Besluit van 16 november 2022, houdende wijziging van het Besluit paspoortgelden in verband met de aanpassing van de tarieven vanwege de jaarlijkse indexering per 1 januari 2023

Wij, Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 oktober 2022, nr. 2022-0000482544;

Gelet op de artikelen 3a, vijfde lid, en 7, eerste, derde en zesde lid, van de Paspoortwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 2 november 2022, nr. W04.22.00124/I/K);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 november 2022, nr. 2022-0000582002;

De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In de in de kolommen B tot en met E van onderstaande tabel aangeduide bepaling van het Besluit paspoortgelden wordt de in kolom F opgenomen tekst telkens vervangen door de in kolom G opgenomen tekst.

A

B

C

D

E

F

G

Nr.

artikel

lid

onderdeel

onder

Oud

Nieuw

1.

6

1

a

1

42,49

43,64

         

USD

50,45

USD

47,39

         

ANG

90,00

ANG

85,00

         

AWG

90,00

AWG

85,00

2.

6

1

a

2

24,01

24,66

         

USD

28,51

USD

26,78

         

ANG

51,00

ANG

48,00

         

AWG

51,00

AWG

48,00

3.

6

1

b

 

24,01

24,66

         

USD

28,51

USD

26,78

         

ANG

51,00

ANG

48,00

         

AWG

51,00

AWG

48,00

4.

6

1

c

1

39,18

40,24

         

USD

46,53

USD

43,69

5.

6

1

c

2

7,63

7,84

         

USD

9,06

USD

8,51

6.

6

1

d

 

7,63

7,84

7.

6

1

e

 

51,62

53,01

                 

8.

6

2

a

1

75,82

77,87

         

USD

125,29

USD

123,49

9.

6

2

a

2

57,34

58,89

         

USD

103,35

USD

102,88

10.

6

2

b

 

57,34

58,89

         

USD

103,35

USD

102,88

11.

6

2

c

1

68,53

70,38

         

USD

108,25

USD

106,46

12.

6

2

c

2

36,98

37,99

         

USD

70,79

USD

71,28

13.

6

2

d

 

33,38

34,29

14.

6

2

e

 

51,62

53,01

15.

6

2

f

 

16,28

16,72

         

USD

17,74

USD

18,04

16.

6

3

a

1

114,30

117,39

17.

6

3

 

2

95,82

98,41

18.

6

3

b

 

95,82

98,41

19.

6

3

c

1

110,25

113,23

         

USD

129,77

USD

120,88

         

ANG

232,27

ANG

216,36

         

AWG

232,27

AWG

216,36

20.

6

3

c

2

78,70

80,82

         

USD

93,46

USD

87,78

         

ANG

167,28

ANG

157,10

         

AWG

167,28

AWG

157,10

21.

6

3

d

 

75,10

77,13

22.

6

3

e

27,13

27,86

23.

12

1

a

1

86,84

89,18

         

ANG

184,00

ANG

172,00

         

AWG

184,00

AWG

172,00

24.

12

1

a

2

68,36

70,21

         

ANG

145,00

ANG

136,00

         

AWG

145,00

AWG

136,00

25.

12

1

b

 

68,36

70,21

         

ANG

145,00

ANG

136,00

         

AWG

145,00

AWG

136,00

26.

12

1

c

 

51,55

53,00

         

USD

61,25

USD

57,50

         

ANG

110,00

ANG

103,00

         

AWG

110,00

AWG

103,00

27.

12

2

a

1

144,60

148,50

 

12

2

 

2

126,10

129,45

28.

12

2

b

 

126,10

129,45

29.

12

2

c

1

143,45

147,30

 

12

2

c

2

110,15

113,10

30.

12

2

d

 

104,40

107,20

31.

12

2

e

 

51,55

52,95

32.

12

2

g

 

10,60

10,90

33.

12

2

h

 

23,00

23,60

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 november 2022

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen

Uitgegeven de dertigste november 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

De onderhavige wijziging van het Besluit paspoortgelden betreft een aanpassing van de op basis van de artikelen 3a en 7 van de Paspoortwet vast te stellen tarieven voor reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten. Het gaat daarbij om:

  • a. de in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van die wet bedoelde kosten die een gemeente, de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dan wel de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten aan het Rijk zijn verschuldigd voor de productie van reisdocumenten en identiteitskaarten (artikel 6, eerste lid, van het Besluit paspoortgelden);

  • b. de in artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van die wet genoemde rechten die een aanvrager aan het Rijk moet voldoen als de aanvraag voor het reisdocument of de identiteitskaart wordt gedaan bij een andere dan de onder a genoemde instantie (bijvoorbeeld Koninklijke marechaussee of buitenlandse post) (artikel 12, eerste en tweede lid, van het Besluit paspoortgelden);

  • c. de maximumtarieven van de rechten of leges die een gemeente of openbaar lichaam ingevolge artikel 7, derde lid, van de Paspoortwet aan een aanvrager van een reisdocument of identiteitskaart in rekening mag brengen (artikel 6, tweede en derde lid, van het Besluit paspoortgelden);

  • d. de in artikel 3a, vijfde lid, van die wet bedoelde kosten die ten laste worden gebracht voor vervaardiging en verstrekking van een publiek identificatiemiddel (verwerkt in de tarieven voor de Nederlandse identiteitskaart).

De op grond van dit besluit vastgestelde tarieven gelden met ingang van 1 januari 2023.

2. Toelichting op tariefswijzigingen

Op grond van dit besluit worden de in het Besluit paspoortgelden opgenomen tarieven gewijzigd. De tarieven worden gecorrigeerd voor de inflatie. Hiernaast worden de tarieven in andere valuta dan de euro gewijzigd in verband met de gehanteerde wisselkoersen, gecombineerd met de voortzetting van een afrondingsmaatregel voor de tarieven in Antilliaanse Gulden (ANG) en Arubaanse Florin (AWG). Deze toelichting gaat hierop in.

a. Opbouw tarieven

De (maximum)tarieven die door uitgevende instanties bij een aanvrager van een reisdocument of een identiteitskaart in rekening mogen worden gebracht op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, Paspoortwet bestaat uit twee delen.

Het eerste deel bestaat uit de aan het Rijk verschuldigde kosten voor de productie van reisdocumenten. Deze kosten zijn in het Besluit paspoortgelden opgenomen in artikel 6, eerste lid. De aan het Rijk verschuldigde kosten zijn samengesteld uit de kosten die gemaakt worden voor de productie, personalisatie en distributie van de reisdocumenten, de apparaatskosten van het onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dat met de zorg voor de reisdocumentenketen is belast, en een jaarlijkse opslag om grote schommelingen in de tarieven te voorkomen. Dit laatste onderdeel van de tarieven is in 2014 ingevoerd en betreft een opslag ten behoeve van de egalisatierekening die gevuld wordt om vanaf 2019 een deel van de kosten die het Rijk ten behoeve van de reisdocumenten maakt te dekken. Deze egalisatierekening maakt het mogelijk om gedurende tien jaar een stabiel prijsniveau te hanteren. Zonder deze maatregel zouden de tarieven elke vijf jaar sterk schommelen als gevolg van de invoering van de tienjarige geldigheidsduur van de documenten in 2014 en de daardoor veroorzaakte pieken en dalen in het aantal aanvragen.

Het tweede deel van de tarieven bestaat uit de leges die uitgevende instanties mogen heffen om de uitgifte van reisdocumenten en identiteitskaarten en bijbehorende dienstverlening te bekostigen. De tarieven worden op basis van kosten en baten berekend, zodanig dat deze in evenwicht zijn met elkaar. Deze tarieven zijn opgenomen in artikel 6, tweede en derde lid, en in artikel 12, eerste en tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.

b. Indexering

Alle tarieven worden geïndexeerd. De op grond van artikel 6, eerste lid, af te dragen kosten aan het Rijk en de (maximum)tarieven die door gemeenten en openbaar lichamen, de commandanten van de Koninklijke Marechaussee en de Gouverneurs op Sint Maarten, Aruba en Curaçao mogen worden geheven, worden geïndexeerd met het indexcijfer voor de prijsmutatie van de overheidsconsumptie. De prijsmutatie van de overheidsconsumptie wordt jaarlijks door het Centraal Planbureau (CPB) berekend, en is voor 2022 vastgesteld op 2,7%.1 Tarieven in andere valuta dan de euro kunnen vanwege de wisselkoersen en de afrondingsmaatregel afwijken van dit percentage.

Het CPB stelt geen indexcijfer vast voor de prijsmutatie van de overheidsconsumptie in de openbaar lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Voor de in de openbaar lichamen uitgegeven reisdocumenten wordt daarom uitgegaan van de consumentenprijsindex zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Voor elk van de openbare lichamen publiceert het CBS een indexcijfer. Omdat het maximaal te heffen rechten zijn, wordt voor alle drie de openbare lichamen uitgegaan van het hoogste van de drie indexcijfers over 2021. Volgens het CBS bedraagt het hoogste indexcijfer 1,7%.

c. Afronding tarieven

Bij het vaststellen van nieuwe tarieven worden deze in bepaalde gevallen afgerond. Vanwege de beperkte beschikbaarheid van muntgeld in ANG op Sint Maarten worden de tarieven in deze valuta afgerond op hele bedragen. Omdat de tarieven in ANG en AWG tot op heden gelijk aan zijn, is net als in voorgaande jaren besloten om ook de tarieven in AWG op gelijke wijze af te ronden. Hiermee blijven de tarieven bij de gouverneurs op Sint Maarten, Aruba en Curaçao aan elkaar gelijk (artikel 12, eerste lid).

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in 2019 een verzoek ingediend om de tarieven voor aanvragen buiten het Koninkrijk (artikel 12, tweede lid) op 5 eurocent naar beneden af te ronden. Bij dit besluit is dit verzoek wederom verwerkt in de tarieven.

Sinds de vaststelling van de tarieven met ingang van 2022 worden de tarieven voor de noodpaspoorten op verzoek van de Koninklijke Marechaussee afgerond (artikel 12, eerste lid, onderdeel c), zodat de tarieven in het Besluit paspoortgelden overeenkomen met de tarieven die gehanteerd worden aan de balie. Het tarief voor het nooddocument is afgerond op vijf eurocent naar beneden, gelijk aan de afronding die wordt toegepast op de tarieven onder artikel 12, tweede lid. Het tarief kan niet op hele valuta worden afgerond, omdat die afronding in euro's kan leiden tot een te groot tekort of winst.

Maximumtarieven die mogen worden geheven door gemeenten en openbaar lichamen (artikel 6, tweede en derde lid) worden niet afgerond. Gemeenten hebben een eigen beleidsvrijheid om het tarief voor een reisdocument of identiteitskaart in hun eigen legesverordening naar beneden af te ronden naar de hoogte die zij zelf willen. Uitgangspunt is dat de tarieven niet hoger zijn dan het maximumbedrag dat in dit besluit wordt vastgesteld.

d. Gehanteerde wisselkoersen

Voor de tarieven die ook in buitenlandse valuta moeten worden vastgesteld, is de gehanteerde wisselkoers relevant. Om de tarieven tussen Sint Maarten, Aruba en Curaçao niet van elkaar te laten afwijken is er in 2017 in overleg met Sint Maarten, Aruba en Curaçao voor gekozen om de tarieven tot stand te laten komen via de dollarkoers. Het hanteren van rechtstreekse wisselkoersen zou leiden tot kleine verschillen in de tarieven voor Sint Maarten, Aruba en Curaçao. Alle bedragen in euro’s zijn, waar van toepassing, omgerekend naar de Amerikaanse dollar (USD) gebaseerd op de wisselkoers van 12 april 2022. Deze datum is gehanteerd omdat op die dag de tarieven werden omgerekend en betreffende koersen werden geraadpleegd. Van daaruit zijn de bedragen omgerekend naar ANG en AWG volgens de verhouding 1 USD = 1,79 ANG/AWG. ANG en AWG zijn gekoppeld aan de USD waarbij een koers van 1,79 wordt gehanteerd. De gehanteerde wisselkoersen bedroegen:

 

1 EUR =

1 USD =

USD

1,0859

1,00

AWG

2,126

1,79

ANG

2,126

1,79

Deze werkwijze zorgt er dit jaar voor dat het maximumtarief in USD, AWG en ANG daalt ten opzichte van vorig jaar. De dollarkoers is gesteld op € 1,0859. Dat is € 0,1016, (oftewel 8,56%) lager dan vorig jaar toen de koers op € 1,1875 stond. Het effect van de gedaalde dollarkoers weegt op tegen de inflatiecorrectie (2.7%). Dit komt doordat het CBP de inflatiecorrectie berekent over het voorgaande jaar. Hierdoor treedt een vertraging op ten opzichte van de dollarkoers die wel actueel is.

3. Tarieven

Voor een goed overzicht zijn in onderstaande tabellen per documentsoort de voor 2023 op grond van onderhavig besluit geldende tarieven opgenomen. Daarbij is ook het tarief voor 2022 (geldend vanaf 1 januari 2022) aangegeven. Onder de tabellen is opgenomen met welk percentage het tarief is veranderd. Boven elke tabel zijn de tarieven aangegeven die het betreft.

Artikel 6, eerste lid: het rijksdeel van de tarieven

Document

Valuta

Tarieven 2022

Tarieven 2023

Percentage

Paspoort (18 jaar en ouder)

EUR

42,49

43,64

102,7%

 

USD

50,45

47,39

93,9%

 

ANG

90,00

85,00

94,2%

 

AWG

90,00

85,00

94,2%

Paspoort (< 18 jaar)

EUR

24,01

24,66

102,7%

 

USD

28,51

26,78

93,9%

 

ANG

51,00

48,00

94,0%

 

AWG

51,00

48,00

94,0%

Vreemdelingenreisdocument

EUR

24,01

24,66

102,7%

 

USD

28,51

26,78

93,9%

 

ANG

51,00

48,00

94,0%

 

AWG

51,00

48,00

94,0%

Nederlandse identiteitskaart

(18 jaar en ouder)

EUR

39,18

40,24

102,7%

 

USD

46,53

43,69

93,9%

Nederlandse identiteitskaart (<18 jaar)

EUR

7,63

7,84

102,7%

 

USD

9,06

8,51

93,9%

Vervangende Nederlandse identiteitskaart uitreisverbod

EUR

7,63

7,84

102,7%

Spoedlevering

EUR

51,62

53,01

102,7%

Bovenstaande tabel toont de kosten die de uitgevende instanties aan het Rijk afdragen. Deze tarieven zijn geïndexeerd met 2,7%. Afwijkingen van dit percentage bij de andere valuta dan de euro worden veroorzaakt door de gehanteerde wisselkoersen en de afrondingsmaatregel op de tarieven in ANG en AWG.

Artikel 6, tweede lid: De maximumtarieven die een gemeente of openbaar lichaam mag heffen

Document

Valuta

Tarieven 2022

Tarieven 2023

Percentage

Paspoort (18 jaar en ouder)

EUR

75,82

77,87

102,7%

 

USD

125,29

123,49

98,6%

Paspoort (< 18 jaar)

EUR

57,34

58,89

102,7%

 

USD

103,35

102,88

99,5%

Vreemdelingenreisdocument

EUR

57,34

58,89

102,7%

 

USD

103,35

102,88

99,5%

Nederlandse identiteitskaart

(18 jaar en ouder)

EUR

68,53

70,38

102,7%

 

USD

108,25

106,46

98,3%

Nederlandse identiteitskaart (<18 jaar)

EUR

36,98

37,99

102,7%

 

USD

70,78

71,28

100,7%

Vervangende Nederlandse identiteitskaart uitreisverbod

EUR

33,38

34,29

102,7%

Spoedlevering

EUR

51,62

53,01

102,7%

Thuisbezorgen

EUR

16,28

16,72

102,7%

 

USD

17,74

18,04

101,7%

Bovenstaande tabel toont de maximumtarieven die gemeenten of openbare lichamen mogen heffen. Deze tarieven bestaan uit het rijksdeel zoals vastgesteld in artikel 6, eerste lid, van het Besluit paspoortgelden met aanvullend de leges die uitgevende instanties mogen heffen om de uitgifte van het reisdocument en bijbehorende dienstverlening te bekostigen. De maximumtarieven in euro zijn gewijzigd conform de indexering van 2,7%. Bedragen in USD hebben betrekking op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en kennen een indexering van 1,7% op het dienstverleningsdeel. Afwijkingen van deze percentages worden veroorzaakt door de gehanteerde wisselkoersen.

Artikel 6, derde lid: De maximumtarieven die een grensgemeente mag heffen wanneer de aanvrager niet als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven

Document

Valuta

Tarieven 2022

Tarieven 2023

Percentage

Paspoort (18 jaar en ouder)

EUR

114,30

117,39

102,7%

Paspoort (< 18 jaar)

EUR

95,82

98,41

102,7%

Vreemdelingenreisdocument

EUR

95,82

98,41

102,7%

Nederlandse identiteitskaart

(18 jaar en ouder)

EUR

110,25

113,23

102,7%

 

USD

129,77

120,88

93,1%

 

ANG

232,27

216,36

93,1%

 

AWG

232,27

216,36

93,1%

Nederlandse identiteitskaart

(<18 jaar)

EUR

78,70

80,82

102,7%

 

USD

93,46

87,78

93,9%

 

ANG

167,28

157,10

93,9%

 

AWG

167,28

157,10

93,9%

Vervangende Nederlandse identiteitskaart uitreisverbod

EUR

75,10

77,13

102,7%

Thuisbezorgen

EUR

27,13

27,86

102,7%

Bovenstaande tabel toont de rechten die aangewezen gemeenten mogen heffen aan personen die niet als ingezetene in de basisregistratie personen (BRP) staan ingeschreven. Hier gaat het om personen met de Nederlandse nationaliteit die niet in Nederland woonachtig zijn en daarom niet als ingezetene staan ingeschreven in de BRP. Alle tarieven zijn verhoogd in overeenstemming met de indexering van 2,7%. Afwijkingen van deze percentages worden veroorzaakt door de gehanteerde wisselkoersen.

Artikel 12, eerste lid: De rechten die binnen het Koninkrijk geheven worden voor een aanvraag bij de door de minister daarvoor aangewezen autoriteiten anders dan gemeenten (Koninklijke Marechaussee en (autoriteiten aangewezen door) de Gouverneurs van Aruba, Curaçao en Sint Maarten)

Document

Valuta

Tarieven 2022

Tarieven 2023

Percentage

Paspoort (18 jaar en ouder)

EUR

86,84

89,18

102,7%

 

ANG

184,00

172,00

93,7%

 

AWG

184,00

172,00

93,7%

Paspoort (< 18 jaar)

EUR

68,36

70,21

102,7%

 

ANG

145,00

136,00

94,1%

 

AWG

145,00

136,00

94,1%

Vreemdelingenreisdocument

EUR

68,36

70,21

102,7%

 

ANG

145,00

136,00

94,1%

 

AWG

145,00

136,00

94,1%

Noodpaspoort

EUR

51,55

53,00

102,7%

 

USD

61,25

57,50

93,9%

 

ANG

110,00

103,00

93,6%

 

AWG

110,00

103,00

93,6%

Bovenstaande tabel toont de tarieven die binnen het Koninkrijk, zijnde het Europese deel van Nederland en Aruba, Curaçao of Sint Maarten, door de daar bevoegde uitgevende instanties, anders dan gemeenten en openbare lichamen, geheven mogen worden. Het gaat hier om aanvragen bij de Koninklijke Marechaussee en de gouverneurs van Aruba, Curaçao of Sint Maarten (of door hen aangewezen autoriteiten), binnen het Koninkrijk. Deze tarieven zijn gewijzigd volgens de indexering van 2,7%. De procentuele wijziging van tarieven kan afwijken ten opzichte van de euro vanwege de gehanteerde wisselkoersen voor andere valuta en afrondingsmaatregelen. De valuta zijn afgerond (zie onderdeel 2c van deze toelichting), wat consequenties heeft voor de procentuele wijziging.

Artikel 12, tweede lid: De rechten die buiten het Koninkrijk geheven worden voor een aanvraag bij de door de minister daarvoor aangewezen autoriteiten (consulaire posten)

Document

Valuta

Tarieven 2022

Tarieven 2023

Percentages

Paspoort (18 jaar en ouder)

EUR

144,60

148,50

102,7%

Paspoort (< 18 jaar)

EUR

126,10

129,45

102,7%

Vreemdelingenreisdocument

EUR

126,10

129,45

102,7%

Nederlandse identiteitskaart

(18 jaar en ouder)

EUR

143,45

147,30

102,7%

Nederlandse identiteitskaart (<18 jaar)

EUR

110,15

113,10

102,7%

Vervangende Nederlandse identiteitskaart uitreisverbod

EUR

104,40

107,20

102,7%

Noodpaspoort

EUR

51,55

52,95

102,7%

Spoedaanvraag toeslag

EUR

10,60

10,90

102,7%

Toeslag

EUR

23,00

23,60

102,6%

Bovenstaande tabel toont de tarieven die uitgevende instanties buiten het Koninkrijk mogen heffen. Deze tarieven zijn gewijzigd volgens de indexering van 2,7%.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in 2019 verzocht de tarieven onder artikel 12, tweede lid, op vijf cent naar beneden af te ronden. Hiermee komen de tarieven in het Besluit paspoortgelden overeen met de tarieven die gehanteerd worden aan de balie. Aan dit verzoek is ook voor de tarieven voor 2023 voldaan. Afwijkingen van de indexering van 2,7% worden veroorzaakt door deze afrondingsmaatregel.

Sinds de vaststelling van de tarieven met ingang van 2022 worden de tarieven voor de noodpaspoorten op verzoek van de Koninklijke Marechaussee afgerond (artikel 12, eerste lid, onderdeel c) afgerond op vijf eurocent naar beneden. Afwijkingen van de indexering van 2,7% worden veroorzaakt door deze afrondingsmaatregel.

4. Administratieve lasten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en voor burgers.

5. Consultatie

Het ontwerpbesluit is van 12 juli 2022 tot en met 15 augustus 2022 ter consultatie voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) en vertegenwoordigers van de uitgevende instanties: VNG, NVVB, aan de openbare lichamen, de uitgevende instanties en de huizen van Aruba, Sint Maarten en Curaçao, het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Koninklijke Marechaussee. Hierop zijn reacties ontvangen van de Curaçao, Aruba, de openbare lichamen Saba en Bonaire, het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Koninklijke Marechaussee. Deze reacties hebben ertoe geleid dat het besluit en de toelichting op onderdelen is aangepast.

Wijzigingen betreffen twee per abuis verkeerd gehanteerde tarieven en verdere tekstuele verbeteringen.

Het ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

Verder is gebleken is dat in de consultatieversie per abuis 2,6% in plaats van 2,7% is gehanteerd voor het indexeren. Dit is aangepast in het ontwerpbesluit. Zodoende vallen diverse bedragen marginaal hoger uit dan de consultatieversie aangaf.

Artikelsgewijs

Artikel I

Zie voor een toelichting op de (verhoging van de) tarieven paragraaf 2 van het algemeen deel van deze nota van toelichting.

De tarieven in artikel 6, tweede lid, betreffen de leges die gemeenten of openbare lichamen mogen heffen om de uitgifte van het reisdocument en bijbehorende dienstverlening te bekostigen.

De tarieven in artikel 6, derde lid, betreffen de rechten die aangewezen gemeenten mogen heffen aan personen die niet als ingezetene in de BRP staan ingeschreven. Hier gaat het om personen met de Nederlandse nationaliteit maar die niet in Nederland woonachtig zijn en daarom niet als ingezetene staan ingeschreven in de BRP.

De tarieven in artikel 12, tweede lid, betreffen de tarieven die uitgevende instanties buiten het Koninkrijk mogen heffen; wat betreft de Nederlandse identiteitskaart gaat het dan om de Minister van Buitenlandse Zaken en de hoofden van de door hem aangewezen consulaire posten.

Artikel II

Artikel II regelt dat de in het besluit opgenomen wijzigingen op 1 januari 2023 in werking treden.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Zie CPB Raming maart 2022: https://www.cpb.nl/centraal-economisch-plan-cep-2022.

Naar boven