Besluit van 25 augustus 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid van 25 augustus 2023, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 4778185;

Gelet op artikel 22 van de Uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud treedt, met uitzondering van de artikelen 13 en 16, in werking met ingang van 1 september 2023.

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 augustus 2023

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Uitgegeven de dertigste augustus 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

De Uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud treedt in werking met ingang van 1 september 2023. Met dit tijdstip van inwerkingtreding wordt afgeweken van de vaste verandermomenten (zie Ar. 4.17, vijfde lid, aanhef en onder d). Deze afwijking is gerechtvaardigd, omdat de onderhavige wet strekt tot uitvoering van Verordening (EU) 2021/784 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (PbEU 2021, L 172). Deze verordening is met ingang van 7 juni 2022 van toepassing geworden. Om de verordening goed uit te voeren is onderhavige wet noodzakelijk en gelet hierop is het gerechtvaardigd deze zo snel mogelijk in werking te laten treden.

De artikelen 13 en 16 treden op een later moment in werking. Deze artikelen zijn onderdeel van de wet geworden door indiening van twee amendementen tijdens de plenaire behandeling in de Tweede Kamer.1 Voor het uitvoeren van deze artikelen moet een algemene maatregel van bestuur (hierna: AMvB) worden opgesteld. Deze is op het moment van inwerkingtreding van de wet nog niet gereed. De AMvB moet nog in consultatie worden gegeven en voor advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden voorgelegd. Met de inwerkingtreding van de AMvB zullen ook artikel 13 en 16 van de wet in werking treden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Het amendement Michon-Derkzen (Kamerstukken II 2022/23, 36 138, nr. 9) en het amendement Leijten (Kamerstukken II 2022/23, 36 138, nr. 10).

Naar boven