Besluit van 30 juni 2023, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet voortgezet onderwijs 2020 houdende de verankering van het experiment educatieve module en enkele andere aangelegen wijzigingen op het gebied van de lerarenopleiding (Stb. 2023,192)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 27 juni 2023, nr. WJZ/38735353 (ID13362), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IV van de Wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet voortgezet onderwijs 2020 houdende de verankering van het experiment educatieve module en enkele andere aangelegen wijzigingen op het gebied van de lerarenopleiding (Stb. 2023, 192);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet voortgezet onderwijs 2020 houdende de verankering van het experiment educatieve module en enkele andere aangelegen wijzigingen op het gebied van de lerarenopleiding (Stb. 2023, 192) treedt in werking met ingang van 1 augustus 2023, met uitzondering van de artikelen I, onderdelen C tot en met H en II die met ingang van 1 september 2023 in werking treden.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 30 juni 2023

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Uitgegeven de tiende juli 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

De Wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet voortgezet onderwijs 2020 houdende de verankering van het experiment educatieve module en enkele andere aangelegen wijzigingen op het gebied van de lerarenopleiding (Stb. 2023, 192) treedt in werking met ingang van 1 augustus 2023 voor wat betreft de bepalingen over het voortgezet onderwijs. Immers, op 1 augustus begint in het voortgezet onderwijs het schooljaar.

Het is belangrijk dat dan duidelijk is welke bevoegdheid een leraar heeft die een educatieve module heeft afgerond.

De bepalingen over het hoger onderwijs, meer specifiek de artikelen I, onderdelen C tot en met H en artikel II, treden in werking met ingang van het nieuwe studiejaar van het hoger onderwijs, op 1 september 2023.

Artikel I, onderdelen A en B, betreffen eveneens het hoger onderwijs. Deze bepalingen treden echter reeds met ingang van 1 augustus 2023 in werking. Dit om te voorkomen dat artikel 7.12, tweede lid, van de WVO 2020 vanaf 1 augustus naar een nog niet bestaand artikel in de WHW (het nieuwe artikel 7.11, vijfde lid, van de WHW over de aanvullende verklaring) verwijst. Artikel I, onderdeel A, regelt dat «educatieve module» als begripsbepaling in de WHW wordt opgenomen en treedt derhalve ook reeds met ingang van 1 augustus 2023 in werking.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt het experiment educatieve module met ingang van 1 september 2023 wordt beëindigd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven