Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 april
2023, nr. 2023-0000229402;
Gelet op de artikelen VIII, tweede lid, van de Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn
en III van de Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector;
Hebben goedgevonden en verstaan:
’s-Gravenhage, 26 april 2023
Willem-Alexander
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Uitgegeven de tiende mei 2023
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
NOTA VAN TOELICHTING
Met dit koninklijk besluit treedt de Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake
detachering in de wegvervoersector met ingang van 1 juni 2023 in werking, met uitzondering
van artikel I, onderdeel D. Dat onderdeel treedt in werking in werking op de datum
vanaf welke slimme tachografen, die voldoen aan de vereisten inzake de registratie
van grensoverschrijdingen en extra activiteiten als bedoeld in artikel 8, lid 1, eerste
alinea, van Verordening (EU) nr. 165/2014, verplicht moeten worden ingebouwd in de
voertuigen die voor het eerst worden geregistreerd in een lidstaat, in het kader van
artikel 8, lid 1, vierde alinea, van die verordening. Dit vloeit voort uit artikel
1, vierde lid, laatste volzin, van de Mobiliteitsrichtlijn.1 De datum van inwerkingtreding voor dat deel zal worden vastgesteld bij een afzonderlijk
koninklijk besluit. De inwerkingtreding van onderdeel D zal tot gevolg hebben dat
de vrijstellingen inzake extra activiteiten bij bilaterale wegvervoersactiviteiten,
bedoeld in artikel 9b, tweede lid, onderdeel a, subonderdelen 3° en 4°, en onderdeel
b, subonderdeel 4°, vanaf die datum slechts van toepassing zijn op bestuurders die
gebruikmaken van voertuigen waarin een slimme tachograaf is aangesloten.
Daarnaast voorziet dit besluit in de inwerkingtreding op 1 juni 2023 van de Implementatiewet
herziene detacheringsrichtlijn ten aanzien van de sector wegvervoer. Dit volgt uit
artikel 3, derde lid, van de herziene detacheringsrichtlijn2. Dit derde lid bepaalt dat die richtlijn van toepassing is op de sector wegvervoer
vanaf de datum van toepassing van een wetgevingshandeling tot wijziging van Richtlijn
2006/22/EG betreffende handhavingsvoorschriften en tot vaststelling van specifieke
regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU voor het detacheren
van bestuurders in de wegvervoerssector. De Mobiliteitsrichtlijn betreft die wetgevingshandeling,
zodat met de implementatie daarvan via de Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU
inzake detachering in de wegvervoersector, ook de Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn
in werking dient te treden ten aanzien van de wegvervoersector. Dit heeft tot gevolg
dat onder meer de artikelen 6, vierde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
en 2a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen
van collectieve arbeidsovereenkomsten ook van toepassing zijn ten aanzien van gedetacheerde
werknemers in de sector wegvervoer.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
X Noot
1Richtlijn (EU) 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot
vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn
2014/67/EU wat betreft de detachering van bestuurders in de wegvervoersector en tot
wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en Verordening
(EU) nr. 1024/2012 (PbEU 2020, L 249).
X Noot
2Richtlijn 2018/957/EU van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 tot wijziging
van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het
oog op het verrichten van diensten (PbEU 2018, L 173).