Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatsblad 2022, 373 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatsblad 2022, 373 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 11 juli 2022, nr. WJZ / 22271584;
Gelet op de artikelen 9.15, derde lid, 9.16, derde lid, 9.18, derde lid, 9.22, eerste lid, 9.23, derde lid en 9.25, eerste lid, van de Wet dieren;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 augustus 2022, nr. W11.22.00095/VI);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 september 2022, nr. WJZ / 2244179;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit diergezondheid wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De begripsbepaling eendagskuiken vervalt.
2. In de begripsomschrijving van grootouderdier vervalt «17 weken of ouder is en».
3. In de begripsomschrijving van legkip vervalt «17 weken of ouder is en».
4. In de begripsomschrijving van ouderdier vervalt «17 weken of ouder is en».
5. In de begripsomschrijving van vleeskalkoen vervalt «van 72 uur of ouder».
6. In de begripsomschrijving van vleeskuiken vervalt «van 72 uur of ouder».
B
Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «eendagskuikens» vervangen door «kippen».
b. In onderdeel a wordt «€ 0,220974» vervangen door «€ 1,542819», «per vleeskuiken dat» wordt vervangen door «per kip die».
c. In onderdeel b wordt «€ 0,011730» vervangen door «€ 0,083408», «per vleeskuiken dat» wordt vervangen door «per kip die».
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «€ 0,039875» vervangen door «€ 0,266238».
b. In onderdeel b wordt «€0, 264947» vervangen door «€ 1,756743».
3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «€ 0,002319» vervangen door «€ 0,014508».
b. In onderdeel b wordt «€ 0,001578» vervangen door «€ 0,009876».
4. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «€ 0,000770» vervangen door «€ 0,004778».
b. In onderdeel b wordt «nihil» vervangen door «€ 0,000806».
C
Artikel 5.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «eendagskuikens» vervangen door «kippen».
b. In onderdeel a wordt «€ 0,245013» vervangen door «€ 1,735451», en «eendagskuiken dat» wordt vervangen door «kip die».
c. In onderdeel b wordt «€ 0,112171» vervangen door «€ 0,353731», en «eendagskuiken dat» wordt vervangen door «kip die».
d. In onderdeel c wordt «€ 0,079776» vervangen door «€ 0,121755», en «eendagskuiken dat» wordt vervangen door «kip die».
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «€ 0,276751» vervangen door «€ 2,137101».
b. In onderdeel b wordt «€ 0,066760» vervangen door «€ 0,424138».
3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «€ 0,119829» vervangen door «€ 0,663282».
b. In onderdeel b wordt «€ 0,063053» vervangen door «€ 0,344869».
c. In onderdeel c wordt «€ 0,031780» vervangen door «€ 0,220097».
d. In onderdeel d wordt «€ 0,021081» vervangen door «€ 0,144984».
4. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «€ 0,001383» vervangen door «€ 0,008662».
b. In onderdeel b wordt «nihil» vervangen door «€ 0,000703».
c. In onderdeel c wordt «€ 0,000082» vervangen door «€ 0,000561».
5. In het vijfde lid wordt «€ 0,004538» vervangen door «€ 0,029029».
D
Artikel 5.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «€ 0,013797» vervangen door «€ 0,091391».
b. In onderdeel b wordt «€ 0,025824» vervangen door «€ 0,169019».
2. In het tweede lid wordt «€ 0,001071» vervangen door «€ 0,006673».
E
Artikel 5.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «€ 0,003972» vervangen door «€ 0,024743».
2. In het tweede lid wordt «€ 0,000316» vervangen door «€ 0,002030».
F
Artikel 5.10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «€ 2,416» vervangen door «€ 2,803».
2. In het tweede lid wordt «€ 0,379» vervangen door «€ 0,388».
G
Artikel 5.11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «€ 0,863» vervangen door «€ 0,953».
2. In het tweede lid wordt € 1,571»» vervangen door «€ 1,426».
H
Artikel 5.12 komt te luiden:
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 23 september 2022
Willem-Alexander
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Uitgegeven de dertigste september 2022
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Met dit besluit worden de tarieven voor de diergezondheidsheffing voor het jaar 2023 vastgesteld. Hiermee wordt invulling gegeven aan artikel 9.25, eerste lid, van de Wet dieren, dat bepaalt dat de tarieven voor de diergezondheidsheffing bij algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld.
De nieuwe tarieven voor 2023 zijn toegelicht in dit algemeen deel. Andere onderdelen van het Besluit diergezondheid, zijn – op een enkele kleine uitzondering na – ongewijzigd ten opzichte van het vorige jaar. Zij zijn in het artikelsgewijze deel toegelicht.
Op grond van de in hoofdstuk 9, paragraaf 4, van de Wet dieren opgenomen regels over heffingen wordt een diergezondheidsheffing geheven bij degenen die in de uitoefening van hun bedrijf kippen, kalkoenen, eenden, schapen, geiten, varkens of runderen houden, of broedeieren of vaccinbroedeieren inleggen. Tevens wordt een diergezondheidsheffing geheven bij niet-bedrijfsmatige houders van geiten en schapen. Deze heffingen komen ten goede aan het Diergezondheidsfonds (hierna: DGF of fonds; zie artikel 9.2 tot en met 9.4 van de Wet dieren). Uit het fonds worden de kosten van de preventie en bestrijding van dierziekten betaald. Via de diergezondheidsheffing dragen de betrokken houders dus bij aan de kosten van preventie en bestrijding van dierziekten.
Gelet op artikel 9.22 van de Wet dieren hebben het Rijk en de betrokken sectoren afspraken gemaakt over de bijdragen van de betrokken sectoren in de periode van 2020 tot en met 2024. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten 2020-2024 (hierna: convenant;). Overeenkomstig artikel 9.25, zesde lid, van de Wet dieren zijn de vertegenwoordigers van de onderscheiden sectoren betrokken bij de totstandkoming van de begroting en de tarieven voor het jaar 2023.
De begroting voor het fonds voor het jaar 2023 is gebaseerd op de uitgaven vanuit het fonds van 2019 tot en met 2021, lopende contracten en verwachte veranderingen in deze kosten (inclusief indexatie). Bij het bepalen van de hoogte van de diergezondheidsheffing wordt, naast de begroting, tevens gekeken naar onder andere de hoogte van de opgebouwde crisisreserves en eventueel opgebouwde tekorten of overschotten.
De begroting van het diergezondheidsfonds bestaat voornamelijk uit jaarlijks terugkerende kosten: (basis-)monitoring, voorzieningen, uitvoering en autoriteit Diergeneesmiddelen. In de begroting is per sector ook een bedrag opgenomen voor verdenkingen. De hoogte van deze incidentele kosten is gebaseerd op de uitgaven binnen deze post in de afgelopen jaren. Bestrijdingskosten zijn opgenomen in de begroting van de pluimveesector (Salmonella). De begroting houdt geen rekening met andere bestrijdingskosten. Deze worden vergoed vanuit de crisisreserve van de betreffende sector.
De totale begroting van het Diergezondheidsfonds voor 2023 bedraagt € 32,955 mln.. Na aftrek van de rijksbijdrage aan het fonds en de geraamde EU subsidies blijft een begrote sectorbijdrage over van € 20,579 mln. die wordt verwerkt in een diergezondheidsheffing voor de sectoren. Dit is 2,6% lager dan in 2022.
De begrote uitgaven vanuit het DGF voor de pluimveesector dalen in 2023 met 7,7% ten opzichte van 2022 naar € 8,768 mln.. Vooral de begrote kosten voor Salmonellabestrijding en de uitvoeringskosten van RVO zijn in de begroting 2023 lager dan in 2022. Door de uitgaven voor bestrijding van vogelgriep (HPAI) Mycoplasma (Mg), en omdat de crisisreserve anders dan in 2022 niet zal worden aangevuld uit het saldo-overschot, zal de heffing in 2023 echter fors hoger uitvallen (€ 19.687.226) dan in 2022 (€ 4.880.119).
Uitgavenposten (x 1.000 €) |
Pluimvee |
|
---|---|---|
Monitoring |
Basismonitoring1 |
2.068 |
Monitoring2 |
1.138 |
|
Monitoring, verdenkingen en bestrijding |
Salmonella |
4.153 |
Aviaire influenza (AI) |
278 |
|
Verdenkingen en bestrijding |
Mycoplasma (Mg) |
0 |
Newcastle Disease (NCD) |
0 |
|
Voorzieningen |
814 |
|
SDa3 |
49 |
|
Uitvoeringskosten |
268 |
|
Crisisreserve |
Zie onderstaande tekst |
|
Tekort / overschot |
Zie onderstaande tekst |
|
Totaal |
8.768 |
Dit bedrag is inclusief vogelgrieptesten (€ 1,106 mln.) en promotieonderzoek basismonitoring (€ 9.000)
Tussen eind 2020 en maart 2022 zijn er uitgaven gedaan voor de bestrijding van vogelgriep (HPAI) en Mycoplasma (Mg). Deze uitgaven bedragen € 19.152.342 respectievelijk € 2,5 mln.. Deze uitgaven zijn deels betaalt uit de aanwezige crisisreserves die daardoor is uitgeput. Een deel van deze kosten zal worden vergoed vanuit de EU. Om dit tekort en de crisisreserve weer aan te vullen, zal de heffing voor 2023 met € 15.621.763 worden verhoogd. De totale heffing (begrote uitgaven plus aanvulling tekorten) bedraagt € 24.389.763.
De pluimveesector heeft in de afgelopen jaren een saldo-overschot opgebouwd in het DGF. In overleg met AVINED is besloten dit overschot te verlagen door in 2022, 2023 en 2024 een korting te geven op de tarieven. In 2023 wordt € 4,5 miljoen minder heffing opgelegd dan de begrote uitgaven. Deze korting wordt volgens de vaste verdeelsleutel over de verschillende pluimvee-categorieën verdeeld. De broederijen gebruikspluimvee vleeskuikens en legsector worden daar bovenop nog gecompenseerd voor te veel betaalde heffingen. Ze krijgen een extra korting van € 202.537. De tarieven voor 2023 zijn daarmee berekend op een heffing (inclusief korting) van € 19.687.226.
De diergezondheidsheffing voor de pluimveesector wordt in 2023 onderverdeeld in 26 categorieën. Elke categorie kent zijn eigen tarief per dier of ei. Over deze tarieven adviseert AVINED, een stichting waarbinnen onder andere de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP), de vakgroep pluimveehouderij (LTO-NOP) en de Centrale Organisatie Broedeieren en Kuikens (COBK) zijn vertegenwoordigd. AVINED heeft voor de convenantsperiode 2020-2024 een vaste verdeelsleutel voorgesteld die voor het bepalen van de tarieven voor 2023, vanwege toevoeging van de 26e categorie, zijn aangepast. Bij de verdeling van de heffing wordt uitgegaan van het volgende:
• Generieke kosten worden evenredig verdeeld over alle pluimveehouders die diergezondheidsheffing betalen. Onder deze kosten vallen de kosten voor de (basis-)monitoring, voorzieningen, uitvoeringskosten en de Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit (SDa). Om in de verdeling ook rekening te houden met bedrijfsgrootte wordt gerekend met een verdeling op basis van de Volwaardige Arbeidskracht (VAK,) zoals tweejaarlijks gepubliceerd in de KWIN (Wageningen Universiteit & Research; WUR). Waar dit niet mogelijk is wordt gewerkt met waardetabellen van de WUR;
• Voor specifieke kosten geldt een bedrijfstype-afhankelijke verdeelsleutel. Zo worden de kosten voor de Salmonella-enting alleen doorgerekend aan bedrijven die vaccineren en worden houderijsystemen met een hoger risicoprofiel op aviaire influenza (biologische- en uitloopkippen) zwaarder belast; op basis van wetenschappelijke literatuur betalen deze pluimveehouders een factor 5.9 keer meer dan andere pluimveehouders;
Posten die grote invloed hebben op de diergezondheidsheffing 2023 en daarmee de tarieven, zijn de kosten voor salmonella vaccinatie (die alleen gedragen worden door houders van opfok ouderdieren leg en opfok leghennen) en de eerder genoemde bestrijdingskosten en aanvulling van de crisisreserve (die verdeeld wordt via de algemene verdeelsleutel). Daarnaast zijn de waardetabellen, het aantal cycli per jaar geactualiseerd. Als gevolg hiervan verschilt de tariefsaanpassing van categorie tot categorie.
Categorieën |
Salmonella |
AI |
Voorzieningen |
Basismonitoring |
Monitoring |
SDa |
Uitvoering |
Crisisreserve |
Tarief 2023 (incl. korting) |
Aantal dieren / eieren |
Heffing (incl. korting) |
Korting |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vleessector |
Broedeieren fok- en vermeerderingspluimvee |
0,000520 |
0,000038 |
0,000222 |
0,000565 |
0,000311 |
0,000013 |
0,000073 |
0,004265 |
0,004778 |
27.120.000 |
129.584 |
33.320 |
Kippen bestemd voor opfok tot grootouderdieren |
0,167763 |
0,012254 |
0,071760 |
0,182309 |
0,100323 |
0,004320 |
0,023626 |
1,377171 |
1,542819 |
580.000 |
894.835 |
230.090 |
|
Kippen bestemd voor de opfok tot ouderdieren |
0,009063 |
0,000763 |
0,003877 |
0,009849 |
0,005420 |
0,000233 |
0,001276 |
0,074397 |
0,083408 |
7.260.000 |
605.545 |
155.864 |
|
Grootouderdieren |
0,191025 |
0,013953 |
0,081710 |
0,207588 |
0,114234 |
0,004919 |
0,026902 |
1,568128 |
1,756743 |
440.000 |
772.967 |
198.754 |
|
Ouderdieren |
0,028929 |
0,002436 |
0,012374 |
0,031438 |
0,017300 |
0,000745 |
0,004074 |
0,237482 |
0,266238 |
4.820.000 |
1.283.265 |
330.365 |
|
Broedeieren gebruikspluimvee |
0,000125 |
0,000009 |
0,000053 |
0,000135 |
0,000075 |
0,000003 |
0,000018 |
0,001023 |
0,000806 |
582.050.000 |
469.178 |
369.206 |
|
Vleeskuikens regulier |
0,001072 |
0,000090 |
0,000459 |
0,001165 |
0,000641 |
0,000028 |
0,000151 |
0,008802 |
0,009876 |
162.600.000 |
1.605.895 |
411.685 |
|
Vleeskuikens traaggroeiend |
0,001576 |
0,000133 |
0,000674 |
0,001712 |
0,000942 |
0,000041 |
0,000222 |
0,012934 |
0,014508 |
150.100.000 |
2.177.623 |
559.079 |
|
Kalkoenen |
Vleeskalkoenen hennen |
0,009922 |
0,000835 |
0,004244 |
0,010782 |
0,005933 |
0,000255 |
0,001397 |
0,081450 |
0,091391 |
940.000 |
85.907 |
22.024 |
|
Vleeskalkoenen hanen |
0,018410 |
0,001550 |
0,007875 |
0,020006 |
0,011009 |
0,000474 |
0,002593 |
0,151125 |
0,169019 |
1.270.000 |
214.654 |
55.908 |
Broedeieren gebruikspluimvee kalkoenen |
0,000726 |
0,000053 |
0,000310 |
0,000789 |
0,000434 |
0,000019 |
0,000102 |
0,005957 |
0,006673 |
1.060.000 |
7.074 |
1.819 |
|
Eenden |
Broedeieren gebruikspluimvee eenden |
0,000221 |
0,000016 |
0,000094 |
0,000240 |
0,000132 |
0,000006 |
0,000031 |
0,001812 |
0,002030 |
4.820.000 |
9.784 |
2.516 |
Eenden |
0,002699 |
0,000227 |
0,001155 |
0,002933 |
0,001614 |
0,000069 |
0,000380 |
0,022157 |
0,024743 |
5.220.000 |
129.159 |
33.884 |
|
Legsector |
Broedeieren fok- en vermeerderingspluimvee |
0,000942 |
0,000069 |
0,000403 |
0,001024 |
0,000563 |
0,000024 |
0,000133 |
0,007732 |
0,008662 |
8.170.000 |
70.767 |
18.196 |
kippen bestemd voor opfok tot grootouderdieren |
0,188710 |
0,013784 |
0,080720 |
0,205072 |
0,112849 |
0,004859 |
0,026576 |
1,549121 |
1,735451 |
150.000 |
260.318 |
66.936 |
|
kippen bestemd voor opfok tot ouderdieren |
0,103594 |
0,002229 |
0,013054 |
0,033164 |
0,018250 |
0,000786 |
0,004298 |
0,250522 |
0,353731 |
970.000 |
343.119 |
70.000 |
|
kippen bestemd voor opfok tot gebruikspluimvee |
0,078362 |
0,000445 |
0,002261 |
0,005745 |
0,003161 |
0,000136 |
0,000745 |
0,043398 |
0,121755 |
29.820.000 |
3.630.739 |
372.719 |
|
Grootouderdieren |
0,232384 |
0,016974 |
0,099401 |
0,252533 |
0,138967 |
0,005984 |
0,032727 |
1,907647 |
2,137101 |
120.000 |
256.452 |
65.942 |
|
Ouderdieren |
0,046120 |
0,003369 |
0,019728 |
0,050119 |
0,027580 |
0,001188 |
0,006495 |
0,378599 |
0,424138 |
1.040.000 |
441.103 |
113.422 |
|
Broedeieren gebruikspluimvee |
0,000081 |
0,000006 |
0,000034 |
0,000088 |
0,000048 |
0,000002 |
0,000011 |
0,000661 |
0,000703 |
125.800.000 |
88.385 |
28.777 |
|
Kooikippen |
0,015755 |
0,001327 |
0,006739 |
0,017121 |
0,009422 |
0,000406 |
0,002219 |
0,129336 |
0,144984 |
2.450.000 |
355.211 |
91.486 |
|
Scharrelkippen |
0,023896 |
0,002012 |
0,010221 |
0,025968 |
0,014290 |
0,000615 |
0,003365 |
0,196160 |
0,220097 |
13.090.000 |
2.881.071 |
738.661 |
|
Vrije uitloopkippen |
0,035843 |
0,017806 |
0,015332 |
0,038951 |
0,021435 |
0,000923 |
0,005048 |
0,294240 |
0,344869 |
4.820.000 |
1.662.270 |
408.297 |
|
Biologische kippen |
0,068930 |
0,034243 |
0,029484 |
0,074906 |
0,041220 |
0,001775 |
0,009707 |
0,565846 |
0,663282 |
1.800.000 |
1.193.908 |
293.093 |
|
Vaccinbroedeieren |
0,000062 |
0,000005 |
0,000026 |
0,000067 |
0,000037 |
0,000002 |
0,000009 |
0,000507 |
0,000561 |
88.000.000 |
49.326 |
13.553 |
|
Leghaantjes |
0,003124 |
0,000263 |
0,001336 |
0,003394 |
0,001868 |
0,000080 |
0,000440 |
0,025642 |
0,029029 |
2.380.000 |
69.089 |
16.942 |
|
Totaal |
19.687.226 |
4.702.537 |
De begrote uitgaven vanuit het DGF voor de rundersector stijgen in 2023 met 4,5% ten opzichte van 2022 naar € 6.821. Deze verandering in de begroting is een optelsom van vele kleine mutaties. De tarieven van runderen van 1 jaar en ouder stijgen met 38,7 cent per dier, de tarieven voor runderen tot 1 jaar stijgen met 0,9 cent per dier.
Uitgavenposten (x 1.000 €) |
Runderen < 1 jaar |
Runderen ≥ 1 jaar |
|
---|---|---|---|
Monitoring |
Monitoring Leukose |
0 |
383 |
Basismonitoring veekijker |
0 |
1.017 |
|
Basismonitoring VMT |
0 |
176 |
|
Overig |
389 |
3.062 |
|
Verdenkingen |
11 |
89 |
|
Voorzieningen |
121 |
937 |
|
Uitvoeringskosten |
61 |
477 |
|
SDa |
49 |
49 |
|
Crisisreserve (optioneel) |
0 |
0 |
|
Tekorten (optioneel) |
0 |
0 |
|
Totaal |
631 |
6.190 |
|
Aantal dieren |
1.625.985 |
2.208.089 |
|
Heffing per dier (in €) |
0,388 |
2,803 |
De begrote uitgaven vanuit het DGF voor de schapensector stijgen in 2023 met 8,3% ten opzichte van 2022 naar € 0,875 mln., een stijging van 9 cent per schaap. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door een intensieve controle op blauwtong en een andere verdeling van de uitvoeringskosten.
De begrote uitgaven vanuit het DGF voor de geitensector dalen in 2023 met 7,2% ten opzichte van 2022 naar € 0,866 mln., een daling van 14,5 cent per geit. Deze verandering wordt vooral veroorzaakt door een intensieve controle op blauwtong en een andere verdeling van de uitvoeringskosten.
Uitgavenposten (x 1.000 €) |
Schapen |
Geiten |
|
---|---|---|---|
Monitoring |
Blauwtong |
47 |
24 |
TSE, B. Melitensis1 |
137 |
137 |
|
Q-koorts1 |
86 |
257 |
|
Basismonitoring2 |
282 |
282 |
|
Promotie-onderzoek basismonitoring2 |
9 |
5 |
|
Verdenkingen |
13 |
13 |
|
Voorzieningen |
HCU2 |
48 |
48 |
Overige |
127 |
70 |
|
Uitvoeringkosten |
167 |
31 |
|
SDa |
0 |
49 |
|
Crisisreserve (optioneel) |
0 |
0 |
|
Tekorten (optioneel) |
0 |
0 |
|
Korting hobbydieren |
–41 |
–50 |
|
Totaal |
875 |
866 |
|
Aantal dieren |
917.934 |
607.264 |
|
Heffing per dier (in €) |
0,953 |
1,426 |
Bemonstering vindt alleen plaats bij geiten, maar omdat de resultaten ook van belang zijn voor de schapensector is de verdeling in overleg met de sector bepaald op 75-25.
De begrote uitgaven vanuit het DGF voor de varkenssector dalen in 2023 met 3,5% ten opzichte van 2022 € 3,247 mln. De belangrijkste reden voor de daling is de afname van de uitvoeringskosten.
Uitgavenposten (x 100 €) |
Varken |
---|---|
Monitoring |
1.490 |
Verdenkingen |
99 |
Voorzieningen |
1.547 |
Uitvoeringkosten |
62 |
SDa |
49 |
Crisisreserve (optioneel) |
0 |
Tekorten (optioneel) |
0 |
Totaal |
3.247 |
Categorie |
Aantal dieren |
Heffing per dier (in €) |
Totaal per categorie (in €) |
---|---|---|---|
Vleesvarken van A- of B-bedrijf afgevoerd voor slacht of export |
3.239.880 |
0,188 |
609.097 |
Big van A- of B-bedrijf, afgevoerd naar E- of F -bedrijf |
2.608.507 |
0,066 |
172.161 |
Zeug, beer, of gelt, afgevoerd van A- of B- bedrijf |
786.655 |
0,094 |
73.946 |
Big, afgevoerd van A- of B-bedrijf naar A-, B- of C-bedrijf of voor slacht of export |
13.606.126 |
0,094 |
1.278.976 |
Varken, afgevoerd van C of D bedrijf |
11.150.531 |
0,094 |
1.048.150 |
Varken, afgevoerd van E- of F bedrijf |
2.498.995 |
0,028 |
69.972 |
Totaal1 |
3.252.302 |
Dit bedrag wijkt af van het begrote bedrag uit de eerste tabel door afronding van de tarieven. Alle meeropbrengsten via de varkensheffing blijven beschikbaar voor de uitgaven van de varkenssector.
Gelet op de begroting voor het jaar 2023 en saldo omvang van de varkenssector in het diergezondheidsfonds is er reden om het tarief voor de varkenssector voor het jaar 2023 op nihil te stellen. Door het op nihil stellen van de tarieven wordt voorkomen dat een onnodig overschot wordt gecreëerd. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan een wens van de varkenssector.
Het ontwerpbesluit is van 26 april 2022 tot en met 7 juni 2022 via internet geconsulteerd, op www.internetconsultatie.nl. Het besluit en de betreffende pagina op de website internetconsultatie.nl zijn rechtstreeks onder de aandacht gebracht van alle betrokken partijen bij het Convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten. Hierop zijn twee reacties binnengekomen van dezelfde persoon. De respondent stelt vraagt onder meer naar een onderbouwing- en berekening van de gekozen tarieven ten aanzien van de verschillende categorieën dieren in het besluit.
Het gaat hier om gedetailleerde informatie, die separaat in samenwerking met AVINED zal worden verstrekt aan de betrokken respondent.
Het college ATR heeft besloten om over deze wijziging van het besluit diergezondheidsheffing geen formeel advies uit te brengen. De gevolgen voor de regeldruk zijn niet substantieel.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023. Dit volgt uit artikel 9.25, tweede en derde lid, van de wet.
De leeftijdsaanduidingen van de dieren in de begripsomschrijving komen te vervallen. Hiertoe is gekozen omdat het opnemen van de leeftijd van het dier in de begripsomschrijving minder goed aansluit bij de heffingssystematiek van het diergezondheidsfonds. De heffing wordt namelijk opgelegd voor het houden van het dier op een bepaald bedrijf. Het doel van het dier, de verblijfsduur op het bedrijf en de risico’s op ziekte bepalen grotendeels het heffingstarief. De leeftijd speelt hierbij geen rol van betekenis.
In aansluiting op bovenstaande (artikel I, onderdeel A) zijn ook de leeftijdsdefinities in artikelen 5.6 eerste lid en artikel 5.7 eerste lid verwijderd.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2022-373.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.