Besluit van 17 april 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Bewijsverkrijgingsverordening (Stb. 2023, 96) en de Uitvoeringswet Betekeningsverordening (Stb. 2023, 95)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 11 april 2023, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 4586022;

Gelet op artikel II Uitvoeringswet Bewijsverkrijgingsverordening (Stb. 2023, 96) en artikel IV Uitvoeringswet Betekeningsverordening (Stb. 2023, 95);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Uitvoeringswet Bewijsverkrijgingsverordening (Stb. 2023, 96) en de Uitvoeringswet Betekeningsverordening (Stb. 2023, 95) treden in werking met ingang van 1 mei 2023.

Onze Minister voor Rechtsbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 april 2023

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Uitgegeven de eenentwintigste april 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit koninklijk besluit wordt voorzien in de inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Bewijsverkrijgingsverordening (Stb. 2023, 96) en de Uitvoeringswet Betekeningsverordening (Stb. 2023, 95). De wetten treden in werking met de ingang van 1 mei 2023. Er is gekozen voor dit moment van inwerkingtreding, in afwijking van de vaste verandermomenten, omdat het hierbij strikte uitvoering van EU-regelgeving betreft en de Bewijsverkrijgingsverordening en de Betekeningsverordening reeds sinds 1 juli 2022 van toepassing zijn.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Naar boven