Wet van 21 december 2022 tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016 bepaalt welke begrotingen tot de rijksbegroting behoren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende departementale begrotingsstaat voor het jaar 2023 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake agentschappen voor het jaar 2023 wordt vastgesteld.

Artikel 3

De vaststelling van de begrotingsstaten geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 21 december 2022

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

Uitgegeven de zesentwintigste januari 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Vastgestelde departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

52.953.242

53.253.766

1.665.440

         
 

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

     
 

Beleidsartikelen

52.599.590

52.902.114

1.664.873

01

Primair onderwijs

14.379.335

15.202.216

9.208

03

Voortgezet onderwijs

10.531.562

11.179.889

7.391

04

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

7.166.368

5.541.718

4.000

06

Hoger beroepsonderwijs

4.447.496

4.466.326

1.213

07

Wetenschappelijk onderwijs

6.742.221

6.704.031

16

08

Internationaal beleid

20.251

20.250

99

09

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

220.407

223.306

6.500

11

Studiefinanciering

5.516.325

5.516.325

1.233.363

12

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

73.732

73.732

2.086

13

Lesgelden

15.667

15.667

262.124

14

Cultuur

641.444

1.209.069

4.537

15

Media

1.131.778

1.128.228

134.235

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

1.705.727

1.601.116

101

25

Emancipatie

7.277

20.241

0

 

Niet-beleidsartikelen

353.652

351.652

567

91

Nog onverdeeld

0

0

0

95

Apparaat Kerndepartement

353.652

351.652

567

Vastgestelde begrotingsstaat inzake de baten-lastenagentschappen voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)

Naam

Baten

Lasten

Saldo baten en lasten

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

376.684

376.684

0

Nationaal Archief (NA)

52.185

52.185

0

Totaal

428.869

428.869

0

Naam

Totaal kapitaaluitgaven

Totaal kapitaalontvangsten

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

79.700

47.700

Nationaal Archief (NA)

4.941

1.066

Totaal

84.641

48.766


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 36 200 VIII

Naar boven