Besluit van 10 juli 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 7 juni 2023, houdende regels met betrekking tot de vaststelling van staatloosheid (Wet vaststellingsprocedure staatloosheid) (Stb. 2023, 230) en de rijkswet van 7 juni 2023 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Paspoortwet alsmede intrekking van voorbehouden bij het Verdrag betreffende de status van staatlozen in verband met de vaststelling van staatloosheid (Stb. 2023, 229)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 3 juli 2023, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 4718502;

Gelet op artikel 10 van de wet van 7 juni 2023, houdende regels met betrekking tot de vaststelling van staatloosheid (Wet vaststellingsprocedure staatloosheid) (Stb. 2023, 230) en artikel VII van de rijkswet van 7 juni 2023 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Paspoortwet alsmede intrekking van voorbehouden bij het Verdrag betreffende de status van staatlozen in verband met de vaststelling van staatloosheid (Stb. 2023, 229);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 7 juni 2023, houdende regels met betrekking tot de vaststelling van staatloosheid (Wet vaststellingsprocedure staatloosheid) (Stb. 2023, 230) en de rijkswet van 7 juni 2023 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Paspoortwet alsmede intrekking van voorbehouden bij het Verdrag betreffende de status van staatlozen in verband met de vaststelling van staatloosheid (Stb. 2023, 229) treden in werking met ingang van 1 oktober 2023.

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 juli 2023

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Uitgegeven de dertiende juli 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Bij het vaststellen van het tijdstip van inwerkingtreding is acht geslagen op de minimuminvoeringstermijn van drie maanden, omdat de onderhavige regelingen direct relevant zijn voor medeoverheden.1 Wel wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Deze afwijking is gerechtvaardigd, gelet op het belang van een regeling over staatloosheid voor de (uitvoerings)praktijk.2

Bij de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid behoort een algemene maatregel van bestuur: het Besluit evidente staatloosheid. Krachtens artikel 2 van dat besluit treedt het besluit op hetzelfde tijdstip in werking als de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Ar. 4.17, vierde lid.

X Noot
2

Ar. 4.17, vijfde lid, aanhef en onder a.

Naar boven