Wet van 16 februari 2022 tot wijziging van de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen in verband met de toepassing van de onderzoeksbevoegdheden van de Algemene Rekenkamer ten aanzien van de financiële instellingen onder beheer bij de stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen te wijzigen in verband met de toepassing van de onderzoeksbevoegdheden van de Algemene Rekenkamer ten aanzien van de financiële instellingen onder beheer bij de stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 8 van de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen komt te luiden:

Artikel 8

  • 1. Voor de toepassing van artikel 7.24, aanhef en onderdeel e, en artikel 7.35 van de Comptabiliteitswet 2016 worden de door de stichting administratiekantoor gehouden aandelen gelijkgesteld met door de Staat gehouden aandelen.

  • 2. Onverminderd haar bevoegdheid tot het verrichten van eigen onderzoek ingevolge artikel 7.35 van de Comptabiliteitswet 2016, maakt de Algemene Rekenkamer zoveel mogelijk gebruik van de bij de stichting administratiekantoor beschikbare informatie ten aanzien van de naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de stichting administratiekantoor direct vijf procent of meer, of indirect meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt.

  • 3. Bij de uitoefening van haar bevoegdheid waarborgt de Algemene Rekenkamer de vertrouwelijkheid van de informatie als bedoeld in artikel 7, eerste tot en met vierde lid, van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PbEU 2014 L 173). Bij openbaarmaking van deze informatie stelt de Algemene Rekenkamer de uitgevende instelling in de gelegenheid te voldoen aan artikel 17 van die verordening.

  • 4. De Algemene Rekenkamer licht Onze Minister in over haar bevindingen en het onderzoek dat zij verricht.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 16 februari 2022

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

Uitgegeven de achtentwintigste februari 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 614

Naar boven