijzen en kapitaalverstrekkingen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969) en geldleningen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel d, van die wet, die worden ontvangen door lichamen die (deels) niet zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting (alsmede voor vergelijkbare objectief of subjectief vrijgestelde buitenlandse lichamen). In artikel IX van Overige fiscale maatregelen 2018 wordt aan artikel 4a Wet DB 1965 een tiende lid toegevoegd op grond waarvan deze inhoudingsvrijstelling niet van toepassing is indien de inhoudingsplichtige een fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969 is. Deze inhoudingsvrijstelling past namelijk niet in de systematiek van de afdrachtvermindering in artikel 11a Wet DB 1965 voor een fiscale beleggingsinstelling. Artikel V, onderdeel C, van de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 waarin de technische samenloop tussen de artikelen 4a en 11a Wet DB 1965 wordt geregeld, is daarmee overbodig geworden.

De inwerkingtreding van artikel V, onderdelen A en B, van de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 en artikel IX van Overige fiscale maatregelen 2018 geschiedt bij koninklijk besluit omdat de inwerkingtreding van de inhoudingsvrijstelling in artikel 4a Wet DB 1965 afhankelijk is van de technische implementatie van de bijbehorende softwaresystemen van de Belastingdienst.1 De technische implementatie is gereed voor inwerkingtreding van de bepalingen per 1 januari 2024.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij


X Noot
1

Zie ook Kamerstukken II, 2015/16, 34 300 IX, nr. 26, p. 4–5.

Naar boven