Besluit van 21 december 2022 tot wijziging van artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag (verlaging basishuur)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 29 november 2022, nr. 2022-0000551054;

Gelet op artikel 27, achtste lid, van de Wet op de huurtoeslag;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 december 2022, nr. W04.22.00180/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 19 december 2022, nr. 2022-0000693758;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag wordt «€ 16,94» vervangen door «€ 0».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 december 2022

Willem-Alexander

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Algemeen

Als onderdeel van het koopkrachtpakket om tot een evenwichtig koopkrachtbeeld te komen, worden de uitgaven voor de huurtoeslag vanaf 2023 structureel met € 299 miljoen verhoogd.

Dit ontwerpbesluit strekt ertoe deze verruiming van het huurtoeslagbudget te realiseren.

Het ontwerpbesluit is gedurende acht weken aan beide Kamers der Staten-Generaal voorgelegd (artikel 50 van de Wet op de huurtoeslag). De voorhang heeft de Kamers geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen.

2. Concrete invulling van de verruiming

Voor de vormgeving van deze verruiming is gekozen voor een verlaging van de in artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag genoemde opslag op de normhuur die leidt tot de basishuur. De basishuur is dat gedeelte van de huur dat voor rekening van de huurtoeslagontvanger blijft. Op grond van artikel 27, achtste lid, van de Wet op de huurtoeslag kan die opslag bij algemene maatregel van bestuur hoger of lager worden gesteld.

Deze opslag wordt met ingang van 1 januari 2023 verlaagd met € 16,94. De opslag op de normhuur zal hierdoor afnemen tot € 0.

Er is gekozen voor een generieke verlaging van de basishuur (eigen bijdrage) zodat de verruiming in gelijke mate wordt verdeeld over alle huishoudens die huurtoeslag ontvangen. Het voorstel leidt tot een minimale instroom van huurtoeslagontvangers.

In 2023 zullen vrijwel alle huurtoeslagontvangers profiteren van deze verlaging van de basishuur (eigen bijdrage). Daarnaast zal een deel van de huurders in een corporatiewoning in aanmerking komen voor een huurverlaging. Dit zullen, vanwege het inkomensbereik van die maatregel, doorgaans ook huurtoeslagontvangers zijn. Hoewel de huurtoeslag van deze huurders ook lager wordt als gevolg van de huurverlaging, zullen zij er per saldo altijd op vooruit gaan, gemiddeld €23 na aftrek van de lagere huurtoeslag. Daarnaast zullen zij er dus ook 16,94 per maand op vooruit gaan door de lagere eigen bijdrage van de huurtoeslag in het voorgestelde besluit. Huurders die ook de huurverlaging krijgen zullen er dus gemiddeld ca. €40 op vooruit gaan. Vanaf 2024 is daarnaast een hervorming van de huurtoeslag beoogd. Hoe dit pakket aan maatregelen voor huurtoeslagontvangers uitpakt, is inclusief de doorwerking van de huurverlaging, in de Memorie van Toelichting op dat wetsvoorstel beschreven. Deze effecten veranderen niet als gevolg van de in dit besluit voorgestelde verhoging van de huurtoeslag.

3. Inkomenseffecten, administratieve lasten en regeldruk

Inkomenseffecten

De verlaging van het bedrag waarmee de normhuur wordt verhoogd tot de basishuur is van invloed op alle huishoudens met huurtoeslag; het positieve inkomenseffect is nagenoeg in alle gevallen € 16,94 per maand.

Administratieve lasten

Dit ontwerpbesluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de burger.

Regeldruk

Het ontwerpbesluit betreft enkel een aanpassing van het bedrag waarmee de normhuur wordt verhoogd tot de basishuur en heeft derhalve geen effecten op de regeldruk.

Financiële gevolgen

De huurverlaging leidt in 2023 tot een besparing op de huurtoeslag van € 114 miljoen, doordat minder huurtoeslag wordt uitgekeerd over deze lagere huren.

Deze besparing is ingezet als gedeeltelijke dekking voor de verhoging van de huurtoeslag, die € 299 miljoen kost.

Per saldo kost deze maatregel dus € 185 miljoen op de rijksbegroting.

4. Inwerkingtredingsdatum en invoeringstermijnen

De verlaging van het bedrag waarmee de normhuur wordt verhoogd treedt in werking op één van de vaste verandermomenten zijnde 1 januari 2023.

Het hanteren van een minimum-invoeringstermijn is niet mogelijk gebleken. Hierop is de uitzondering hoge private kosten van toepassing; een jaar uitstel van de verhoging van de percentages zou leiden tot minder huurtoeslag in 2023 voor huurtoeslagontvangers.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven