Besluit van 23 september 2022 tot wijziging van het Besluit diergezondheid en de vaststelling van de tarieven van de diergezondheidsheffing voor 2023

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 11 juli 2022, nr. WJZ / 22271584;

Gelet op de artikelen 9.15, derde lid, 9.16, derde lid, 9.18, derde lid, 9.22, eerste lid, 9.23, derde lid en 9.25, eerste lid, van de Wet dieren;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 augustus 2022, nr. W11.22.00095/VI);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 september 2022, nr. WJZ / 2244179;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit diergezondheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling eendagskuiken vervalt.

2. In de begripsomschrijving van grootouderdier vervalt «17 weken of ouder is en».

3. In de begripsomschrijving van legkip vervalt «17 weken of ouder is en».

4. In de begripsomschrijving van ouderdier vervalt «17 weken of ouder is en».

5. In de begripsomschrijving van vleeskalkoen vervalt «van 72 uur of ouder».

6. In de begripsomschrijving van vleeskuiken vervalt «van 72 uur of ouder».

B

Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «eendagskuikens» vervangen door «kippen».

b. In onderdeel a wordt «€ 0,220974» vervangen door «€ 1,542819», «per vleeskuiken dat» wordt vervangen door «per kip die».

c. In onderdeel b wordt «€ 0,011730» vervangen door «€ 0,083408», «per vleeskuiken dat» wordt vervangen door «per kip die».

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «€ 0,039875» vervangen door «€ 0,266238».

b. In onderdeel b wordt «€0, 264947» vervangen door «€ 1,756743».

3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «€ 0,002319» vervangen door «€ 0,014508».

b. In onderdeel b wordt «€ 0,001578» vervangen door «€ 0,009876».

4. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «€ 0,000770» vervangen door «€ 0,004778».

b. In onderdeel b wordt «nihil» vervangen door «€ 0,000806».

C

Artikel 5.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «eendagskuikens» vervangen door «kippen».

b. In onderdeel a wordt «€ 0,245013» vervangen door «€ 1,735451», en «eendagskuiken dat» wordt vervangen door «kip die».

c. In onderdeel b wordt «€ 0,112171» vervangen door «€ 0,353731», en «eendagskuiken dat» wordt vervangen door «kip die».

d. In onderdeel c wordt «€ 0,079776» vervangen door «€ 0,121755», en «eendagskuiken dat» wordt vervangen door «kip die».

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «€ 0,276751» vervangen door «€ 2,137101».

b. In onderdeel b wordt «€ 0,066760» vervangen door «€ 0,424138».

3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «€ 0,119829» vervangen door «€ 0,663282».

b. In onderdeel b wordt «€ 0,063053» vervangen door «€ 0,344869».

c. In onderdeel c wordt «€ 0,031780» vervangen door «€ 0,220097».

d. In onderdeel d wordt «€ 0,021081» vervangen door «€ 0,144984».

4. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «€ 0,001383» vervangen door «€ 0,008662».

b. In onderdeel b wordt «nihil» vervangen door «€ 0,000703».

c. In onderdeel c wordt «€ 0,000082» vervangen door «€ 0,000561».

5. In het vijfde lid wordt «€ 0,004538» vervangen door «€ 0,029029».

D

Artikel 5.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «€ 0,013797» vervangen door «€ 0,091391».

b. In onderdeel b wordt «€ 0,025824» vervangen door «€ 0,169019».

2. In het tweede lid wordt «€ 0,001071» vervangen door «€ 0,006673».

E

Artikel 5.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «€ 0,003972» vervangen door «€ 0,024743».

2. In het tweede lid wordt «€ 0,000316» vervangen door «€ 0,002030».

F

Artikel 5.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «€ 2,416» vervangen door «€ 2,803».

2. In het tweede lid wordt «€ 0,379» vervangen door «€ 0,388».

G

Artikel 5.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «€ 0,863» vervangen door «€ 0,953».

2. In het tweede lid wordt € 1,571»» vervangen door «€ 1,426».

H

Artikel 5.12 komt te luiden:

Artikel 5.12 Varkens

Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van varkens op een A-, B-, C-, D-, E- of F-bedrijf bedraagt: nihil.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 september 2022

Willem-Alexander

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Uitgegeven de dertigste september 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen

1. Inleiding

Met dit besluit worden de tarieven voor de diergezondheidsheffing voor het jaar 2023 vastgesteld. Hiermee wordt invulling gegeven aan artikel 9.25, eerste lid, van de Wet dieren, dat bepaalt dat de tarieven voor de diergezondheidsheffing bij algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld.

De nieuwe tarieven voor 2023 zijn toegelicht in dit algemeen deel. Andere onderdelen van het Besluit diergezondheid, zijn – op een enkele kleine uitzondering na – ongewijzigd ten opzichte van het vorige jaar. Zij zijn in het artikelsgewijze deel toegelicht.

2. Diergezondheidsheffing

2.1. Achtergrond

Op grond van de in hoofdstuk 9, paragraaf 4, van de Wet dieren opgenomen regels over heffingen wordt een diergezondheidsheffing geheven bij degenen die in de uitoefening van hun bedrijf kippen, kalkoenen, eenden, schapen, geiten, varkens of runderen houden, of broedeieren of vaccinbroedeieren inleggen. Tevens wordt een diergezondheidsheffing geheven bij niet-bedrijfsmatige houders van geiten en schapen. Deze heffingen komen ten goede aan het Diergezondheidsfonds (hierna: DGF of fonds; zie artikel 9.2 tot en met 9.4 van de Wet dieren). Uit het fonds worden de kosten van de preventie en bestrijding van dierziekten betaald. Via de diergezondheidsheffing dragen de betrokken houders dus bij aan de kosten van preventie en bestrijding van dierziekten.

Gelet op artikel 9.22 van de Wet dieren hebben het Rijk en de betrokken sectoren afspraken gemaakt over de bijdragen van de betrokken sectoren in de periode van 2020 tot en met 2024. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten 2020-2024 (hierna: convenant;). Overeenkomstig artikel 9.25, zesde lid, van de Wet dieren zijn de vertegenwoordigers van de onderscheiden sectoren betrokken bij de totstandkoming van de begroting en de tarieven voor het jaar 2023.

2.2. Begroting fonds

De begroting voor het fonds voor het jaar 2023 is gebaseerd op de uitgaven vanuit het fonds van 2019 tot en met 2021, lopende contracten en verwachte veranderingen in deze kosten (inclusief indexatie). Bij het bepalen van de hoogte van de diergezondheidsheffing wordt, naast de begroting, tevens gekeken naar onder andere de hoogte van de opgebouwde crisisreserves en eventueel opgebouwde tekorten of overschotten.

De begroting van het diergezondheidsfonds bestaat voornamelijk uit jaarlijks terugkerende kosten: (basis-)monitoring, voorzieningen, uitvoering en autoriteit Diergeneesmiddelen. In de begroting is per sector ook een bedrag opgenomen voor verdenkingen. De hoogte van deze incidentele kosten is gebaseerd op de uitgaven binnen deze post in de afgelopen jaren. Bestrijdingskosten zijn opgenomen in de begroting van de pluimveesector (Salmonella). De begroting houdt geen rekening met andere bestrijdingskosten. Deze worden vergoed vanuit de crisisreserve van de betreffende sector.

De totale begroting van het Diergezondheidsfonds voor 2023 bedraagt € 32,955 mln.. Na aftrek van de rijksbijdrage aan het fonds en de geraamde EU subsidies blijft een begrote sectorbijdrage over van € 20,579 mln. die wordt verwerkt in een diergezondheidsheffing voor de sectoren. Dit is 2,6% lager dan in 2022.

2.3. Bijdragen en tarieven per sector en diercategorie
2.3.1. Pluimvee

De begrote uitgaven vanuit het DGF voor de pluimveesector dalen in 2023 met 7,7% ten opzichte van 2022 naar € 8,768 mln.. Vooral de begrote kosten voor Salmonellabestrijding en de uitvoeringskosten van RVO zijn in de begroting 2023 lager dan in 2022. Door de uitgaven voor bestrijding van vogelgriep (HPAI) Mycoplasma (Mg), en omdat de crisisreserve anders dan in 2022 niet zal worden aangevuld uit het saldo-overschot, zal de heffing in 2023 echter fors hoger uitvallen (€ 19.687.226) dan in 2022 (€ 4.880.119).

Uitgavenposten (x 1.000 €)

Pluimvee

Monitoring

Basismonitoring1

2.068

Monitoring2

1.138

Monitoring, verdenkingen en bestrijding

Salmonella

4.153

Aviaire influenza (AI)

278

Verdenkingen en bestrijding

Mycoplasma (Mg)

0

Newcastle Disease (NCD)

0

Voorzieningen

 

814

SDa3

 

49

Uitvoeringskosten

 

268

Crisisreserve

 

Zie onderstaande tekst

Tekort / overschot

 

Zie onderstaande tekst

Totaal

 

8.768

X Noot
1

Dit bedrag is inclusief vogelgrieptesten (€ 1,106 mln.) en promotieonderzoek basismonitoring (€ 9.000)

X Noot
2

Monitoring op AI, NCD, MG, nzS (niet-zoönotische Salmonella)

X Noot
3

Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa)

Crisisreserve

Tussen eind 2020 en maart 2022 zijn er uitgaven gedaan voor de bestrijding van vogelgriep (HPAI) en Mycoplasma (Mg). Deze uitgaven bedragen € 19.152.342 respectievelijk € 2,5 mln.. Deze uitgaven zijn deels betaalt uit de aanwezige crisisreserves die daardoor is uitgeput. Een deel van deze kosten zal worden vergoed vanuit de EU. Om dit tekort en de crisisreserve weer aan te vullen, zal de heffing voor 2023 met € 15.621.763 worden verhoogd. De totale heffing (begrote uitgaven plus aanvulling tekorten) bedraagt € 24.389.763.

Overschot

De pluimveesector heeft in de afgelopen jaren een saldo-overschot opgebouwd in het DGF. In overleg met AVINED is besloten dit overschot te verlagen door in 2022, 2023 en 2024 een korting te geven op de tarieven. In 2023 wordt € 4,5 miljoen minder heffing opgelegd dan de begrote uitgaven. Deze korting wordt volgens de vaste verdeelsleutel over de verschillende pluimvee-categorieën verdeeld. De broederijen gebruikspluimvee vleeskuikens en legsector worden daar bovenop nog gecompenseerd voor te veel betaalde heffingen. Ze krijgen een extra korting van € 202.537. De tarieven voor 2023 zijn daarmee berekend op een heffing (inclusief korting) van € 19.687.226.

Pluimvee-categorieën

De diergezondheidsheffing voor de pluimveesector wordt in 2023 onderverdeeld in 26 categorieën. Elke categorie kent zijn eigen tarief per dier of ei. Over deze tarieven adviseert AVINED, een stichting waarbinnen onder andere de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP), de vakgroep pluimveehouderij (LTO-NOP) en de Centrale Organisatie Broedeieren en Kuikens (COBK) zijn vertegenwoordigd. AVINED heeft voor de convenantsperiode 2020-2024 een vaste verdeelsleutel voorgesteld die voor het bepalen van de tarieven voor 2023, vanwege toevoeging van de 26e categorie, zijn aangepast. Bij de verdeling van de heffing wordt uitgegaan van het volgende:

  • Generieke kosten worden evenredig verdeeld over alle pluimveehouders die diergezondheidsheffing betalen. Onder deze kosten vallen de kosten voor de (basis-)monitoring, voorzieningen, uitvoeringskosten en de Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit (SDa). Om in de verdeling ook rekening te houden met bedrijfsgrootte wordt gerekend met een verdeling op basis van de Volwaardige Arbeidskracht (VAK,) zoals tweejaarlijks gepubliceerd in de KWIN (Wageningen Universiteit & Research; WUR). Waar dit niet mogelijk is wordt gewerkt met waardetabellen van de WUR;

  • Voor specifieke kosten geldt een bedrijfstype-afhankelijke verdeelsleutel. Zo worden de kosten voor de Salmonella-enting alleen doorgerekend aan bedrijven die vaccineren en worden houderijsystemen met een hoger risicoprofiel op aviaire influenza (biologische- en uitloopkippen) zwaarder belast; op basis van wetenschappelijke literatuur betalen deze pluimveehouders een factor 5.9 keer meer dan andere pluimveehouders;

Posten die grote invloed hebben op de diergezondheidsheffing 2023 en daarmee de tarieven, zijn de kosten voor salmonella vaccinatie (die alleen gedragen worden door houders van opfok ouderdieren leg en opfok leghennen) en de eerder genoemde bestrijdingskosten en aanvulling van de crisisreserve (die verdeeld wordt via de algemene verdeelsleutel). Daarnaast zijn de waardetabellen, het aantal cycli per jaar geactualiseerd. Als gevolg hiervan verschilt de tariefsaanpassing van categorie tot categorie.

Tarieven pluimvee (alle cijfers in €, behalve aantal dieren/eieren)
 

Categorieën

Salmonella

AI

Voorzieningen

Basismonitoring

Monitoring

SDa

Uitvoering

Crisisreserve

Tarief 2023 (incl. korting)

Aantal dieren / eieren

Heffing (incl. korting)

Korting

Vleessector

Broedeieren fok- en vermeerderingspluimvee

0,000520

0,000038

0,000222

0,000565

0,000311

0,000013

0,000073

0,004265

0,004778

27.120.000

129.584

33.320

 

Kippen bestemd voor opfok tot grootouderdieren

0,167763

0,012254

0,071760

0,182309

0,100323

0,004320

0,023626

1,377171

1,542819

580.000

894.835

230.090

 

Kippen bestemd voor de opfok tot ouderdieren

0,009063

0,000763

0,003877

0,009849

0,005420

0,000233

0,001276

0,074397

0,083408

7.260.000

605.545

155.864

 

Grootouderdieren

0,191025

0,013953

0,081710

0,207588

0,114234

0,004919

0,026902

1,568128

1,756743

440.000

772.967

198.754

 

Ouderdieren

0,028929

0,002436

0,012374

0,031438

0,017300

0,000745

0,004074

0,237482

0,266238

4.820.000

1.283.265

330.365

 

Broedeieren gebruikspluimvee

0,000125

0,000009

0,000053

0,000135

0,000075

0,000003

0,000018

0,001023

0,000806

582.050.000

469.178

369.206

 

Vleeskuikens regulier

0,001072

0,000090

0,000459

0,001165

0,000641

0,000028

0,000151

0,008802

0,009876

162.600.000

1.605.895

411.685

 

Vleeskuikens traaggroeiend

0,001576

0,000133

0,000674

0,001712

0,000942

0,000041

0,000222

0,012934

0,014508

150.100.000

2.177.623

559.079

Kalkoenen

Vleeskalkoenen hennen

0,009922

0,000835

0,004244

0,010782

0,005933

0,000255

0,001397

0,081450

0,091391

940.000

85.907

22.024

Vleeskalkoenen hanen

0,018410

0,001550

0,007875

0,020006

0,011009

0,000474

0,002593

0,151125

0,169019

1.270.000

214.654

55.908

 

Broedeieren gebruikspluimvee kalkoenen

0,000726

0,000053

0,000310

0,000789

0,000434

0,000019

0,000102

0,005957

0,006673

1.060.000

7.074

1.819

Eenden

Broedeieren gebruikspluimvee eenden

0,000221

0,000016

0,000094

0,000240

0,000132

0,000006

0,000031

0,001812

0,002030

4.820.000

9.784

2.516

 

Eenden

0,002699

0,000227

0,001155

0,002933

0,001614

0,000069

0,000380

0,022157

0,024743

5.220.000

129.159

33.884

Legsector

Broedeieren fok- en vermeerderingspluimvee

0,000942

0,000069

0,000403

0,001024

0,000563

0,000024

0,000133

0,007732

0,008662

8.170.000

70.767

18.196

 

kippen bestemd voor opfok tot grootouderdieren

0,188710

0,013784

0,080720

0,205072

0,112849

0,004859

0,026576

1,549121

1,735451

150.000

260.318

66.936

 

kippen bestemd voor opfok tot ouderdieren

0,103594

0,002229

0,013054

0,033164

0,018250

0,000786

0,004298

0,250522

0,353731

970.000

343.119

70.000

 

kippen bestemd voor opfok tot gebruikspluimvee

0,078362

0,000445

0,002261

0,005745

0,003161

0,000136

0,000745

0,043398

0,121755

29.820.000

3.630.739

372.719

 

Grootouderdieren

0,232384

0,016974

0,099401

0,252533

0,138967

0,005984

0,032727

1,907647

2,137101

120.000

256.452

65.942

 

Ouderdieren

0,046120

0,003369

0,019728

0,050119

0,027580

0,001188

0,006495

0,378599

0,424138

1.040.000

441.103

113.422

 

Broedeieren gebruikspluimvee

0,000081

0,000006

0,000034

0,000088

0,000048

0,000002

0,000011

0,000661

0,000703

125.800.000

88.385

28.777

 

Kooikippen

0,015755

0,001327

0,006739

0,017121

0,009422

0,000406

0,002219

0,129336

0,144984

2.450.000

355.211

91.486

 

Scharrelkippen

0,023896

0,002012

0,010221

0,025968

0,014290

0,000615

0,003365

0,196160

0,220097

13.090.000

2.881.071

738.661

 

Vrije uitloopkippen

0,035843

0,017806

0,015332

0,038951

0,021435

0,000923

0,005048

0,294240

0,344869

4.820.000

1.662.270

408.297

 

Biologische kippen

0,068930

0,034243

0,029484

0,074906

0,041220

0,001775

0,009707

0,565846

0,663282

1.800.000

1.193.908

293.093

 

Vaccinbroedeieren

0,000062

0,000005

0,000026

0,000067

0,000037

0,000002

0,000009

0,000507

0,000561

88.000.000

49.326

13.553

 

Leghaantjes

0,003124

0,000263

0,001336

0,003394

0,001868

0,000080

0,000440

0,025642

0,029029

2.380.000

69.089

16.942

Totaal

                     

19.687.226

4.702.537

2.3.2. Runderen

De begrote uitgaven vanuit het DGF voor de rundersector stijgen in 2023 met 4,5% ten opzichte van 2022 naar € 6.821. Deze verandering in de begroting is een optelsom van vele kleine mutaties. De tarieven van runderen van 1 jaar en ouder stijgen met 38,7 cent per dier, de tarieven voor runderen tot 1 jaar stijgen met 0,9 cent per dier.

Uitgavenposten (x 1.000 €)

 

Runderen < 1 jaar

Runderen ≥ 1 jaar

Monitoring

Monitoring Leukose

0

383

 

Basismonitoring veekijker

0

1.017

 

Basismonitoring VMT

0

176

 

Overig

389

3.062

Verdenkingen

 

11

89

Voorzieningen

 

121

937

Uitvoeringskosten

 

61

477

SDa

 

49

49

Crisisreserve (optioneel)

 

0

0

Tekorten (optioneel)

 

0

0

Totaal

 

631

6.190

       

Aantal dieren

 

1.625.985

2.208.089

Heffing per dier (in €)

 

0,388

2,803

2.3.3. Schapen en geiten

De begrote uitgaven vanuit het DGF voor de schapensector stijgen in 2023 met 8,3% ten opzichte van 2022 naar € 0,875 mln., een stijging van 9 cent per schaap. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door een intensieve controle op blauwtong en een andere verdeling van de uitvoeringskosten.

De begrote uitgaven vanuit het DGF voor de geitensector dalen in 2023 met 7,2% ten opzichte van 2022 naar € 0,866 mln., een daling van 14,5 cent per geit. Deze verandering wordt vooral veroorzaakt door een intensieve controle op blauwtong en een andere verdeling van de uitvoeringskosten.

Uitgavenposten (x 1.000 €)

 

Schapen

Geiten

Monitoring

Blauwtong

47

24

 

TSE, B. Melitensis1

137

137

 

Q-koorts1

86

257

 

Basismonitoring2

282

282

 

Promotie-onderzoek basismonitoring2

9

5

Verdenkingen

 

13

13

Voorzieningen

HCU2

48

48

 

Overige

127

70

Uitvoeringkosten

 

167

31

SDa

 

0

49

Crisisreserve (optioneel)

 

0

0

Tekorten (optioneel)

 

0

0

Korting hobbydieren

 

–41

–50

Totaal

 

875

866

       

Aantal dieren

 

917.934

607.264

Heffing per dier (in €)

 

0,953

1,426

X Noot
1

Bemonstering vindt alleen plaats bij geiten, maar omdat de resultaten ook van belang zijn voor de schapensector is de verdeling in overleg met de sector bepaald op 75-25.

X Noot
2

Gelijke verdeling (50-50) op basis van gelijk nut.

2.3.4. Varkens

De begrote uitgaven vanuit het DGF voor de varkenssector dalen in 2023 met 3,5% ten opzichte van 2022 € 3,247 mln. De belangrijkste reden voor de daling is de afname van de uitvoeringskosten.

Uitgavenposten (x 100 €)

Varken

Monitoring

1.490

Verdenkingen

99

Voorzieningen

1.547

Uitvoeringkosten

62

SDa

49

Crisisreserve (optioneel)

0

Tekorten (optioneel)

0

Totaal

3.247

Tarieven Varken

Categorie

Aantal dieren

Heffing per dier (in €)

Totaal per categorie (in €)

Vleesvarken van A- of B-bedrijf afgevoerd voor slacht of export

3.239.880

0,188

609.097

Big van A- of B-bedrijf, afgevoerd naar E- of F -bedrijf

2.608.507

0,066

172.161

Zeug, beer, of gelt, afgevoerd van A- of B- bedrijf

786.655

0,094

73.946

Big, afgevoerd van A- of B-bedrijf naar A-, B- of C-bedrijf of voor slacht of export

13.606.126

0,094

1.278.976

Varken, afgevoerd van C of D bedrijf

11.150.531

0,094

1.048.150

Varken, afgevoerd van E- of F bedrijf

2.498.995

0,028

69.972

Totaal1

   

3.252.302

X Noot
1

Dit bedrag wijkt af van het begrote bedrag uit de eerste tabel door afronding van de tarieven. Alle meeropbrengsten via de varkensheffing blijven beschikbaar voor de uitgaven van de varkenssector.

Gelet op de begroting voor het jaar 2023 en saldo omvang van de varkenssector in het diergezondheidsfonds is er reden om het tarief voor de varkenssector voor het jaar 2023 op nihil te stellen. Door het op nihil stellen van de tarieven wordt voorkomen dat een onnodig overschot wordt gecreëerd. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan een wens van de varkenssector.

3. Advies en consultatie

Het ontwerpbesluit is van 26 april 2022 tot en met 7 juni 2022 via internet geconsulteerd, op www.internetconsultatie.nl. Het besluit en de betreffende pagina op de website internetconsultatie.nl zijn rechtstreeks onder de aandacht gebracht van alle betrokken partijen bij het Convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten. Hierop zijn twee reacties binnengekomen van dezelfde persoon. De respondent stelt vraagt onder meer naar een onderbouwing- en berekening van de gekozen tarieven ten aanzien van de verschillende categorieën dieren in het besluit.

Het gaat hier om gedetailleerde informatie, die separaat in samenwerking met AVINED zal worden verstrekt aan de betrokken respondent.

4. Regeldruk

Het college ATR heeft besloten om over deze wijziging van het besluit diergezondheidsheffing geen formeel advies uit te brengen. De gevolgen voor de regeldruk zijn niet substantieel.

5. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023. Dit volgt uit artikel 9.25, tweede en derde lid, van de wet.

II Artikelen

Artikel I, onderdeel A

De leeftijdsaanduidingen van de dieren in de begripsomschrijving komen te vervallen. Hiertoe is gekozen omdat het opnemen van de leeftijd van het dier in de begripsomschrijving minder goed aansluit bij de heffingssystematiek van het diergezondheidsfonds. De heffing wordt namelijk opgelegd voor het houden van het dier op een bepaald bedrijf. Het doel van het dier, de verblijfsduur op het bedrijf en de risico’s op ziekte bepalen grotendeels het heffingstarief. De leeftijd speelt hierbij geen rol van betekenis.

Artikel I, onderdeel B en C

In aansluiting op bovenstaande (artikel I, onderdeel A) zijn ook de leeftijdsdefinities in artikelen 5.6 eerste lid en artikel 5.7 eerste lid verwijderd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven