Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2005, 171 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2005, 171 | Verdrag |
Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tadzjikistan, anderzijds; (met Bijlagen en Protocol)
Luxemburg, 11 oktober 2004
Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tadzjikistan, anderzijds
Het Koninkrijk België,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
Ierland,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
de Republiek Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, hierna „lidstaten" genoemd, en
de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna „de Gemeenschap" genoemd,
enerzijds,
en de Republiek Tadzjikistan,
anderzijds,
Gelet op de banden tussen de Gemeenschap, haar lidstaten en de Republiek Tadzjikistan, en hun gemeenschappelijke waarden,
Erkennende dat de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan deze banden wensen te verstevigen en partnerschap en samenwerking tot stand willen brengen om te komen tot versterking en verbreding van de betrekkingen die in het verleden zijn aangeknoopt, met name bij de op 18 december 1989 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake handel en commerciële en economische samenwerking,
Gelet op de verbintenis van de Gemeenschap en haar lidstaten en van de Republiek Tadzjikistan tot versterking van de politieke en economische vrijheden, die de grondslag van het partnerschap vormen,
Erkennende in die context dat de ondersteuning van de onafhankelijkheid, de soevereiniteit en de territoriale onschendbaarheid van de Republiek Tadzjikistan zal bijdragen aan het waarborgen van vrede en stabiliteit in Centraal Azië,
Gelet op de wil van de partijen tot bevordering van internationale vrede en veiligheid en de vreedzame oplossing van geschillen, alsmede tot samenwerking op dit gebied in het kader van de Verenigde Naties en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE),
Gelet op de vaste verbintenis van de Gemeenschap en haar lidstaten en van de Republiek Tadzjikistan tot volledige uitvoering van alle beginselen en bepalingen die zijn vervat in de Slotakte van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE), de Slotdocumenten van de vervolgvergaderingen van Madrid en Wenen, het Document van de CVSE-Conferentie van Bonn betreffende economische samenwerking, het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa en het CVSE-Document van Helsinki 1992, „Uitdagingen van het Veranderingsproces", en andere fundamentele documenten van de OVSE,
Overtuigd van het allesoverheersende belang van de beginselen van de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, inzonderheid de rechten van personen die tot minderheden behoren, de totstandbrenging van een meerpartijenstelsel met vrije en democratische verkiezingen, en economische liberalisering om een markteconomie tot stand te brengen,
Van oordeel dat de volledige uitvoering van deze Partnerschaps- en samenwerkings-overeenkomst zowel zal afhangen van, als zal bijdragen tot de voortzetting en verwezenlijking van hervormingen in de Republiek Tadzjikistan op politiek, economisch en juridisch vlak, en de invoering van de factoren die vereist zijn voor samenwerking, met name op grond van de conclusies van de CVSE-Conferentie van Bonn,
Verlangende de voortzetting van het binnenlandse verzoeningsproces dat in de Republiek Tadzjikistan is gestart in vervolg op de vredesovereenkomst van Moskou, te bevorderen,
Verlangende het proces van regionale samenwerking op de door deze Overeenkomst bestreken gebieden met de buurlanden te stimuleren om welvaart en stabiliteit in deze regio te bevorderen,
Verlangende een regelmatige politieke dialoog over bilaterale en internationale vraagstukken van wederzijds belang tot stand te brengen en te bevorderen,
Erkennende en ondersteunende de wens van de Republiek Tadzjikistan om nauwe samenwerking met de Europese instellingen tot stand te brengen,
Gelet op de noodzaak investeringen in de Republiek Tadzjikistan, met name in de sector energie en waterbeheer, te bevorderen, en bevestigende dat de Gemeenschap, haar lidstaten en de Republiek Tadzjikistan groot belang hechten aan het Europees Energiehandvest, en aan de volledige tenuitvoerlegging van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het Protocol bij het Energiehandvestverdrag betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieu-aspecten,
Rekening houdende met de bereidheid van de Gemeenschap zorg te dragen voor passende sociaal-economische samenwerking en technische bijstand, inclusief armoedebestrijding,
Rekening houdende met het nut van de Overeenkomst voor het bevorderen van geleidelijke toenadering tussen de Republiek Tadzjikistan en een uitgestrekter gebied van samenwerking in Europa en naburige regio's, en haar geleidelijke integratie in het open internationaal handelssysteem,
Overwegende dat de partijen zich ertoe hebben verbonden de handel te liberaliseren overeenkomstig de regels van de Werelhandelsorganisatie (WTO), en dat de Gemeenschap gunstig oordeelt over het voornemen van de Republiek Tadzjikistan om tot de WTO toe te treden,
Zich bewust van de noodzaak om verbetering te brengen in de voorwaarden voor handel en investeringen, en de voorwaarden inzake vestiging van vennootschappen, arbeid, dienstverlening en kapitaalverkeer,
Ervan overtuigd dat deze Overeenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor de economische betrekkingen tussen de partijen, en vooral voor de ontwikkeling van handel en investeringen, die onontbeerlijk zijn voor economische herstructurering en technologische modernisering,
Verlangende nauwe samenwerking op het gebied van milieubescherming tot stand te brengen, gezien de onderlinge afhankelijkheid van de partijen op dit terrein,
Erkennende dat samenwerking ten behoeve van de preventie van en de controle op illegale immigratie, de internationale georganiseerde misdaad en de drugshandel, alsmede de bestrijding van terrorisme, hoofddoelstellingen van deze overeenkomst vormen,
Verlangende samenwerking op cultureel en educatief gebied tot stand te brengen en informatie-uitwisseling te ontwikkelen,
Hebben overeenstemming bereikt omtrent de volgende bepalingen:
Er wordt een partnerschap tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tadzjikistan, anderzijds. Dit partnerschap heeft tot doel:
– de onafhankelijkheid en soevereiniteit van de Republiek Tadzjikistan te ondersteunen;
– de inspanningen van de Republiek Tadzjikistan te ondersteunen om haar democratie te consolideren, haar economie en sociale infrastructuur tot ontwikkeling te brengen en de overgang naar een markteconomie te voltooien;
– een passend kader tot stand te brengen voor de politieke dialoog tussen de partijen met het oog op het onderhouden van nauwe politieke betrekkingen;
– handel en investeringen, met name in de sectoren energie en water, en harmonische economische betrekkingen tussen de partijen te bevorderen en aldus hun duurzame economische ontwikkeling te stimuleren;
– de grondslag te leggen voor samenwerking op het gebied van wetgeving en voor economische, sociale, financiële, wetenschappelijke, industriële, technologische en culturele samenwerking.
ALGEMENE BEGINSELEN
Eerbiediging van de democratische beginselen en de fundamentele mensenrechten, met name zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Handvest van de Verenigde Naties, de Slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa, vormen de grondslag van het binnenlandse en buitenlandse beleid van de partijen en zijn een essentieel onderdeel van deze Overeenkomst.
De partijen zijn van oordeel dat het voor hun toekomstige welvaart en stabiliteit noodzakelijk is dat de nieuwe onafhankelijke staten die als gevolg van de ontbinding van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken zijn ontstaan (hierna „Onafhankelijke Staten" te noemen), de onderlinge samenwerking in stand houden en ontwikkelen overeenkomstig de beginselen van de Slotakte van Helsinki en het volkenrecht en in een geest van goed nabuurschap, en alles in het werk stellen om dit proces te stimuleren.
POLITIEKE DIALOOG
Tussen de partijen wordt een regelmatige en permanente politieke dialoog tot stand gebracht die zij voornemens zijn te ontwikkelen en te intensiveren. Deze dialoog begeleidt en consolideert het proces waarbij de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan nader tot elkaar komen, ondersteunt de politieke en sociaal-economische veranderingen die in de Republiek Tadzjikistan aan de gang zijn en draagt bij tot de totstandkoming van nieuwe vormen van samenwerking. De politieke dialoog:
– versterkt de banden van de Republiek Tadzjikistan met de Gemeenschap en haar lidstaten, en aldus met de gemeenschap van democratische naties als geheel. De economische convergentie die door middel van deze Overeenkomst wordt bewerkstelligd, zal leiden tot hechtere politieke betrekkingen;
– leidt ertoe dat de standpunten over internationale vraagstukken van wederzijds belang nader tot elkaar komen en vergroot daardoor de veiligheid en stabiliteit in de regio;
– zorgt ervoor dat de partijen streven naar samenwerking bij aangelegenheden op het gebied van de naleving van de democratische beginselen, en de eerbiediging, bescherming en bevordering van de mensenrechten, waaronder die van personen die tot minderheden behoren, waarbij zo nodig over relevante kwesties overleg wordt gepleegd.
De partijen zijn van mening dat de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor, onder zowel overheids- als niet-overheidsactoren, een van de ernstigste bedreigingen van de internationale stabiliteit en veiligheid vormt. De partijen komen derhalve overeen samen te werken en een bijdrage te leveren aan de bestrijding van de proliferatie van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, daarbij tevens zorg dragend voor de integrale naleving en de uitvoering op nationaal niveau van de verbintenissen die zij zijn aangegaan in het kader van de internationale verdragen en overeenkomsten op het gebied van ontwapening en non-proliferatie, alsmede van hun andere internationale verplichtingen op dat gebied. De partijen komen overeen dat deze bepaling een essentieel element is van deze overeenkomst en deel uitmaakt van de politieke dialoog die deze elementen begeleiden en consolideren.
De partijen komen bovendien overeen samen te werken en bij te dragen aan de strijd tegen massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen:
– door maatregelen te nemen, gericht op de ondertekening of de ratificatie van alle andere internationale instrumenten ter zake, of, in voorkomend geval, op aansluiting daarbij, en op de volledige tenuitvoerlegging daarvan;
– door een doeltreffend nationaal uitvoercontrolesysteem in te voeren, gericht op zowel de uitvoer als de doorvoer van goederen die verband houden met massavernietigingswapens, waaronder controle op het eindgebruik van technologieën voor tweeërlei gebruik in het kader van massavernietigingswapens, en door doeltreffende sancties op te leggen in het geval van overtreding van de uitvoercontroles. Deze dialoog kan op regionale basis plaatsvinden.
Op ministerieel niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van de bij artikel 77 opgerichte Samenwerkingsraad en bij andere gelegenheden in onderlinge overeenstemming.
De partijen voorzien in andere procedures en regelingen voor politieke dialoog, met name in de volgende vormen:
– regelmatige vergaderingen tussen vertegenwoordigers van de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en vertegenwoordigers van de Republiek Tadzjikistan, anderzijds, op het niveau van hoge ambtenaren;
– optimale gebruikmaking van diplomatieke kanalen tussen de partijen, met name van passende bilaterale en multilaterale contacten, onder meer bij vergaderingen van de Verenigde Naties, de OVSE en elders;
– alle andere middelen, waaronder vergaderingen van deskundigen, die bijdragen tot het consolideren en ontwikkelen van deze dialoog.
HANDEL IN GOEDEREN
1. De partijen passen ten aanzien van elkaar meestbegunstiging toe op alle gebieden die verband houden met:
– douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen;
– bepalingen betreffende douaneafhandeling, douanevervoer, opslag in entrepot en overslag van goederen;
– belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op ingevoerde goederen van toepassing zijn;
– wijzen van betaling en overdracht van betaalde bedragen;
– voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aankoop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goederen op de binnenlandse markt.
2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op:
a. voordelen die met het oog op de oprichting van een douane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend;
b. voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de regels van de WTO en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslanden;
c. voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vergemakkelijken.
3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangsperiode die vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst eindigt, niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door de Republiek Tadzjikistan worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zijn ontstaan.
1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst.
Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die afkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij.
2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT 1994 vastgestelde regels zijn tussen de partijen van toepassing.
3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tussen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten.
Onverminderd de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten betreffende de tijdelijke invoer van goederen die beide partijen binden, verleent elke partij de andere partij, in de gevallen en volgens de procedures die zijn vastgesteld in andere voor haar bindende internationale overeenkomsten op dit gebied en overeenkomstig haar eigen wettelijke bepalingen ter zake, vrijstelling van invoerrechten en -heffingen op goederen die tijdelijk worden ingevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden waaronder de uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende verplichtingen door de betrokken partij zijn aanvaard.
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12, 15 en 16 van deze Overeenkomst worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit de Republiek Tadzjikistan in de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast.
2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12, 15 en 16 van deze Overeenkomst, worden bij de invoer in de Republiek Tadzjikistan van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast.
Goederen worden tegen marktprijzen tussen de partijen verhandeld.
1. Wanneer een product op het grondgebied van een van de partijen wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden of onder zodanige voorwaarden dat ernstige schade wordt toegebracht of dreigt te worden toegebracht aan de binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, dan kan de benadeelde partij – hetzij de Gemeenschap, hetzij de Republiek Tadzjikistan – passende maatregelen nemen, waarbij de volgende procedures en voorwaarden in acht moeten worden genomen.
2. Voordat maatregelen worden genomen, of, in de gevallen waarin lid 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk nadat maatregelen zijn genomen, verstrekt de Gemeenschap of de Republiek Tadzjikistan, al naargelang van het geval, de Samenwerkingsraad alle relevante informatie teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing als bedoeld in titel XI te zoeken.
3. Indien de partijen na dit overleg niet binnen 30 dagen nadat de kwestie naar de Samenwerkingsraad is verwezen een akkoord hebben bereikt over maatregelen om het probleem op te lossen, kan de partij die om het overleg heeft verzocht maatregelen ter beperking van de invoer van de betrokken producten nemen in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen, of kan zij andere passende maatregelen nemen.
4. In kritieke omstandigheden, waarin uitstel moeilijk herstelbare schade dreigt te veroorzaken, kunnen de partijen maatregelen nemen voordat het overleg heeft plaatsgevonden, op voorwaarde dat onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan.
5. Bij de keuze van de in het kader van dit artikel toe te passen maatregelen geven de partijen de voorkeur aan maatregelen die het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst het minst in de weg staan.
6. Geen enkele bepaling van dit artikel belet de partijen antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen te nemen overeenkomstig artikel VI van de GATT 1994, de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT 1994, de Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen of daarmee verband houdende interne wetgeving.
De partijen komen overeen, rekening houdend met de omstandigheden, en vooral met de situatie die door de toekomstige toetreding van de Republiek Tadzjikistan tot de WTO zal ontstaan, de bepalingen van deze overeenkomst betreffende de onderlinge handel in goederen te zullen aanpassen. De Samenwerkingsraad kan de partijen over deze aanpassingen aanbevelingen doen die, indien zij worden aanvaard, ten uitvoer kunnen worden gelegd door middel van een overeenkomst tussen de partijen, met inachtneming van hun respectieve procedures.
De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch of archeologisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intellectuele, industriële of commerciële eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verkapte beperking van de handel tussen de partijen bij de Overeenkomst vormen.
De handel in textielproducten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van de gecombineerde nomenclatuur wordt geregeld in een aparte bilaterale overeenkomst. Na het verstrijken van die overeenkomst worden textielproducten in deze overeenkomst opgenomen.
De handel in kernmaterialen zal worden geregeld overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. Zo nodig zijn op de handel in kernmaterialen de bepalingen van een tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Tadzjikistan te sluiten specifieke overeenkomst van toepassing.
BEPALINGEN INZAKE HANDELSVERKEER EN INVESTERINGEN
1. Onverminderd de in elke lidstaat geldende wettelijke regelingen, voorwaarden en procedures zorgen de Gemeenschap en de lidstaten ervoor dat onderdanen van de Republiek Tadzjikistan die legaal op het grondgebied van een lidstaat wonen en werken, niet op grond van nationaliteit worden gediscrimineerd ten opzichte van onderdanen van de lidstaten, wat arbeidsomstandigheden, beloning en ontslag betreft.
2. Onverminderd de in de Republiek Tadzjikistan geldende wettelijke regelingen, voorwaarden en procedures zorgt dat land ervoor dat onderdanen van een lidstaat die legaal op zijn grondgebied wonen en werken, niet op grond van nationaliteit worden gediscrimineerd ten opzichte van zijn eigen onderdanen, wat arbeidsomstandigheden, beloning en ontslag betreft.
De Samenwerkingsraad gaat na welke verbeteringen kunnen worden aangebracht in de arbeidsomstandigheden van zakenlieden, rekening houdend met de internationale verbintenissen van de partijen, met inbegrip van die welke in het document van de Conferentie van Bonn van de CVSE zijn opgenomen.
De Samenwerkingsraad doet aanbevelingen voor de tenuitvoerlegging van de artikelen 17 en 18.
BEPALINGEN INZAKE DE VESTIGING EN DE EXPLOITATIE VAN ONDERNEMINGEN
1. De Gemeenschap en haar lidstaten kennen voor de vestiging van Tadzjiekse vennootschappen, zoals gedefinieerd in artikel 22, onder d), geen minder gunstige behandeling toe dan die welke zij aan vennootschappen uit enig derde land toekennen.
2. Onverminderd de in bijlage II genoemde voorbehouden kennen de Gemeenschap en haar lidstaten de op hun grondgebied gevestigde dochterondernemingen van Tadzjiekse vennootschappen, wat de exploitatie daarvan betreft, geen minder gunstige behandeling toe dan die welke zij aan enige vennootschap uit de Gemeenschap toekennen.
3. De Gemeenschap en haar lidstaten kennen de op hun grondgebied gevestigde filialen van Tadzjiekse vennootschappen, wat de exploitatie daarvan betreft, geen minder gunstige behandeling toe dan die welke zij aan filialen van vennootschappen uit enig derde land toekennen.
4. De Republiek Tadzjikistan kent, voor de vestiging van vennootschappen uit de Gemeenschap zoals gedefinieerd in artikel 22, onder d), geen minder gunstige behandeling toe dan aan Tadzjiekse vennootschappen of aan vennootschappen uit derde landen, indien laatstgenoemde gunstiger is.
5. De Republiek Tadzjikistan kent aan op zijn grondgebied gevestigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap, wat de exploitatie daarvan betreft, geen minder gunstige behandeling toe dan aan Tadzjiekse vennootschappen en filialen daarvan of aan vennootschappen uit derde landen en filialen daarvan, indien laatstgenoemde gunstiger is.
1. Het bepaalde in artikel 20 is niet van toepassing op het vervoer door de lucht, over de binnenwateren en over zee.
2. Wat evenwel de activiteiten van scheepvaartondernemingen op het gebied van het internationale vervoer over zee betreft, met inbegrip van het intermodale vervoer dat ten dele over zee plaatsvindt, biedt elke partij aan vennootschappen van de andere partij de mogelijkheid op haar grondgebied een handelsvertegenwoordiging in de vorm van dochterondernemingen of filialen te vestigen, onder voorwaarden die, wat de vestiging en de exploitatie betreft, niet minder gunstig zijn dan de meest voordelige voorwaarden die zij aan haar eigen vennootschappen of aan dochterondernemingen of filialen van vennootschappen uit enig derde land toekent, indien laatstgenoemde gunstiger zijn.
De bedoelde activiteiten omvatten onder meer:
a. het op de markt brengen en de verkoop van maritieme vervoerdiensten en aanverwante diensten door rechtstreekse contacten met klanten, van prijsopgave tot facturering, ongeacht of deze diensten worden verricht of aangeboden door de dienstverlener zelf dan wel door dienstverleners waarmee de verkoper van de diensten een langlopend handelsakkoord heeft;
b. aankoop en gebruik, voor eigen rekening of voor rekening van hun klanten (en de wederverkoop aan hun klanten) van alle vervoerdiensten en aanverwante diensten, met inbegrip van alle vormen van binnenlands vervoer, in het bijzonder over binnenwateren, over de weg en per spoor, die voor een geïntegreerde dienstverlening vereist zijn;
c. het opstellen van vervoersdocumenten, douanedocumenten of andere documenten in verband met de oorsprong en de aard van de vervoerde goederen;
d. het verstrekken van handelsinformatie, op enigerlei wijze, onder meer door middel van geautomatiseerde informatiesystemen en systemen voor elektronische gegevensuitwisseling (onverminderd alle niet-discriminerende beperkingen op het elektronische communicatieverkeer);
e. het sluiten van alle handelsovereenkomsten, met inbegrip van participaties in vennootschappen en het in dienst nemen van plaatselijk personeel (of, wanneer het buitenlands personeel betreft, met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van deze overeenkomst), met een in het betrokken land gevestigde scheepvaartonderneming;
f. het organiseren, namens ondernemingen, van de aanloophaven van schepen of, indien nodig, het overnemen van vracht.
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a. „onderneming uit de Gemeenschap" respectievelijk „Tadzjiekse onderneming": een overeenkomstig de wetgeving van respectievelijk een lidstaat of de Republiek Tadzjikistan opgerichte onderneming die haar statutaire zetel, centrale administratie of belangrijkste handelsactiviteit op het grondgebied van respectievelijk de Gemeenschap of de Republiek Tadzjikistan heeft. Indien een overeenkomstig de wetgeving van respectievelijk een lidstaat of de Republiek Tadzjikistan opgerichte onderneming uitsluitend haar statutaire zetel op het grondgebied van respectievelijk de Gemeenschap of de Republiek Tadzjikistan heeft, wordt deze onderneming als een onderneming uit de Gemeenschap of als een Tadzjiekse onderneming beschouwd, indien uit haar transacties een werkelijke en permanente band met de economie van respectievelijk een der lidstaten of de Republiek Tadzjikistan naar voren treedt;
b. „dochteronderneming": een vennootschap waarover een andere vennootschap daadwerkelijk zeggenschap heeft;
c. „filiaal" van een vennootschap: een handelszaak zonder rechtspersoonlijkheid die kennelijk een permanent karakter bezit, zoals een afdeling van een moedermaatschappij, een eigen management heeft en over de nodige materiële voorzieningen beschikt om zaken te doen met derden, zodat laatstgenoemden, hoewel zij ervan op de hoogte zijn dat indien nodig er een rechtsverhouding zal bestaan met de moedermaatschappij waarvan het hoofdkantoor zich in het buitenland bevindt, geen rechtstreeks contact dienen te hebben met deze moedermaatschappij doch hun transacties kunnen afhandelen met de handelszaak die de afdeling vormt;
d. „vestiging": het recht van vennootschappen uit de Gemeenschap of Tadzjiekse vennootschappen als bedoeld onder punt a), economische activiteiten uit te oefenen door de oprichting van dochterondernemingen en filialen in respectievelijk de Republiek Tadzjikistan of de Gemeenschap;
e. „exploitatie": het verrichten van economische activiteiten;
f. „economische activiteiten": activiteiten met een industrieel of commercieel karakter of activiteiten van personen die een vrij beroep uitoefenen.
Wat het internationale vervoer over zee betreft, met inbegrip van het intermodale vervoer dat ten dele over zee plaatsvindt, zijn de bepalingen van dit hoofdstuk en van hoofdstuk III eveneens van toepassing op onderdanen van de lidstaten of van de Republiek Tadzjikistan die buiten het grondgebied van, respectievelijk, de Gemeenschap of de Republiek Tadzjikistan gevestigd zijn en op buiten de Gemeenschap of de Republiek Tadzjikistan gevestigde scheepvaartmaatschappijen waarin onderdanen van respectievelijk een lidstaat of de Republiek Tadzjikistan daadwerkelijk zeggenschap hebben, indien de vaartuigen van deze scheepvaartmaatschappijen in respectievelijk die lidstaat of in de Republiek Tadzjikistan geregistreerd zijn overeenkomstig de respectieve wettelijke voorschriften van die lidstaat en de Republiek Tadzjikistan.
1. Geen enkele bepaling van de overeenkomst belet de partijen maatregelen inzake bedrijfseconomisch toezicht te nemen, onder meer ten behoeve van investeerders, depositogevers, verzekeringnemers of personen aan wie een financiële dienstverlener een fiduciair recht verschuldigd is of ten einde de integriteit en de stabiliteit van het financiële systeem te waarborgen. Wanneer dergelijke maatregelen strijdig zijn met de bepalingen van de overeenkomst mogen zij niet worden gebruikt als middel om de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen van een partij te ontduiken.
2. Geen enkele bepaling van deze overeenkomst wordt op zodanige wijze geïnterpreteerd dat zij een partij ertoe verplicht informatie betreffende de zaken en de boekhouding van individuele klanten dan wel vertrouwelijke of beschermde informatie te verstrekken die in het bezit is van overheidsinstanties.
3. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „financiële diensten" verstaan: de in bijlage III omschreven activiteiten.
De bepalingen van deze overeenkomst vormen voor een partij geen beletsel de maatregelen te nemen die zij noodzakelijk acht om te voorkomen dat de door haar genomen maatregelen in verband met de toegang van derde landen tot haar markten door middel van deze overeenkomst worden ontdoken.
1. In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk I van deze titel heeft een vennootschap uit de Gemeenschap of een Tadzjiekse vennootschap die op het grondgebied van respectievelijk de Republiek Tadzjikistan of de Gemeenschap gevestigd is het recht, met inachtneming van de wetgeving van het gastland van vestiging, op het grondgebied van respectievelijk de Republiek Tadzjikistan en de Gemeenschap werknemers die onderdanen zijn van respectievelijk de lidstaten van de Gemeenschap en van de Republiek Tadzjikistan in dienst te nemen of deze door een van haar dochterondernemingen of filialen in dienst te laten nemen, mits dergelijke werknemers een sleutelpositie in de zin van lid 2 van dit artikel bekleden en zij uitsluitend in dienst zijn van deze vennootschappen of filialen. De geldigheidsduur van de verblijfs- en werkvergunningen van deze werknemers is beperkt tot de periode waarin zij als zodanig werkzaam zijn.
2. Werknemers met een sleutelpositie die in dienst zijn van de vorengenoemde vennootschappen, hierna „organisaties" genoemd, zijn „binnen de vennootschap overgeplaatste personen", als omschreven onder c) van dit artikel, van de hierna volgende categorieën, met dien verstande dat de organisatie een rechtspersoon is en de betrokkenen gedurende ten minste het onmiddellijk aan de overplaatsing voorafgaande jaar in dienst waren van deze organisatie of daarin partners (doch geen aandeelhouders met een meerderheidsparticipatie) waren:
a. leden van het hogere kader van een organisatie die in de eerste plaats leiding geven aan de organisatie, onder het algemene toezicht en volgens instructies van, in hoofdzaak, de raad van bestuur of de aandeelhouders of daarmee gelijkgestelde personen; deze personeelsleden
– geven leiding aan de organisatie of een afdeling of onderafdeling daarvan;
– houden toezicht op en controleren de werkzaamheden van andere toezichthoudende, hooggespecialiseerde of leidinggevende werknemers;
– zijn persoonlijk bevoegd werknemers in dienst te nemen en te ontslaan of de indienstneming of het ontslag van werknemers of andere maatregelen in het kader van het personeelsbeleid aan te bevelen;
b. binnen een organisatie werkzame personen die beschikken over bijzondere kennis die van wezenlijk belang is voor de dienstverlening van het bedrijf, de onderzoeksuitrusting, de technische werkzaamheden of het management. Afgezien van de voor het functioneren van de betrokken vennootschap vereiste specifieke kennis, kan deze kennis bestaan in de bekwaamheid bepaalde werkzaamheden uit te voeren of een bepaald beroep uit te oefenen waarvoor specifieke technische vaardigheden vereist zijn, evenals, in voorkomend geval, het lidmaatschap van een erkende beroepsgroep;
c. een „binnen de vennootschap overgeplaatste persoon" is een natuurlijke persoon die voor een organisatie op het grondgebied van een partij werkzaam is en die tijdelijk wordt overgeplaatst in het kader van economische activiteiten op het grondgebied van de andere partij; de belangrijkste handelsactiviteit van de betrokken organisatie dient op het grondgebied van een partij plaats te hebben en de overplaatsing dient te geschieden naar een dochteronderneming of filiaal van deze organisatie die op het grondgebied van de andere partij daadwerkelijk soortgelijke economische activiteiten verricht.
1. De partijen voorkomen zoveel mogelijk dat maatregelen worden genomen of activiteiten worden ontplooid die de voorwaarden voor de vestiging en de exploitatie van vennootschappen uit de andere partij restrictiever maken dan op de dag voorafgaande aan de datum van ondertekening van de overeenkomst het geval was.
2. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan die van artikel 34: voor de omstandigheden waarop artikel 34 van toepassing is, gelden de bepalingen van dat artikel, met uitsluiting van elk ander artikel.
3. In een geest van partnerschap en samenwerking en in het licht van de bepalingen van artikel 40 zal de Regering van de Republiek Tadzjikistan de Gemeenschap kennis geven van voorgenomen nieuwe wet- of regelgeving die de voorwaarden voor de vestiging of de exploitatie van dochterondernemingen of filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap in dat land restrictiever maakt dan op de dag voorafgaande aan de datum van ondertekening van de overeenkomst het geval is. De Gemeenschap kan van de Republiek Tadzjikistan verlangen dat dit land haar deze wetsontwerpen of ontwerpregelingen doet toekomen en daaromtrent overleg pleegt.
4. Wanneer nieuwe wet- of regelgeving in de Republiek Tadzjikistan de voorwaarden voor de exploitatie van in dat land gevestigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap restrictiever maakt dan op de dag voorafgaande aan de datum van ondertekening van de overeenkomst het geval is, dan is dergelijke wet- of regelgeving gedurende de eerste drie jaren volgende op de datum van inwerkingtreding van het desbetreffende besluit niet van toepassing op de dochterondernemingen en filialen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit reeds in dat land gevestigd waren.
GRENSOVERSCHRIJDEND DIENSTENVERKEER TUSSEN DE GEMEENSCHAP EN DE REPUBLIEK TADZJIKISTAN
1. De partijen verbinden zich overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk ertoe de nodige stappen te ondernemen om geleidelijk het verlenen van diensten mogelijk te maken door EG-vennootschappen of Tadzjiekse vennootschappen die zijn gevestigd op het grondgebied van een andere partij dan die van de persoon voor wie de diensten worden verricht, met inachtneming van de ontwikkeling van de dienstverlenende sectoren op het grondgebied van de partijen.
2. De Samenwerkingsraad doet aanbevelingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van lid 1.
De partijen werken samen met het oog op de ontwikkeling van een marktgerichte dienstensector in de Republiek Tadzjikistan.
1. De partijen verbinden zich tot daadwerkelijke toepassing van het beginsel van onbeperkte toegang tot de internationale maritieme markt en het internationaal maritiem vervoer op commerciële basis.
a. Bovenstaande bepaling doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van de Verenigde Naties inzake een gedragscode voor lijnvaartconferences en die voor een van beide partijen bij deze Overeenkomst van toepassing zijn. Niet bij conferences aangesloten maatschappijen kunnen vrij met een conference concurreren zolang zij zich aan het beginsel van eerlijke concurrentie op commerciële basis houden.
b. De partijen bevestigen dat zij vrije concurrentie beschouwen als een essentiële vereiste voor het handelsverkeer in droge en vloeibare bulkgoederen.
2. De partijen verbinden zich ertoe bij de toepassing van de beginselen van lid 1:
a. vanaf het in werking treden van deze overeenkomst geen bepalingen inzake vrachtverdeling van bilaterale overeenkomsten tussen een lidstaat van de Gemeenschap en de voormalige Sovjet-Unie toe te passen;
b. geen bepalingen inzake vrachtverdeling op te nemen in toekomstige bilaterale overeenkomsten met derde landen, behalve in uitzonderlijke gevallen waarin de lijnvaartmaatschappijen van een van beide partijen bij deze overeenkomst anders geen reële kans zouden krijgen om aan het handelsverkeer van en naar het betrokken derde land deel te nemen;
c. het opnemen van vrachtverdelingsregelingen in toekomstige bilaterale overeenkomsten betreffende het vervoer van droge en vloeibare bulkladingen niet toe te staan;
d. bij de inwerkingtreding van de overeenkomst alle unilaterale maatregelen en administratieve, technische en andere belemmeringen op te heffen die een beperkende of discriminerende invloed kunnen hebben op het vrij verrichten van diensten in het internationaal maritiem vervoer.
3. Onder meer verleent elke partij aan schepen die door onderdanen of vennootschappen van de andere partij worden geëxploiteerd geen minder gunstige behandeling dan die welke zij aan haar eigen schepen verleent ten aanzien van de toegang tot voor het internationale handelsverkeer opengestelde havens, het gebruik van de infrastructuur en van de maritieme hulpdiensten van de havens evenals de daarmee verband houdende vergoedingen en kosten, douanefaciliteiten en toewijzing van aanlegplaatsen en installaties voor het laden en lossen.
Met het oog op een gecoördineerde ontwikkeling van het vervoer tussen de partijen in overeenstemming met hun commerciële behoeften, kunnen de voorwaarden voor de wederzijdse toegang tot elkaars markten en het verlenen van diensten met betrekking tot het vervoer over de weg, per spoor en over de binnenwateren, en eventueel het luchtvervoer, worden vastgelegd in bijzondere overeenkomsten, waarover in voorkomend geval tussen de partijen na het in werking treden van deze Overeenkomst wordt onderhandeld.
1. De bepalingen van deze titel worden toegepast behoudens beperkingen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid.
2. Zij zijn niet van toepassing op werkzaamheden die, al dan niet incidenteel, verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag op het grondgebied van de partijen.
Voor de toepassing van deze titel weerhoudt geen enkele bepaling van de Overeenkomst de partijen ervan hun wetten en voorschriften betreffende toelating en verblijf, het verrichten van werk, arbeidsvoorwaarden, de vestiging van natuurlijke personen en het verrichten van diensten toe te passen, op voorwaarde dat zulks niet op zodanige wijze geschiedt dat de toepassing de voor een partij uit een specifieke bepaling van de Overeenkomst voortvloeiende voordelen tenietdoet of beperkt. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 31.
Vennootschappen waarover Tadzjiekse vennootschappen en communautaire vennootschappen gezamenlijk zeggenschap hebben of die gezamenlijk eigendom zijn van Tadzjiekse vennootschappen en communautaire vennootschappen, komen eveneens in aanmerking voor de bepalingen van hoofdstukken II, III en IV.
Met ingang van de dag één maand voorafgaand aan het in werking treden van de relevante voorschriften van de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (GATS) mag, ten aanzien van de sectoren of maatregelen waarop de GATS betrekking heeft, de in het kader van deze overeenkomst door een partij aan de andere toegekende behandeling in geen geval gunstiger zijn dan die welke door eerstgenoemde partij in het kader van de GATS en met betrekking tot om het even welke dienstensector, dienstensubsector en wijze van dienstverlening wordt toegekend.
Voor de toepassing van de hoofdstukken II, III en IV wordt geen rekening gehouden met de behandeling die door de Gemeenschap, haar lidstaten of de Republiek Tadzjikistan wordt toegekend op grond van de verbintenissen die in het kader van overeenkomsten inzake economische integratie overeenkomstig de beginselen van artikel V van de GATS zijn aangegaan.
1. De overeenkomstig de bepalingen van deze titel toegekende meestbegunstigingsbehandeling is niet van toepassing op de belastingvoordelen die de partijen verlenen of in de toekomst zullen verlenen in het kader van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing of andere fiscale regelingen.
2. Niets in deze titel kan worden uitgelegd als een beletsel voor het vaststellen of doen naleven door de partijen van maatregelen ter voorkoming van belastingvlucht of -ontduiking overeenkomstig de belastingvoorschriften van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing en andere fiscale regelingen, of de nationale fiscale wetgeving.
3. Niets in deze titel kan worden uitgelegd als een beletsel voor de lidstaten of de Republiek Tadzjikistan om bij de toepassing van de desbetreffende bepalingen van hun fiscaal recht een onderscheid te maken tussen belastingplichtigen die zich niet in identieke situaties bevinden, in het bijzonder met betrekking tot hun woonplaats.
Onverminderd de voorwaarden van artikel 24 kan geen enkele bepaling van hoofdstukken II, III en IV worden geïnterpreteerd als zou zij het recht verschaffen:
– aan onderdanen van de lidstaten, respectievelijk de Republiek Tadzjikistan, zich op het grondgebied van de Republiek Tadzjikistan, respectievelijk de Gemeenschap, te begeven of daar te verblijven in ongeacht welke hoedanigheid en met name als aandeelhouder of partner, beheerder of werknemer van een vennootschap dan wel als verstrekker of ontvanger van diensten;
– aan dochterondernemingen of filialen van Tadzjiekse vennootschappen in de Gemeenschap tot het op het grondgebied van de Gemeenschap in dienst nemen of hebben van onderdanen van de Republiek Tadzjikistan;
– aan Tadzjiekse dochterondernemingen of filialen van communautaire vennootschappen tot het op het grondgebied van de Republiek Tadzjikistan in dienst nemen of hebben van onderdanen van de lidstaten;
– aan Tadzjiekse vennootschappen dan wel dochterondernemingen of filialen van Tadzjiekse vennootschappen in de Gemeenschap tot het namens of onder toezicht van andere personen laten optreden van Tadzjiekse onderdanen door middel van tijdelijke arbeidsovereenkomsten;
– aan communautaire vennootschappen dan wel Tadzjiekse dochterondernemingen of filialen van communautaire vennootschappen tot het door middel van tijdelijke arbeidsovereenkomsten voorzien in arbeidskrachten die onderdanen van lidstaten zijn.
1. De partijen verbinden zich ertoe machtiging te verlenen tot alle betaalverrichtingen op de lopende rekening van de betalingsbalans in vrij convertibele valuta tussen inwoners van de Gemeenschap en van de Republiek Tadzjikistan die betrekking hebben op het verkeer van goederen, diensten of personen in overeenstemming met de bepalingen van deze Overeenkomst.
2. Met betrekking tot de verrichtingen op de kapitaalrekening van de betalingsbalans wordt vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot directe investeringen in vennootschappen die in overeenstemming met de wetten van het gastland zijn opgericht, en investeringen in overeenstemming met hoofdstuk II gegarandeerd, alsook de liquidatie of de repatriëring van die investeringen en van alle opbrengsten daarvan.
3. Onverminderd de leden 2 en 5 leggen de partijen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst geen nieuwe beperkingen op ten aanzien van de valutatransacties in het kader van het kapitaalverkeer en de daarmee verband houdende betalingsverrichtingen tussen inwoners van de Gemeenschap en van de Republiek Tadzjikistan, en worden geen restrictievere regelingen dan de bestaande vastgesteld.
4. De partijen raadplegen elkaar met het oog op de vergemakkelijking van andere kapitaalverrichtingen dan de in lid 2 bedoelde tussen de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan om de doelstellingen van deze Overeenkomst te bevorderen.
5. Op grond van het bepaalde in dit artikel mag de Republiek Tadzjikistan, in afwachting van de volledige convertibiliteit van de Tadzjiekse munteenheid in de zin van artikel VIII van de Articles of Agreement van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), in uitzonderlijke omstandigheden deviezenbeperkingen in verband met het verlenen of opnemen van financieel krediet op korte en middellange termijn toepassen, voor zover die beperkingen voor het verlenen van dergelijk krediet aan dat land zijn opgelegd en op grond van de IMF-status van dat land zijn toegestaan. De Republiek Tadzjikistan past deze beperkingen op niet-discriminerende wijze toe. Zij dienen zodanig te worden toegepast dat zij de uitvoering van deze Overeenkomst zo weinig mogelijk verstoren. De Republiek Tadzjikistan stelt de Samenwerkingsraad onverwijld van de invoering en van alle wijzigingen van dergelijke maatregelen in kennis.
6. Onverminderd de leden 1 en 2 kunnen de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer het vrije kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en dat land de oorzaak is of dreigt te worden van ernstige moeilijkheden voor de toepassing van het wisselkoersbeleid of het monetair beleid in de Gemeenschap of in de Republiek Tadzjikistan, elk voor zich vrijwaringsmaatregelen nemen met betrekking tot het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan voor een periode van niet meer dan zes maanden, indien dergelijke maatregelen strikt noodzakelijk zijn.
BESCHERMING VAN INTELLECTUELE, INDUSTRIËLE EN COMMERCIËLE EIGENDOM
1. Overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en in bijlage V ziet de Republiek Tadzjikistan verder toe op de verbetering van de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten, zodat aan het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst een beschermingsniveau is bereikt dat overeenkomt met dat in de Gemeenschap, met inbegrip van de middelen om dergelijke rechten af te dwingen.
2. Aan het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst, treedt de Republiek Tadzjikistan toe tot de multilaterale overeenkomsten betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten bedoeld in punt 1 van bijlage IV waarbij de lidstaten partij zijn of die de facto door de lidstaten worden toegepast in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van die overeenkomsten. Voor de tenuitvoerlegging van deze bepaling zal de Gemeenschap waar mogelijk ondersteuning bieden.
SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE WETGEVING
1. De partijen erkennen dat een belangrijke voorwaarde voor het versterken van de economische banden tussen de Republiek Tadzjikistan en de Gemeenschap de harmonisatie van de bestaande en toekomstige wetgeving van de Republiek Tadzjikistan met die van de Gemeenschap is. De Republiek Tadzjikistan doet het nodige om ervoor te zorgen dat zijn wetgeving geleidelijk in overeenstemming met die van de Gemeenschap wordt gebracht.
2. De harmonisatie van de wetgeving omvat in het bijzonder de volgende terreinen: douane, vennootschapsrecht, recht inzake banken en andere financiële diensten, vennootschapsboekhouding en -belasting, intellectuele eigendom, bescherming van werknemers op de arbeidsplaats, concurrentieregels met inbegrip van alle daarmee verband houdende aangelegenheden en handelwijzen welke de handel beïnvloeden, overheidsopdrachten, bescherming van de gezondheid en het leven van mensen, dieren en planten, milieu, consumentenbescherming, indirecte belastingen, technische normen en voorschriften, wetgeving en reglementering op nucleair gebied, vervoer en elektronische communicatie.
3. De Gemeenschap verstrekt de Republiek Tadzjikistan technische bijstand bij de tenuitvoerlegging van deze maatregelen; die bijstand kan onder andere omvatten:
– de uitwisseling van deskundigen;
– de snelle verstrekking van informatie, vooral over relevante wetgeving;
– de organisatie van seminars;
– opleiding van personeel dat is betrokken bij het opstellen en uitvoeren van wetgeving;
– steun bij de vertaling van communautaire wetgeving in de desbetreffende sectoren.
4. De partijen zoeken naar methoden om de toepassing van hun respectieve concurrentievoorschriften, voor zover de onderlinge handel erdoor wordt beïnvloed, te coördineren.
SOCIAAL-ECONOMISCHE SAMENWERKING
1. De Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan brengen een economische samenwerking tot stand die erop gericht is het economische hervormings- en herstelproces en de duurzame ontwikkeling van dat land te bevorderen. Die samenwerking versterkt de bestaande economische banden ten voordele van de partijen.
2. De beleids- en andere maatregelen beogen de bevordering van de economische en sociale hervormingen en van de herstructurering van het economische stelsel van de Republiek Tadzjikistan, waarbij deze maatregelen op de beginselen van duurzaamheid en van een harmonische sociale ontwikkeling zijn gebaseerd, en ook de milieuaspecten en de armoedebestrijding volledig in de maatregelen zijn geïntegreerd.
3. Met het oog hierop heeft de samenwerking in het bijzonder betrekking op de economische en sociale ontwikkeling, de ontwikkeling van het menselijk potentieel, steun voor bedrijven (met name de privatisering, investeringen en de ontwikkeling van financiële diensten), de landbouw en de levensmiddelensector (met inbegrip van voedselveiligheid), het waterbeheer, de energievoorziening (waaronder waterkracht) en de civiele nucleaire veiligheid, de gezondheidszorg en de armoedebestrijding, het vervoer, de posterijen, de elektronische communicatie, het toerisme, de milieubescherming, de grensoverschrijdende activiteiten en de regionale samenwerking.
4. Er wordt speciale aandacht besteed aan maatregelen ter bevordering van het economische potentieel van de Republiek Tadzjikistan en de regionale samenwerking.
5. In voorkomend geval kunnen de economische samenwerking en de andere vormen van samenwerking waarin deze Overeenkomst voorziet, worden ondersteund met technische bijstand van de Gemeenschap, rekening houdend met de op de technische bijstand aan de Onafhankelijke Staten betrekking hebbende verordening van de Raad van de Europese Unie, de prioriteiten die zijn overeengekomen in het kader van het indicatieve programma voor de technische bijstand van de Gemeenschap aan Centraal Azië en de toepassing daarvan in de Republiek Tadzjikistan, en de vastgestelde coördinatie- en tenuitvoerleggingsprocedures. De Republiek Tadzjikistan komt ook in aanmerking voor andere communautaire programma's overeenkomstig de verordeningen van de Raad ter zake.
De partijen werken samen teneinde ervoor te zorgen dat de internationale handel van de Republiek Tadzjikistan plaatsvindt overeenkomstig de regels van de WTO. De Gemeenschap verstrekt hiertoe technische bijstand aan de Republiek Tadzjikistan.
Tot dergelijke samenwerking behoren specifieke kwesties die van direct belang zijn voor de bevordering van de handel, in het bijzonder met het oog op ondersteuning van de Republiek Tadzjikistan bij het aanpassen van haar wet- en regelgeving aan de WTO-regels, zodat dat land zo spoedig mogelijk voldoet aan de voorwaarden voor toetreding tot die organisatie. Hieronder vallen:
– het opstellen van beleid inzake de handel en aanverwante zaken, met inbegrip van betalingen en verrekeningssystemen,
– het opstellen van relevante wetgeving.
1. De samenwerking is in het bijzonder gericht op:
– de ontwikkeling van commerciële banden tussen het bedrijfsleven aan beide zijden, met inbegrip van het midden- en kleinbedrijf;
– het bijdragen van de Gemeenschap aan het streven van de Republiek Tadzjikistan om haar industrie te herstructureren;
– de verbetering van het management;
– de verbetering van de kwaliteit en de industriële producten en aanpassing aan de internationale normen;
– de ontwikkeling van efficiënte productie- en verwerkingscapaciteit in de grondstoffensector;
– de uitwerking van degelijke handelsvoorschriften en -praktijken, met inbegrip van marketingmethoden voor producten;
– de milieubescherming;
– de omschakeling van het defensie-apparaat;
– de opleiding van personeel.
2. De bepalingen van dit artikel laten de toepassing op vennootschappen van de concurrentievoorschriften van de Gemeenschap onverlet.
1. Met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de Gemeenschap en de lidstaten is de samenwerking gericht op het creëren van een gunstig klimaat voor zowel binnenlandse als buitenlandse particuliere investeringen, met name via de totstandbrenging van betere voorwaarden voor de bescherming van investeringen, de overdracht van kapitaal en de uitwisseling van informatie over investeringsmogelijkheden.
2. De samenwerking is in het bijzonder gericht op de volgende doelstellingen:
– het door de lidstaten en de Republiek Tadzjikistan sluiten van de passende overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing;
– het tot stand brengen van gunstige voorwaarden voor buitenlandse investeringen in de Tadzjiekse economie;
– de vaststelling van passende en stabiele handelswetten en -voorwaarden, en de uitwisseling van informatie over wet- en regelgeving en bestuurlijke handelwijzen op investeringsgebied;
– de uitwisseling van informatie over investeringsmogelijkheden in de vorm van onder andere handelsbeurzen, tentoonstellingen, handelsweken en andere evenementen.
De partijen werken samen met het oog op de vaststelling van voorwaarden voor de gunning via openbare en op concurrentie gebaseerde procedures van contracten voor het leveren van goederen en diensten, vooral door middel van aanbestedingen.
1. De samenwerking tussen de partijen is gericht op de aanpassing aan de internationaal overeengekomen criteria, beginselen en richtsnoeren inzake metrologie, normen en conformiteitsbeoordeling, dient bevorderlijk te zijn voor de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling en dient de verbetering van de kwaliteit van de Tadzjiekse producten te vergemakkelijken.
2. Daartoe worden via samenwerking in het kader van technischebijstandsprojecten de volgende doelstellingen nagestreefd:
– de bevordering van nuttige samenwerking met de op deze gebieden gespecialiseerde organisaties en instellingen,
– de bevordering van de toepassing van communautaire technische voorschriften en Europese normen en procedures voor conformiteitsbeoordeling,
– de mogelijkheid praktische en technische informatie uit te wisselen met betrekking tot de kwaliteitszorg.
1. De partijen streven naar een uitbreiding van de investeringen en van de handel op mijnbouw- en grondstoffengebied, waaronder op het gebied van non-ferrometalen.
2. De samenwerking wordt in het bijzonder gericht op de volgende terreinen:
– de uitwisseling van informatie over de vooruitzichten voor de sectoren mijnbouw en non-ferrometalen;
– de vaststelling van een juridisch kader voor de samenwerking;
– met de handel verband houdende aangelegenheden;
– de vaststelling en tenuitvoerlegging van milieuwetgeving;
– opleiding;
– de veiligheid in de mijnindustrie.
1. De partijen bevorderen, in hun wederzijds belang, de samenwerking op het gebied van civiel wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling, en, rekening houdend met de beschikbare middelen, een passende toegankelijkheid van hun respectieve programma's, op voorwaarde dat de intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten doeltreffend en toereikend worden beschermd.
2. De samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie heeft voornamelijk betrekking op:
– de uitwisseling van wetenschappelijke en technische informatie;
– gezamenlijke activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling;
– opleidingsactiviteiten en programma's ter bevordering van de mobiliteit ten behoeve van aan beide zijden bij onderzoek en technologische ontwikkeling betrokken wetenschappers, onderzoekers en technici.
Wanneer deze samenwerking plaatsvindt in het kader van activiteiten in verband met onderwijs en/of opleiding, moet dat overeenkomstig artikel 49 gebeuren.
De partijen kunnen op basis van wederzijdse instemming kiezen voor andere vormen van samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied.
Bij de uitvoering van dergelijke samenwerkingsactiviteiten wordt bijzondere aandacht besteed aan de tewerkstelling elders van wetenschappers, ingenieurs, onderzoekers en technici die zich bezig hebben gehouden met onderzoek naar en/of de productie van massavernietigingswapens.
3. De samenwerking waarop dit artikel betrekking heeft, wordt ten uitvoer gelegd via afzonderlijke akkoorden waarvoor de onderhandelingen en de sluiting verlopen overeenkomstig de door elke partij vastgestelde procedures en waarin onder andere passende bepalingen op het gebied van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten worden opgenomen.
1. De partijen werken samen teneinde het peil van het algemene onderwijs en de beroepskwalificaties in de Republiek Tadzjikistan op te trekken, zowel in de openbare als in de particuliere sector.
2. De samenwerking wordt in het bijzonder gericht op de volgende terreinen:
– de modernisering van het hoger onderwijs en de opleidingsstelsels in de Republiek Tadzjikistan, met name het systeem voor de certificatie van instellingen voor hoger onderwijs en diploma's in het hoger onderwijs;
– de opleiding van leidinggevend personeel in de openbare en de particuliere sector alsook van hogere ambtenaren op vast te stellen prioritaire terreinen;
– de samenwerking tussen onderwijsinstellingen onderling en tussen onderwijsinstellingen en ondernemingen;
– de mobiliteit van onderwijzend personeel, afgestudeerden, administratief personeel, jonge wetenschappers en onderzoekers, en jongeren;
– de bevordering van het onderwijs op het gebied van Europese studies in de relevante instellingen;
– het onderwijs in communautaire talen;
– de postuniversitaire opleiding van conferentietolken;
– de opleiding van journalisten;
– de opleiding van opleiders.
3. De mogelijke deelneming van een partij aan de verschillende programma's op onderwijs- en opleidingsgebied van de andere partij kan worden overwogen in overeenstemming met hun respectieve procedures, en er zullen dan eventueel institutionele kaders en samenwerkingsprojecten worden opgezet in aansluiting op de deelneming van de Republiek Tadzjikistan aan het TEMPUS-programma van de Gemeenschap.
De samenwerking op dit terrein is gericht op de hervorming van de landbouw en de landbouwstructuren, de modernisering, de ziektebestrijding, de privatisering en de herstructurering van de landbouwsector, van de veeteelt, van de agro-industriële sector en van de betrokken dienstensector in de Republiek Tadzjikistan, en het vergroten van de binnenlandse en buitenlandse afzet voor Tadzjiekse producten, onder voorwaarden die de bescherming van het milieu waarborgen en met inachtneming van de noodzaak de continuïteit van de voedselvoorziening evenals de ontwikkeling van de landbouwindustrie en de verwerking en distributie van landbouwproducten te verbeteren. De partijen streven eveneens naar een geleidelijke aanpassing van de Tadzjiekse normen aan de communautaire technische voorschriften betreffende al dan niet industrieel verwerkte voedingsproducten uit de landbouw, met inbegrip van de sanitaire en fytosanitaire normen.
1. De samenwerking vindt plaats met inachtneming van de beginselen van de markteconomie en het Europese Energiehandvest tegen de achtergrond van de geleidelijke integratie van de energiemarkten in Europa.
2. De samenwerking is voornamelijk gericht op het opstellen en uitwerken van een energiebeleid. Zij houdt zich onder andere met de volgende terreinen bezig:
– verbetering van het beheer en de regulering van de energiesector in overeenstemming met de eisen van een markteconomie;
– verbetering van de energievoorziening, met inbegrip van de continuïteit van de energievoorziening, op een wijze die uit economisch en milieu-oogpunt verantwoord is;
– de bevordering van energiebesparing en een efficiënt energiegebruik en de tenuitvoerlegging van het Protocol bij het Energiehandvestverdrag betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten;
– de modernisering van de energie-infrastructuur;
– verbetering van de technologieën bij de levering en het eindverbruik van de verschillende vormen van energie;
– het beheer en de technische opleiding in de energiesector;
– vervoer en doorvoer van energiematerialen en -producten;
– de totstandbrenging van de institutionele, wettelijke, fiscale en andere voorwaarden die nodig zijn om de handel en de investeringen in energie te stimuleren;
– de ontwikkeling van hydro-elektrische en andere duurzame energiebronnen.
3. De partijen wisselen relevante informatie uit over investeringsprojecten in de energiesector, met name betreffende de productie van energiebronnen en de aanleg en renovatie van olie- en gaspijpleidingen of andere middelen om energieproducten te vervoeren. De partijen hechten bijzonder belang aan samenwerking inzake investeringen in de energiesector en de regelgeving op dit gebied. Zij werken samen met het oog op een zo efficiënt mogelijke uitvoering van de bepalingen van titel IV en artikel 44, met betrekking tot investeringen in de energiesector.
1. In de geest van het Europese Energiehandvest en de Verklaringen van de in april 1993 in Luzern en de in oktober 1995 in Sofia gehouden conferenties, en rekening houdend met het Energiehandvestverdrag, en met name met artikel 19 daarvan, met het Protocol bij het Energiehandvestverdrag betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten, ontwikkelen en versterken de partijen hun samenwerking op het gebied van het milieu en de volksgezondheid.
2. De samenwerking is gericht op milieubescherming en de bestrijding van iedere vorm van vervuiling, en is met name gericht op:
– daadwerkelijke controle van de verontreinigingsniveaus en beoordeling van het milieu; een informatiesysteem met betrekking tot de milieutoestand;
– bestrijding van lokale, regionale en grensoverschrijdende lucht- en waterverontreiniging;
– ecologisch herstel;
– duurzame, doeltreffende en uit milieuoogpunt doelmatige energieproductie en -gebruik;
– de veiligheid van industriële installaties;
– classificatie en veilige behandeling van chemische producten;
– de waterkwaliteit;
– beperking, recycling en veilige verwijdering van afval; de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Bazel, wanneer dat is ondertekend;
– milieueffecten van de landbouw; bodemerosie; chemische verontreiniging;
– bescherming van de bossen;
– instandhouding van de biodiversiteit, beschermde gebieden en duurzaam gebruik en beheer van biologische rijkdommen;
– planning van het landgebruik, met inbegrip van nieuwbouwplanning en stadsplanning;
– toepassing van economische en fiscale instrumenten;
– klimaatsveranderingen op wereldschaal;
– milieueducatie en -bewustmaking;
– tenuitvoerlegging van het Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband, wanneer dat is ondertekend.
3. De samenwerking vindt met name plaats via:
– de opstelling van plannen voor rampen en andere noodsituaties;
– de uitwisseling van informatie en deskundigen, onder meer op het gebied van de overdracht van schone technologieën en het veilige en uit milieu-oogpunt verantwoorde gebruik van biotechnologieën;
– gezamenlijke onderzoeksactiviteiten;
– de aanpassing van wetgeving aan communautaire normen;
– samenwerking in regionaal verband, met inbegrip van samenwerking in het kader van het Europees Milieuagentschap en op internationaal niveau;
– het uitwerken van strategieën, vooral in verband met wereldomvattende en klimatologische kwesties en tevens met het oog op de totstandbrenging van duurzame ontwikkeling;
– milieueffectstudies.
4. De partijen streven naar het uitbouwen van hun samenwerking op het gebied van volksgezondheid, in het bijzonder door middel van technische bijstand bij het voorkomen en bestrijden van besmettelijke ziekten en de bescherming van moeders en jonge kinderen.
Partijen ontwikkelen en versterken hun samenwerking op het gebied van vervoer.
De samenwerking beoogt onder meer de herstructurering en modernisering van de vervoersystemen en -netwerken in de Republiek Tadzjikistan, de ontwikkeling en verzekering, in voorkomend geval, van de compatibiliteit van de vervoerssystemen met het oog op de globalisering, en het identificeren en uitwerken van prioritaire projecten en het aantrekken van investeringen voor de tenuitvoerlegging ervan.
De samenwerking heeft met name betrekking op:
– de modernisering van het beheer en de exploitatie van het wegvervoer, de spoorwegen, en de luchthavens;
– de modernisering en ontwikkeling van de weg-, spoorweg-, luchthaven- en waterweginfrastructuur, alsmede navigatiehulpmiddelen, inclusief de modernisering van de belangrijkste verbindingen van gemeenschappelijk belang en de trans-Europese verbindingen voor voornoemde vervoerstakken, met name die welke verband houden met het TRACECA-project;
– de bevordering en ontwikkeling van het multimodale vervoer;
– de bevordering van gezamenlijke onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's;
– de totstandbrenging van het wettelijke en institutionele kader voor beleidsontwikkeling en -uitvoering, inclusief privatisering van de vervoersector.
– de vereenvoudiging van de procedures voor alle vormen van vervoer in de regio.
Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden verruimen en versterken de partijen hun samenwerking op de volgende terreinen:
– het opstellen van beleidslijnen en richtsnoeren voor de ontwikkeling van de sector elektronische communicatie en de posterijen;
– de ontwikkeling van de beginselen van een tariefbeleid en marketing op het gebied van elektronische communicatie en posterijen;
– de overdracht van technologie en knowhow, vooral op het terrein van Europese technische normen en certificatiesystemen;
– de bevordering van de ontwikkeling van projecten voor elektronische communicatie en posterijen en het aantrekken van investeringen;
– verhoging van de efficiëntie en kwaliteit van elektronische communicatie en posterijen, onder meer via de liberalisatie van de activiteiten in subsectoren;
– de geavanceerde toepassing van elektronische communicatie, met name op het gebied van de elektronische overdracht van kapitaal;
– beheer en optimalisering van elektronische-communicatienetwerken;
– de opstelling van een passende regelgevingsbasis voor de verstrekking van diensten op het gebied van elektronische communicatie en posterijen en voor het gebruik van het radiofrequentiespectrum;
– opleiding op het gebied van elektronische communicatie en posterijen met het oog op exploitatie onder marktvoorwaarden.
1. De samenwerking op het gebied van de financiële dienstverlening beoogt met name vergemakkelijking van het betrekken van de Republiek Tadzjikistan bij algemeen erkende onderlinge verrekeningssystemen. De technische bijstand is toegespitst op:
– de ontwikkeling van effectenbeurzen;
– de ontwikkeling van het bankwezen en de financiële dienstverlening, de ontwikkeling van een gemeenschappelijke markt van kredietmiddelen, en de integratie van de Republiek Tadzjikistan in een algemeen erkend onderling verrekeningssysteem;
– de ontwikkeling van het verzekeringswezen, hetgeen onder meer een gunstig kader zal vormen voor de deelneming van communautaire maatschappijen aan de totstandbrenging van joint ventures in de verzekeringssector in de Republiek Tadzjikistan, alsmede de ontwikkeling van de exportkredietverzekering.
Deze samenwerking draagt met name bij tot de bevordering van het aanknopen van betrekkingen tussen de partijen in de sector financiële dienstverlening.
2. De partijen werken samen bij de ontwikkeling van een belastingstelsel en van fiscale instellingen in de Republiek Tadzjikistan. De samenwerking omvat onder meer de uitwisseling van informatie en ervaringen op fiscaal gebied, en de opleiding van personeel dat betrokken is bij het opstellen en uitvoeren van fiscaal beleid.
Erkennende dat privatisering van fundamenteel belang is voor duurzaam economisch herstel, komen de partijen overeen samen te werken bij de ontwikkeling van het vereiste institutionele, wettelijke en methodologische kader. Bijzondere aandacht zal worden geschonken aan het ordelijke en transparante verloop van de privatisering, de uitwisseling van informatie en ervaringen en adequate opleiding op het gebied van investeringsbeleid.
Technische bijstand is onder andere gericht op:
– de verdere ontwikkeling van een institutionele basis binnen de regering van de Republiek Tadzjikistan met het oog op omschrijving en beheer van het privatiseringsproces;
– de verdere ontwikkeling van het privatiseringsbeleid van de Republiek Tadzjikistan, met inbegrip van het juridisch kader, en de uitvoeringsmechanismen;
– bevordering van een marktgerichte benadering van landgebruik en vruchtgebruik;
– de herstructurering van ondernemingen die nog niet gereed zijn voor privatisering;
– de ontwikkeling van particuliere ondernemingen, met name in het midden- en kleinbedrijf;
– de ontwikkeling van investeringsfondsen. Doel van deze samenwerking is ook bij te dragen aan het bevorderen van investeringen uit de Gemeenschap in de Republiek Tadzjikistan.
1. De partijen versterken hun samenwerking op het gebied van de regionale ontwikkeling en de ruimtelijke ordening.
2. Daartoe stimuleren zij de uitwisseling door de nationale, regionale en plaatselijke overheden van informatie over beleid inzake regionale planning en planning van het landgebruik en over methoden voor het uitstippelen van regionaal beleid met speciale aandacht voor de ontwikkeling van probleemgebieden.
Zij moedigen tevens directe contacten aan tussen de respectieve regionale en openbare organisaties die verantwoordelijk zijn voor de planning van de regionale ontwikkeling, teneinde onder meer informatie uit te wisselen over methoden van stimulering van regionale ontwikkeling.
1. Partijen ontwikkelen hun samenwerking op het gebied van de gezondheid en veiligheid, met het oog op verbetering van, onder andere, het beschermings- en veiligheidsniveau van werknemers.
De samenwerking heeft met name betrekking op:
– vorming en opleiding op het gebied van gezondheids- en veiligheidszaken waarbij specifieke aandacht wordt besteed aan de sectoren van bedrijvigheid met grote risico's;
– de ontwikkeling en bevordering van preventieve maatregelen ter bestrijding van beroepsziekten en andere met het beroep samenhangende aandoeningen;
– de voorkoming van het risico op ernstige ongevallen, en het beheer van giftige chemische stoffen;
– onderzoek ter ontwikkeling van fundamentele kennis omtrent de werkomgeving en de gezondheid en veiligheid van werknemers.
2. Op het gebied van de werkgelegenheid omvat de samenwerking met name technische bijstand met het oog op:
– optimalisering van de arbeidsmarkt;
– modernisering van de arbeidsbemiddelings- en adviseringsdiensten;
– planning en beheer van de herstructureringsprogramma's;
– stimulering van de ontwikkeling van lokale werkgelegenheid;
– uitwisseling van informatie over programma's inzake flexibele arbeid, met name programma's die arbeid als zelfstandige en ondernemerschap bevorderen.
3. De partijen besteden bijzondere aandacht aan samenwerking op het gebied van de sociale bescherming die onder meer samenwerking bij het plannen en ten uitvoer leggen van hervormingen van de sociale bescherming in de Republiek Tadzjikistan omvat.
Deze hervormingen beogen de ontwikkeling in de Republiek Tadzjikistan van aan markteconomieën inherente beschermingsmethoden en omvatten alle relevante vormen van sociale bescherming.
De partijen versterken en ontwikkelen hun samenwerking, met name door:
– het toerisme te bevorderen;
– de informatiestroom te vergroten;
– de overdracht van knowhow;
– bestudering van de mogelijkheden voor gezamenlijke acties;
– samenwerking tussen officiële vreemdelingenverkeersorganen, onder andere bij het opstellen van promotiemateriaal;
– opleiding voor de ontwikkeling van het toerisme.
1. De partijen streven ernaar het midden- en kleinbedrijf (MKB) en hun verenigingen en de samenwerking tussen bedrijven in de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan te ontwikkelen en te versterken.
2. De samenwerking omvat technische bijstand, met name op de volgende terreinen:
– de ontwikkeling van een wettelijk kader voor het MKB;
– de ontwikkeling van een passende infrastructuur om het MKB te ondersteunen, om de communicatie en zakelijke samenwerking binnen het MKB, zowel in de Republiek Tadzjikistan als daarbuiten, te bevorderen, en om het MKB te trainen in de noodzakelijke vaardigheden voor het aantrekken van financiering;
– opleiding op het gebied van marketing, boekhouding, en controle op de kwaliteit van producten.
Partijen steunen de ontwikkeling van moderne methoden van informatiebeheersing, met name inzake de media, en stimuleren een doeltreffende onderlinge uitwisseling van informatie. Er wordt prioriteit verleend aan programma's die het grote publiek basisinformatie over de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan verstrekken, waarbij, waar mogelijk, toegang wordt verleend tot databanken, met volledige eerbiediging van de intellectuele-eigendomsrechten.
Partijen werken nauw samen met het oog op de verwezenlijking van verenigbaarheid van hun consumentenbeschermingssystemen. Deze samenwerking omvat met name de uitwisseling van informatie op het gebied van wetgeving en institutionele hervormingen, de totstandbrenging van permanente systemen van wederzijdse informatie over gevaarlijke producten, verbetering van de aan de consument verstrekte informatie, met name over prijzen, kenmerken van producten en geboden diensten, de organisatie van uitwisselingen tussen de vertegenwoordigers van consumentenorganisaties en verhoging van de verenigbaarheid van de verschillende vormen van consumentenbeschermingsbeleid en de organisatie van studiebijeenkomsten en opleidingsactiviteiten.
1. Het doel van de samenwerking is ervoor te zorgen dat alle vast te stellen bepalingen betreffende de handel en eerlijke handel worden nageleefd en dat het douanesysteem van de Republiek Tadzjikistan aan dat van de Gemeenschap wordt aangepast.
2. De samenwerking omvat in het bijzonder:
– uitwisseling van informatie;
– verbetering van de werkmethoden;
– invoering van een gecombineerde nomenclatuur en het enig document;
– vereenvoudiging van controles op en formaliteiten bij het goederenvervoer;
– steun bij de invoering van moderne douane-informatiesystemen;
– organisatie van studiebijeenkomsten en opleidingsactiviteiten.
Waar nodig wordt technische bijstand verstrekt.
3. Onverminderd de verdere in deze Overeenkomst en met name in titel VIII overeengekomen samenwerking vindt de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douanezaken van partijen plaats overeenkomstig het bepaalde in het aan deze Overeenkomst gehechte protocol.
De samenwerking op dit gebied beoogt de ontwikkeling van een efficiënt statistisch systeem dat de betrouwbare statistieken kan leveren die nodig zijn om het proces van sociaal-economische hervorming te ondersteunen en te controleren en een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van het particulier ondernemerschap in de Republiek Tadzjikistan. Partijen werken met name op de volgende terreinen samen:
– aanpassing van het Tadzjiekse statistische systeem aan internationale methoden, normen en classificaties;
– uitwisseling van statistische gegevens;
– het leveren van de nodige statistische macro- en micro-economische gegevens om economische hervormingen uit te voeren en te beheren.
De Gemeenschap verleent hiertoe technische bijstand aan de Republiek Tadzjikistan.
Partijen vergemakkelijken het proces van sociaal-economische hervorming en de coördinatie van hun economisch beleid door samenwerking die gericht is op het verkrijgen van een beter inzicht in de grondslagen van elkaars economieën en de uitstippeling en tenuitvoerlegging van economisch beleid in een markteconomie. Daartoe wisselen partijen informatie uit over macro-economische resultaten en vooruitzichten. De Gemeenschap verstrekt technische bijstand om:
– de Republiek Tadzjikistan bij te staan in haar economisch hervormingsproces door het verstrekken van deskundige en technische adviezen,
– samenwerking tussen economen aan te moedigen teneinde de overdracht van knowhow voor de uitstippeling van economisch beleid te bespoedigen en te zorgen voor ruime verspreiding van onderzoek dat voor het beleid van belang kan zijn;
– de Tadzjiekse capaciteit om economische modellen op te stellen, te verbeteren.
SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN
De partijen werken samen inzake alle kwesties betreffende de instelling of versterking van democratische instellingen, inclusief die welke vereist zijn voor de versterking van de rechtsstaat, de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden overeenkomstig internationaal recht en de OVSE-principes. Deze samenwerking krijgt gestalte in programma's voor technische bijstand, onder meer op het gebied van het opstellen van relevante wet- en regelgeving, de uitvoering van deze wetgeving, het functioneren van de rechterlijke macht, de rol van de staat op juridisch gebied en de werking van het kiesstelsel. Zo nodig valt ook opleiding hieronder. De partijen bevorderen contacten en uitwisselingen tussen hun nationale, regionale en gerechtelijke autoriteiten, parlementsleden, en non-gouvernementele organisaties.
SAMENWERKING BIJ DE PREVENTIE VAN ILLEGALE ACTIVITEITEN EN DE PREVENTIE VAN EN CONTROLE OP ILLEGALE IMMIGRATIE
De partijen werken samen bij het voorkomen van illegale activiteiten zoals:
– illegale activiteiten in de economische sfeer, inclusief corruptie;
– illegale transacties betreffende diverse goederen, inclusief industrieafval en de illegale wapenhandel;
– namaak.
Samenwerking op bovengenoemde terreinen is gebaseerd op wederzijds overleg en nauwe interactie. Deze samenwerking omvat technische en administratieve bijstand voor met name:
– het opstellen van nationale wetgeving in de sfeer van preventie van illegale activiteiten;
– het opzetten van informatiecentra;
– het vergroten van de efficiëntie van instellingen die werkzaam zijn op het gebied van de preventie van illegale activiteiten;
– het opleiden van personeel en de ontwikkeling van onderzoeksinfrastructuur;
– het uitwerken van wederzijds aanvaardbare maatregelen om illegale activiteiten te verhinderen.
1. Partijen zijn het eens over de noodzaak al het nodige te doen en samen te werken teneinde te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van inkomsten uit criminele activiteiten in het algemeen en drugsmisdrijven in het bijzonder.
2. De samenwerking op dit gebied omvat administratieve en technische bijstand met het oog op de vaststelling van passende normen ter voorkoming van het witwassen van geld die gelijkwaardig zijn aan de in deze door de Gemeenschap en internationale fora, in het bijzonder de Financial Action Task Force (FATF), vastgestelde normen.
Partijen werken in het kader van hun respectieve bevoegdheden samen aan verhoging van de doelmatigheid en efficiëntie van het beleid en de maatregelen om de illegale productie en levering van en de handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen en het oneigenlijk gebruik van precursoren tegen te gaan, alsmede aan bevordering van de preventie en terugdringing van de vraag naar verdovende middelen. Wat betreft de controle op precursoren en andere essentiële stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, vindt deze samenwerking plaats op basis van de door de Gemeenschap en de desbetreffende internationale autoriteiten erkende normen, zoals die van de Chemical Action task force (CATF). De samenwerking op dit gebied is gebaseerd op onderling overleg en nauwe coördinatie tussen partijen over de doelstellingen en maatregelen op de verschillende met verdovende middelen verband houdende terreinen.
1. De partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan het gezamenlijk beheer van de migratiestromen tussen hun grondgebieden. Om de samenwerking te versterken, zetten de partijen een brede dialoog op over alle kwesties in verband met migratie, waaronder illegale migratie, mensensmokkel en -handel, en nemen zij de migratievraagstukken op in de nationale sociaal-economische ontwikkelingsstrategieën van de landen van oorsprong van de migranten.
2. De samenwerking zal berusten op een door de partijen in onderling overleg verrichte evaluatie van de specifieke behoeften, en wordt overeenkomstig de geldende communautaire en nationale wetgeving uitgevoerd. De samenwerking zal zich met name richten op:
a. de belangrijkste oorzaken van migratie;
b. de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van nationale wetgeving en praktijken met betrekking tot internationale bescherming, teneinde te voldoen aan de bepalingen van het verdrag van Genève van 1951 inzake de status van vluchtelingen, het protocol van 1967, en andere relevante regionale en internationale instrumenten die ervoor zorgen dat het beginsel van non-refoulement gerespecteerd wordt;
c. de toelatingsregels, alsmede de rechten en de status van toegelaten personen, de billijke behandeling en de integratie van legale migranten in de maatschappij, onderwijs en opleiding van legale migranten en maatregelen ter bestrijding van racisme en xenofobie;
d. de uitwerking van een doeltreffend preventiebeleid tegen illegale immigratie en mensensmokkel en -handel, met inbegrip van onderzoek naar middelen om tegen criminele netwerken en organisaties van handelaars en smokkelaars op te treden en om de slachtoffers van dit soort handel te beschermen;
e. de humane en waardige terugkeer van illegale personen en het bevorderen van hun vrijwillige terugkeer, en hun overname overeenkomstig lid 3;
f. het visabeleid, ten aanzien van onderwerpen van wederzijds belang;
g. de controle aan de grenzen, met name wat betreft de organisatie, de opleiding, de beste praktijken, mogelijke andere concrete maatregelen en, eventueel, het leveren van apparatuur, rekening houdend met de mogelijkheid van dubbel gebruik van die apparatuur.
3. In het kader van de samenwerking ter voorkoming en controle van illegale migratie komen de partijen eveneens overeen elkaars illegale migranten over te nemen. Daartoe:
– zal de Republiek Tadzjikistan haar onderdanen die illegaal aanwezig zijn op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie op verzoek van deze lidstaat en zonder verdere formaliteiten overnemen; en
– zullen alle lidstaten van de Europese Unie hun onderdanen die illegaal aanwezig zijn op het grondgebied van de Republiek Tadzjikistan op verzoek van laatstgenoemd land en zonder verdere formaliteiten overnemen.
De partijen komen overeen dat op verzoek van een der partijen zo snel mogelijk een overeenkomst wordt gesloten waarin de specifieke verplichtingen worden geregeld die de Republiek Tadzjikistan en de lidstaten van de Europese Gemeenschap hebben ten aanzien van de overname en die een verplichting tot overname van de onderdanen van andere landen en statenloze personen bevat.
Voor de doeleinden van deze overeenkomst wordt onder „de partijen" verstaan: de Europese Gemeenschap, haar lidstaten en de Republiek Tadzjikistan.
De partijen herbevestigen het belang van de bestrijding van het terrorisme en werken overeenkomstig de internationale overeenkomsten en hun respectieve wet- en regelgeving samen om terroristische acties te voorkomen en te verijdelen. Zij zullen dat voornamelijk doen:
– in het kader van de volledige uitvoering van resolutie 1373 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en andere relevante resoluties van de Verenigde Naties, internationale afspraken en instrumenten;
– door uitwisseling van informatie over terroristische groeperingen en de hen ondersteunende netwerken, overeenkomstig de internationale en nationale wetgeving;
– door uitwisseling van inzichten over middelen en methoden om het terrorisme te bestrijden, onder meer op technisch gebied en ten aanzien van opleiding, en door uitwisseling van ervaringen met betrekking tot het voorkomen van terrorisme.
CULTURELE SAMENWERKING
Partijen verbinden zich ertoe culturele samenwerking te bevorderen en te vergemakkelijken. In voorkomend geval kunnen de culturele samenwerkingsprogramma's van de Gemeenschap of de programma's van een of meer lidstaten het voorwerp van samenwerking vormen en kunnen verdere activiteiten van wederzijds belang worden ontwikkeld.
FINANCIËLE SAMENWERKING
Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst en in overeenstemming met de artikelen 74, 75 en 76 komt de Republiek Tadzjikistan in aanmerking voor tijdelijke financiële steun van de Gemeenschap via technische bijstand in de vorm van subsidies.
Deze financiële steun wordt geleverd in het kader van TACIS, zoals in de desbetreffende communautaire verordening van de Raad is bepaald. De Republiek Tadzjikistan komt ook in aanmerking voor andere soorten communautaire bijstand, naar gelang van de behoeften. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de concentratie van de steun, aan de coördinatie van de bijstandsinstrumenten en aan het verband tussen de verschillende soorten communautaire humanitaire steun, saneringssteun en ontwikkelingssteun. De armoedebestrijding zal in de communautaire programma's worden opgenomen.
De doelstellingen en terreinen van de financiële steun van de Gemeenschap worden vastgesteld in een indicatief programma dat een afspiegeling vormt van de door de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan vast te stellen prioriteiten, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van de Republiek Tadzjikistan, de opnamecapaciteit van de verschillende sectoren en de met de hervorming geboekte voortgang. Partijen stellen de Samenwerkingsraad hiervan in kennis.
Om optimaal profijt te kunnen trekken van de beschikbare middelen zorgen partijen ervoor dat de bijstandsbijdragen van de Gemeenschap worden toegekend in nauwe coördinatie met bijdragen die uit andere financieringsbronnen, zoals de lidstaten, andere landen en internationale organisaties, zoals de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.
INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Er wordt een Samenwerkingsraad opgericht, die toezicht houdt op de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst. De Samenwerkingsraad komt met een door hemzelf vast te stellen regelmaat op ministerieel niveau bijeen. Hij behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van de Overeenkomst voordoen, en alle andere, bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang om de doelstellingen van deze Overeenkomst te bereiken. De Samenwerkingsraad kan, in onderlinge overeenstemming tussen de partijen, tevens passende aanbevelingen doen.
1. De Samenwerkingsraad bestaat uit leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en uit leden van de regering van de Republiek Tadzjikistan, anderzijds.
2. De Samenwerkingsraad stelt zijn reglement van orde vast.
3. De Samenwerkingsraad wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Gemeenschap en een lid van de regering van de Republiek Tadzjikistan.
1. De Samenwerkingsraad wordt bij de vervulling van zijn taken bijgestaan door een samenwerkingscomité, bestaande uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en van leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en vertegenwoordigers van de regering van de Republiek Tadzjikistan, anderzijds, gewoonlijk op het niveau van hooggeplaatste ambtenaren. Het samenwerkingscomité wordt beurtelings voorgezeten door de Gemeenschap en door de Republiek Tadzjikistan.
In zijn reglement van orde bepaalt de Samenwerkingsraad de taken van de Samenwerkingsraad, die met name bestaan uit de voorbereiding van de vergaderingen van de Samenwerkingsraad en de vaststelling van de werkwijze van het Comité.
2. De Samenwerkingsraad mag zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk delegeren aan het Samenwerkingscomité, dat tussen de vergaderingen van de Samenwerkingsraad voor continuïteit zal zorgen.
De Samenwerkingsraad mag besluiten ieder ander speciaal comité of lichaam dat hem bij de uitvoering van zijn taken kan helpen, op te richten, en bepaalt de samenstelling, de taken en het functioneren van dergelijke comités of lichamen.
Bij het onderzoek van problemen die zich in het kader van de Overeenkomst voordoen met betrekking tot een bepaling betreffende een artikel van een van de overeenkomsten van de WTO houdt de Samenwerkingsraad zoveel mogelijk rekening met de algemeen gebruikelijke interpretatie van het artikel in kwestie door de partijen bij de WTO.
Er wordt een Parlementair Samenwerkingscomité opgericht. Dit zal als forum dienen, waar leden van het Tadzjiekse Parlement en het Europees Parlement elkaar kunnen ontmoeten en met elkaar van gedachten kunnen wisselen, ook over kwesties aangaande de politieke dialoog op parlementair niveau. Het Comité komt met een door hemzelf vast te stellen regelmaat bijeen.
1. Het Parlementaire Samenwerkingscomité bestaat uit leden van het Europees Parlement enerzijds, en leden van het Tadzjiekse Parlement anderzijds.
2. Het Parlementaire Samenwerkingscomité stelt zijn reglement van orde vast.
3. Het Parlementaire Samenwerkingscomité wordt bij toerbeurt door het Europees Parlement en door het Tadzjiekse Parlement voorgezeten, volgens de in zijn reglement van orde op te nemen bepalingen.
Het Parlementaire Samenwerkingscomité mag bij de Samenwerkingsraad ter zake doende inlichtingen over de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst inwinnen; de Samenwerkingsraad verstrekt het Samenwerkingscomité de verlangde informatie.
Het Parlementaire Samenwerkingscomité wordt ingelicht over de aanbevelingen van de Samenwerkingsraad.
Het Parlementaire Samenwerkingscomité mag aanbevelingen doen aan de Samenwerkingsraad.
1. Binnen het toepassingsgebied van de Overeenkomst beijvert elk van de partijen zich om ervoor te zorgen dat natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere partij, zonder discriminatie ten opzichte van haar eigen onderdanen, toegang krijgen tot de ter zake bevoegde gerechtshoven en administratieve instanties van beide partijen, ter bescherming van hun individuele rechten en hun eigendomsrechten, waaronder ook die betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigendom.
2. Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden zetten beide partijen zich in om:
– arbitrage aan te moedigen bij geschillen die voortkomen uit handels- en samenwerkingstransacties tussen economische subjecten van de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan;
– overeen te komen dat wanneer een geschil ter arbitrage wordt voorgelegd, elke partij bij het geschil, behalve wanneer de regels van de arbitrage-instantie die door beide partijen is gekozen anders bepalen, haar eigen arbiter kiest, ongeacht diens nationaliteit, en dat de derde arbiter of de enige arbiter een ingezetene van een derde staat mag zijn;
– hun economische subjecten aan te bevelen in onderling overleg de wetgeving te kiezen die van toepassing is op hun contracten;
– aan te moedigen dat een beroep wordt gedaan op de arbitragevoorschriften die zijn uitgewerkt door de Commissie van de Verenigde Naties inzake Internationaal Handelsrecht (UNCITRAL) en arbitrage door een andere instantie van een staat die het verdrag heeft ondertekend over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale uitspraken dat op 10 juni 1958 in New York is gesloten.
Niets in de Overeenkomst belet een partij binnen de grenzen van haar respectieve bevoegdheden maatregelen te nemen:
a. die zij nodig acht om de onthulling van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist, te beletten;
b. die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met onderzoek, ontwikkeling of productie die absoluut vereist zijn voor verdedigingsdoeleinden, mits dergelijke maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor producten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;
c. die zij van vitaal belang voor haar eigen veiligheid acht, in geval van ernstige binnenlandse beroeringen die de handhaving van recht en orde in gevaar brengen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden, of om verplichtingen na te komen die zij voor de instandhouding van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan;
d. die zij nodig acht om haar internationale verplichtingen en verbintenissen na te komen met betrekking tot de controle op het tweeërlei gebruik van industriële goederen en technologieën.
1. Op de door deze overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalingen, geldt het volgende:
– de regelingen die de Republiek Tadzjikistan ten opzichte van de Gemeenschap toepast, mogen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen de lidstaten, hun onderdanen dan wel hun vennootschappen;
– de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van de Republiek Tadzjikistan toepast mogen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen onderdanen van de Republiek Tadzjikistan dan wel vennootschappen uit dat land.
2. Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de partijen om de ter zake doende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen op belastingplichtigen, die niet in dezelfde situatie verkeren ten aanzien van hun vaste woonplaats.
1. Elk van beide partijen mag ieder geschil dat verband houdt met de toepassing of de interpretatie van de Overeenkomst aan de Samenwerkingsraad voorleggen.
2. De Samenwerkingsraad kan het geschil bij aanbeveling beslechten.
3. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, mag elk van beide partijen de andere van de benoeming van een bemiddelaar in kennis stellen; de andere partij moet dan binnen twee maanden een tweede bemiddelaar benoemen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en de lidstaten geacht één partij bij het geschil te zijn.
De Samenwerkingsraad benoemt een derde bemiddelaar.
De aanbevelingen van de bemiddelaars worden met meerderheid van stemmen genomen. Dergelijke aanbevelingen zijn niet bindend voor de partijen.
De partijen komen overeen op verzoek van elk van de partijen onmiddellijk overleg te plegen via passende kanalen om kwesties met betrekking tot de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst en andere relevante aspecten van de betrekkingen tussen de partijen te bespreken.
De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan en gelden onverminderd de artikelen 12, 88 en 94.
De Samenwerkingsraad kan procedureregels opstellen voor geschillenbeslechting.
De behandeling van de Republiek Tadzjikistan zal niet gunstiger zijn dan die welke de lidstaten onderling toepassen.
In de Overeenkomst wordt onder de term „partijen" verstaan de Republiek Tadzjikistan enerzijds en de Gemeenschap, of de lidstaten, of de Gemeenschap en de lidstaten, in overeenstemming met hun respectieve bevoegdheden, anderzijds.
Voor zover aangelegenheden die onder deze overeenkomst vallen, onder het Verdrag inzake het Europees Energiehandvest en de protocollen daarbij vallen, zijn genoemd Verdrag en de protocollen daarbij meteen vanaf de inwerkingtreding van toepassing op die aangelegenheden, maar alleen voorzover daarin in een dergelijke toepassing is voorzien.
De Overeenkomst wordt gesloten voor een aanvankelijke periode van tien jaar, waarna de Overeenkomst automatisch telkens met een jaar wordt verlengd, tenzij een van beide partijen de andere partij zes maanden voor het verstrijken ervan schriftelijk meedeelt deze op te zeggen.
1. De partijen treffen alle algemene of bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de Overeenkomst te voldoen. Zij zullen erop toezien dat de in de Overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt.
2. Indien een van beide partijen van mening is dat de andere partij een verplichting krachtens de Overeenkomst niet is nagekomen, mag zij passende maatregelen treffen. Alvorens zulks te doen, verstrekt deze partij, behalve in bijzonder dringende gevallen, de Samenwerkingsraad alle ter zake doende gegevens die nodig zijn voor een grondig onderzoek van de situatie om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Bij de keuze van deze maatregelen moet voorrang worden gegeven aan die welke de goede werking van de Overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Samenwerkingsraad gebracht, die daaromtrent overleg moet plegen indien de andere partij dit verlangt.
De bijlagen I, II, III en IV en het protocol zijn een integrerend onderdeel van deze Overeenkomst.
Totdat er onder de onderhavige Overeenkomst gelijkwaardige rechten zijn verworven voor zowel individuen als ondernemers, zal de Overeenkomst geen afbreuk doen aan rechten die hun worden verzekerd door bestaande overeenkomsten, welke bindend zijn voor één of meer lidstaten enerzijds, en voor de Republiek Tadzjikistan anderzijds, met uitzondering van gebieden die tot de bevoegdheid van de Gemeenschap behoren, en zonder afbreuk te doen aan de verplichtingen van de lidstaten die voortvloeien uit deze Overeenkomst op gebieden die tot hun bevoegdheid behoren.
Deze overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van toepassing zijn, overeenkomstig de bepalingen van genoemde Verdragen, enerzijds, en op het grondgebied van de Republiek Tadzjikistan, anderzijds.
Deze Overeenkomst wordt neergelegd bij de Secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie.
De overeenkomst is opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Tadzjiekse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, en zal worden neergelegd bij de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie.
De Overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.
De Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de partijen de Secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie kennisgeven van het feit dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.
Bij haar inwerkingtreding vervangt deze Overeenkomst, wat de betrekkingen tussen de Republiek Tadzjikistan en de Gemeenschap betreft, de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake handel en commerciële en economische samenwerking die op 18 december 1989 in Brussel werd ondertekend.
Indien de bepalingen van sommige onderdelen van deze Overeenkomst in afwachting van de voltooiing van de procedures die noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst in werking treden door middel van een Interimovereenkomst tussen de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan, komen de partijen overeen dat de term „datum van inwerkingtreding" in dat geval betekent de datum van inwerkingtreding van de Interimovereenkomst.
GEDAAN te Luxemburg, de elfde oktober tweeduizendvier.
Lijst van aan de overeenkomst gehechte teksten
Bijlage I
Indicatieve lijst van voordelen die de Republiek Tadzjikistan overeenkomstig artikel 7, lid 3, aan de Onafhankelijke Staten toekent.
Bijlage II
Voorbehouden van de Gemeenschap overeenkomstig artikel 21, lid 2.
Bijlage III
Financiële diensten, als bedoeld in artikel 23, lid 3.
Bijlage IV
Overeenkomsten inzake intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten als bedoeld in artikel 39.
Het Protocol betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken.
Indicatieve lijst van voordelen die de Republiek Tadzjikistan overeenkomstig artikel 7, lid 3, aan de onafhankelijke staten toekent
1. De Republiek Belarus, de Republiek Kazachstan, de Kirgizische Republiek, de Russische Federatie: douanetarieven zijn niet van toepassing.
2. De goederen die volgens de overeenkomsten inzake industriële samenwerking met de landen van het GOS worden vervoerd, zijn niet belastbaar.
3. Het Certificaat van overeenstemming voor serieproductie wordt erkend door alle GOS-landen; op basis daarvan wordt het Nationale Certificaat van overeenstemming afgegeven.
4. Er is een speciaal systeem voor courante betalingen met alle GOS-landen.
5. Er zijn speciale voorwaarden voor doorvoer met alle GOS-landen overeengekomen.
Voorbehouden van de Gemeenschap overeenkomstig artikel 21, lid 2
Mijnbouw
In sommige lidstaten kan voor de ontginning van ertsen door ondernemingen waarin onderdanen van de EG geen meerderheidsparticipatie hebben een vergunning vereist zijn.
Visserij
Tenzij anders bepaald is de toegang tot en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en visserijgronden die zich bevinden in maritieme wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van lidstaten van de Gemeenschap vallen, beperkt tot vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap voeren en die op het grondgebied van de Gemeenschap geregistreerd zijn.
Aankoop van onroerend goed
In sommige lidstaten is de aankoop van onroerend goed door niet-EG-ondernemingen aan beperkingen onderworpen.
Audiovisuele diensten met inbegrip van de radio-omroep
Wat productie en distributie betreft, met inbegrip van het uitzenden en andere vormen van transmissie aan het publiek, kan de nationale behandeling beperkt zijn tot audiovisuele werken die aan bepaalde criteria ten aanzien van de oorsprong voldoen, maar met name de infrastructuur voor het uitzenden van dergelijke audiovisuele werken is daarvan uitgesloten.
Vrije beroepen
Beperkt tot natuurlijke personen die onderdanen zijn van de lidstaten. Onder bepaalde voorwaarden kan aan deze personen toestemming tot het oprichten van ondernemingen worden verleend.
Landbouw
In bepaalde lidstaten wordt de nationale behandeling niet toegekend aan ondernemingen waarin onderdanen van de EG geen meerderheidsparticipatie hebben en die een landbouwbedrijf wensen op te richten. De aankoop van wijngaarden door ondernemingen waarin onderdanen van de EG geen meerderheidsparticipatie hebben, is afhankelijk gesteld van een kennisgeving of, indien nodig, een vergunning.
Persagentschappen
In sommige lidstaten is de buitenlandse deelneming in uitgeverijen en omroeporganisaties aan beperkingen onderhevig.
Financiële diensten als bedoeld in artikel 23, lid 3
Een financiële dienst is een dienst van financiële aard die door een financieel dienstverlener van een van de partijen wordt aangeboden. Financiële diensten omvatten de volgende activiteiten:
A. Alle verzekeringsdiensten en daarmee verband houdende diensten
1. Directe verzekering (met inbegrip van medeverzekering).
i. levensverzekering
ii. niet-levensverzekering.
2. Herverzekering en retrocessie
3. Verzekeringsbemiddeling, zoals diensten van makelaars en agenten.
4. Ondersteunende diensten in de verzekeringssector, zoals adviesverstrekking, actuariaat, risicobeoordeling en regeling van schade-eisen.
B. Bankwezen en andere financiële diensten (verzekeringen niet inbegrepen)
1. Acceptatie van deposito's en andere terugbetaalbare middelen van het publiek.
2. Alle soorten leningen, onder meer consumentenkrediet, hypotheekleningen, factorkrediet en financiering van commerciële transacties.
3. Financiële leasing.
4. Alle betalings- en geldovermakingsdiensten, met inbegrip van krediet- en betaalkaarten, reischeques en bankwissels.
5. Garanties en verplichtingen.
6. Verhandelen, voor eigen rekening of voor rekening van derden, hetzij op de beurs, hetzij op de parallelmarkt, hetzij anderszins, van de volgende producten:
a. geldmarktinstrumenten (cheques, wissels, depositobewijzen, enz.);
b. deviezen;
c. afgeleide producten als bijvoorbeeld termijntransacties en opties;
d. wisselkoers- en rentevoetinstrumenten, met inbegrip van producten als ruiltransacties, termijnkoerstransacties e.d.;
e. verhandelbare effecten;
f. andere verhandelbare stukken en financiële activa, met inbegrip van ongemunt goud en zilver.
7. Deelneming in de uitgifte van diverse soorten effecten, met inbegrip van het garanderen en plaatsen van effecten als agent (openbaar of particulier) en het verlenen van daarmee verband houdende diensten.
8. Geldmakelaarsdiensten.
9. Beheer van activa, bij voorbeeld van kasmiddelen of beleggingsportefeuilles, alle vormen van gezamenlijk investeringsbeheer, beheer van pensioenfondsen alsmede bewaargevings-, deposito- en trustdiensten.
10. Vereffenings- en verrekeningsdiensten voor financiële activa met inbegrip van effecten, afgeleide producten en andere verhandelbare stukken.
11. Advies en bemiddeling en andere ondersteunende financiële diensten in verband met de in de punten 1 tot en met 10 genoemde activiteiten, met inbegrip van kredietreferenties en -analyse, onderzoek en advies in verband met investeringen en beleggingsportefeuilles, alsmede advies over bedrijfsparticipaties, -reorganisaties en -strategieën.
12. Verstrekken en overdragen van financiële informatie, financiële gegevensverwerking en bijbehorende software door andere financiële dienstverleners.
De volgende activiteiten zijn van de definitie van financiële diensten uitgesloten:
a. activiteiten van centrale banken of andere overheidsinstellingen voor de tenuitvoerlegging van het monetair beleid of het wisselkoersbeleid;
b. activiteiten die voor rekening of met de garantie van de regering worden uitgevoerd door centrale banken, overheidsinstanties, ministeries of openbare instellingen, behalve wanneer de activiteiten door financiële dienstverleners in concurrentie met die overheidslichamen mogen worden uitgevoerd;
c. activiteiten die deel uitmaken van een wettelijk stelsel van sociale zekerheid of van wettelijke pensioenregelingen, behalve wanneer die activiteiten door financiële dienstverleners in concurrentie met overheidslichamen of particuliere instellingen mogen worden uitgevoerd.
Overeenkomsten inzake intellectuele, industriële en commerciële eigendom als bedoeld in artikel 39
1. Artikel 39, lid 2, heeft betrekking op de hierna volgende multilaterale overeenkomsten:
– Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome, 1961);
– Protocol bij de schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Madrid, 1989);
– Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (UPOV) (Akte van Genève, 1991). 2.
2. De Samenwerkingsraad kan aanbevelen dat artikel 39, lid 2, van toepassing is op andere multilaterale overeenkomsten. Indien zich problemen voordoen op het gebied van de intellectuele, de industriële en de commerciële eigendom die gevolgen hebben voor de omstandigheden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, wordt op verzoek van een der partijen ten spoedigste overleg gepleegd teneinde een voor beide partijen bevredigende oplossing te vinden voor het probleem.
3. De partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die voortvloeien uit de hiernavolgende multilaterale overeenkomsten:
– Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (Akte van Stockholm, 1967, geamendeerd in 1979);
– Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (Octrooiensamenwerkingsverdrag) (Washington 1970, geamendeerd in 1979 en gewijzigd in 1984);
– Herziene Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (1886, laatstelijk gewijzigd in 1971);
– Verdrag inzake het merkenrecht (Genève 1994);
4. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst kent de Republiek Tadzjikistan aan ondernemingen en onderdanen van de Gemeenschap, wat de erkenning en bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom betreft, een behandeling toe die niet minder gunstig is dan die welke dit land uit hoofde van bilaterale overeenkomsten aan enig ander derde land toekent.
5. De bepalingen van punt 4 zijn niet van toepassing op de voordelen die de Republiek Tadzjikistan op een grondslag van daadwerkelijke wederkerigheid aan enig derde land toekent of op de voordelen die de Republiek Tadzjikistan aan een ander land van de voormalige Sovjet-Unie toekent.
Protocol betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken
Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:
a. „douanewetgeving": de op het grondgebied van de partijen geldende voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing van goederen onder andere douaneregelingen of -procedures, met inbegrip van de door partijen ingestelde verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
b. „verzoekende autoriteit": een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;
c. „aangezochte autoriteit": een bevoegde administratieve autoriteit die door een partij is aangewezen om verzoeken om administratieve bijstand in douanezaken te ontvangen;
d. „persoonsgegevens": alle inlichtingen over een bepaalde of te bepalen natuurlijke persoon;
e. „met de douanewetgeving strijdige handeling": elke overtreding of poging tot overtreding van de douanewetgeving.
1. De partijen verlenen elkaar op de onder hun bevoegdheid vallende gebieden bijstand, op de wijze en op de voorwaarden als bij dit protocol vastgesteld, met het oog op correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder bij het voorkomen, onderzoeken en vervolgen van handelingen in strijd met deze wetgeving.
2. De bijstand in douanezaken waarin dit protocol voorziet, geldt voor alle administratieve autoriteiten van de partijen die voor de toepassing van dit protocol bevoegd zijn. De bijstand in douanezaken doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken. Deze geldt ook niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.
1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle ter zake dienende informatie die deze nodig heeft om ervoor te zorgen dat de douanewetgeving wordt nageleefd, met name van informatie betreffende vastgestelde of voorgenomen transacties die met deze wetgeving strijdig zijn of zouden kunnen zijn.
2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede:
a. of goederen die uit het grondgebied van een der partijen zijn uitgevoerd op correcte wijze op het grondgebied van de andere partij zijn ingevoerd, in voorkomend geval met vermelding van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst;
b. of goederen die op het grondgebied van een der partijen zijn ingevoerd op correcte wijze uit het grondgebied van de andere partij zijn uitgevoerd, in voorkomend geval met vermelding van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.
3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig haar wet- en regelgeving, de nodige maatregelen met het oog op bijzonder toezicht op:
a. natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij de douanewetgeving overtreden of overtreden hebben;
b. plaatsen waar goederen op zodanige wijze zijn of zouden kunnen zijn opgeslagen dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij handelingen die in strijd zijn met de douanewetgeving;
c. goederen die op zodanige wijze worden of zouden kunnen worden vervoerd dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt;
d. vervoermiddelen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij voor het plegen van handelingen in strijd met de douanewetgeving zijn gebruikt, worden gebruikt of kunnen worden gebruikt.
Partijen verlenen elkaar op eigen initiatief en overeenkomstig hun wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten bijstand indien zij zulks noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder wanneer zij informatie krijgen over:
– transacties die een inbreuk vormen of lijken te vormen op deze wetgeving en die van belang kunnen zijn voor een andere partij;
– nieuwe middelen of methoden die worden gebruikt bij overtredingen van de douanewetgeving;
– goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van transacties in strijd met de douanewetgeving;
– natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien van wie een gegrond vermoeden bestaat dat zij handelingen verrichten of hebben verricht die met de douanewetgeving in strijd zijn;
– vervoermiddelen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij voor het plegen van handelingen in strijd met de douanewetgeving zijn gebruikt, worden gebruikt of kunnen worden gebruikt.
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit overeenkomstig haar wet- en regelgeving alle maatregelen die nodig zijn voor:
– de afgifte van alle documenten,
– de kennisgeving van alle besluiten,
die van de verzoekende autoriteit uitgaan en onder het toepassingsgebied van dit protocol vallen, aan een geadresseerde die op het zijn grondgebied verblijft of gevestigd is. In dat geval is artikel 6, lid 3, van toepassing, wat de verzoeken om mededeling van informatie of kennisgeving betreft.
1. De verzoeken in het kader van dit protocol worden schriftelijk ingediend. Zij gaan vergezeld van de documenten die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.
2. De overeenkomstig het bepaalde in lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hierna volgende gegevens:
a. de naam van de verzoekende autoriteit;
b. de gevraagde maatregel;
c. het onderwerp en de reden van het verzoek;
d. de relevante wetten, regels en andere rechtsvoorschriften;
e. zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;
f. een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd.
3. De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze aanvaardbare taal.
4.Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds voorzorgsmaatregelen worden genomen.
1. De aangezochte autoriteit behandelt verzoeken om bijstand, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en de haar beschikbare middelen, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde partij handelde, door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten. Deze bepaling is tevens van toepassing op instanties aan welke de aangezochte autoriteit het verzoek op grond van dit protocol doorzendt, indien deze autoriteit niet zelfstandig kan handelen.
2. Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten van de aangezochte overeenkomstsluitende partij.
3. Gemachtigde ambtenaren van een partij kunnen met instemming van de andere betrokken partij en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, van de diensten van de aangezochte autoriteit of van een andere autoriteit die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, informatie inwinnen over transacties waarbij de douanewetgeving wordt of zou kunnen worden overtreden, indien de verzoekende autoriteit deze informatie nodig heeft ter uitvoering van het bepaalde in dit protocol.
4. Ambtenaren van een partij kunnen, met instemming van de andere betrokken overeenkomstsluitende partij, en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.
1. De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het onderzoek aan de verzoekende autoriteit mee in de vorm van bescheiden, voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden, rapporten en dergelijke.
2. De in lid 1 bedoelde bescheiden kunnen worden vervangen door informatie die, in ongeacht welke vorm, met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking voor hetzelfde doel wordt verstrekt.
3. Originele dossiers en documenten worden alleen opgevraagd wanneer niet kan worden volstaan met gewaarmerkte kopieën. Toegezonden originelen worden zo spoedig mogelijk teruggezonden.
1. De partijen kunnen de in dit protocol bedoelde bijstand weigeren wanneer het verlenen daarvan:
a. de soevereiniteit van de Republiek Tadzjikistan of die van een lidstaat van de Europese Unie die uit hoofde van dit protocol om bijstand is gevraagd, zou kunnen aantasten; of
b. de openbare orde, veiligheid of andere wezenlijke belangen, met name in de in artikel 10, lid 2, genoemde gevallen, zou kunnen aantasten; of
c. tot schending van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim zou leiden.
2. De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen indien deze een lopend onderzoek, een lopende strafvervolging of procedure zou verstoren. In dat geval pleegt de aangezochte autoriteit overleg met de verzoekende autoriteit om na te gaan of de bijstand kan worden verleend op door de aangezochte autoriteit te stellen voorwaarden.
3. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
4. Indien bijstand wordt geweigerd, dienen dit besluit en de redenen ervan terstond aan de verzoekende autoriteit te worden meegedeeld.
1. Alle informatie, in welke vorm dan ook, die ter uitvoering van dit protocol is verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter, of is voor beperkte verspreiding bestemd, afhankelijk van de van toepassing zijnde voorschriften van elk van de partijen, en valt onder de geheimhoudingsplicht. Op deze informatie is de wetgeving van toepassing die op soortgelijke informatie van de ontvangende partij van toepassing is, alsmede de ter zake geldende bepalingen waaraan de communautaire instellingen zijn onderworpen.
2. Persoonlijke gegevens mogen alleen worden verstrekt wanneer de ontvangende partij zich ertoe verbindt deze gegevens een op zijn minst equivalente bescherming te geven als die welke in dat specifieke geval wordt toegepast door de partij die de gegevens verstrekt.
3. De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de in dit protocol omschreven doeleinden. Een partij mag deze informatie slechts voor andere doeleinden gebruiken na schriftelijke toestemming van de administratieve autoriteit die ze heeft verstrekt. Dergelijke informatie mag uitsluitend op de door deze autoriteit vastgestelde voorwaarden worden gebruikt.
4. Het bepaalde in lid 3 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in gerechtelijke of administratieve procedures die achteraf worden ingesteld wegens niet-naleving van de douanewetgeving. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt, wordt van een dergelijk gebruik onmiddellijk in kennis gesteld.
5. De partijen kunnen de overeenkomstig het bepaalde in dit Protocol verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden in hun rapporten, getuigenissen en gerechtelijke procedures als bewijsmateriaal gebruiken.
1. Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de beperkingen van de hem verleende machtiging, in het rechtsgebied van de andere partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop dit protocol van toepassing is en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.
2. Die ambtenaar geniet op het grondgebied van de verzoekende autoriteit dezelfde rechtsbescherming als de eigen ambtenaren van die autoriteit.
De partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van dit protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.
1. De centrale douaneautoriteiten van de Republiek Tadzjikistan, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie, anderzijds, zijn belast met de uitvoering van dit Protocol. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en bepalingen voor de toepassing van dit protocol vast, rekening houdend met de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming. Zij kunnen de bevoegde instanties aanbevelingen doen voor wijzigingen die huns inziens in dit Protocol dienen te worden aangebracht.
2. De partijen plegen overleg over en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van dit protocol worden vastgesteld.
1. Rekening houdend met de specifieke bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en de lidstaten geldt het volgende:
– het Protocol doet geen afbreuk aan de verplichtingen van de verdragsluitende partijen krachtens andere internationale overeenkomsten of verdragen;
– het Protocol wordt beschouwd als een aanvulling op overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die tussen individuele lidstaten van de Europese Unie en de Republiek Tadzjikistan zijn of kunnen worden gesloten; en
– het Protocol doet geen afbreuk aan de voorschriften betreffende de uitwisseling tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten van informatie verkregen op onder deze overeenkomst vallende gebieden die voor de Gemeenschap van belang kan zijn.
2. Niettegenstaande de bepalingen van lid 1 prevaleren de bepalingen van deze overeenkomst boven de bepalingen van bilaterale overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die tussen individuele lidstaten van de Europese Unie en de Republiek Tadzjikistan zijn of eventueel worden gesloten, voor zover de bepalingen van laatstgenoemde onverenigbaar zijn met de bepalingen van dit protocol.
3. Over kwesties betreffende de toepasselijkheid van dit protocol voeren de verdragsluitende partijen overleg teneinde een oplossing te vinden in het kader van het krachtens artikel 79 van deze overeenkomst ingestelde Samenwerkingscomité.
De gevolgmachtigden van:
Het Koninkrijk België,
de Portugese Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
Ierland,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
de Republiek Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna „de lidstaten" genoemd, en van
de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna „de Gemeenschap" genoemd,
enerzijds, en
de gevolmachtigden van de Republiek Tadzjikistan,
anderzijds,
bijeengekomen te Luxemburg op 1 oktober 2004 voor de ondertekening van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tadzjikistan, anderzijds, hierna „de Overeenkomst" te noemen, hebben de volgende teksten aangenomen:
De Overeenkomst, waaronder de bijlagen en het volgende protocol:
Het Protocol betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken.
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van de Republiek Tadzjikistan hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen en briefwisseling aangenomen, die aan deze slotakte zijn gehecht:
Gemeenschappelijke verklaring betreffende persoonsgegevens
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 5 van de overeenkomst.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 13 van de overeenkomst.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende het begrip „zeggenschap" in artikel 22, onder b), en artikel 33.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 32 van de overeenkomst.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 39 van de overeenkomst.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 94 van de overeenkomst.
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van de Republiek Tadzjikistan hebben eveneens kennis genomen van de verklaring van de Commissie en van de Raad van de Europese Unie met betrekking tot de aan deze slotakte gehechte clausule betreffende de terugkeer en de overname van illegale migranten (artikel 70).
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van de Republiek Tadzjikistan hebben voorts kennis genomen van de volgende aan deze slotakte gehechte briefwisseling:
Briefwisseling tussen de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan betreffende de vestiging van vennootschappen.
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van de Republiek Tadzjikistan hebben voorts kennis genomen van de volgende aan deze Slotakte gehechte verklaring:
Verklaring van de Franse regering
Bij de toepassing van de overeenkomst zijn de partijen zich bewust van de noodzaak van een adequate bescherming van personen met betrekking tot de verwerking van persoonlijke gegevens en het vrije verkeer van dergelijke gegevens.
Indien de partijen menen dat de omstandigheden ontmoetingen op het hoogste niveau nodig maken, dan kunnen deze op ad-hocbasis worden georganiseerd.
Tot de Republiek Tadzjikistan toetreedt tot de WTO overleggen de partijen binnen het Samenwerkingscomité over het Tadzjiekse beleid inzake invoertarieven, met inbegrip van veranderingen in de tariefbescherming. In het bijzonder voorafgaand aan een verhoging van de tariefbescherming wordt dergelijk overleg aangeboden.
1. De partijen bevestigen dat zij onderling zijn overeengekomen dat „zeggenschap" afhangt van de feitelijke omstandigheden van elk geval.
2. Een vennootschap wordt bij voorbeeld geacht onder „zeggenschap" van een andere onderneming te staan, en dus een dochteronderneming van de andere vennootschap te zijn, indien:
– de andere vennootschap direct of indirect beschikt over een meerderheid van de stemrechten, of
– de andere vennootschap het recht heeft een meerderheid van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan aan te stellen of af te zetten, en tezelfdertijd aandeelhouder of lid van de dochteronderneming is.
3. Beide partijen menen dat de in punt 2 vermelde criteria geen limitatieve opsomming vormen.
Het feit dat een visum wordt vereist voor natuurlijke personen van bepaalde partijen en niet voor die van andere, wordt niet op zichzelf beschouwd als iets dat uit een specifieke verbintenis voortvloeiende voordelen teniet doet of daaraan afbreuk kan doen.
De partijen komen overeen dat voor de toepassing van de Overeenkomst intellectuele, industriële en commerciële eigendom inzonderheid het volgende omvat: auteursrechten, met inbegrip van de auteursrechten op computerprogramma's, en naburige rechten, de rechten voor octrooien, industriële ontwerpen, geografische aanduidingen, met inbegrip van benamingen van oorsprong, warenmerken en dienstmerken, topografieën van geïntegreerde schakelingen, alsmede bescherming tegen oneerlijke mededinging als bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs voor de bescherming van industriële eigendom en bescherming van niet-openbaargemaakte informatie over knowhow.
1. De partijen komen met het oog op de juiste uitlegging en toepassing van de Overeenkomst overeen dat onder de in artikel 94 van de Overeenkomst bedoelde „bijzonder dringende gevallen" wordt verstaan: gevallen van wezenlijke inbreuk op de Overeenkomst door één van de partijen. Wezenlijke inbreuk op de Overeenkomst houdt in:
a. afwijzing van de Overeenkomst die niet in overeenstemming is met de algemene regels van het volkenrecht, of
b. schending van de essentiële onderdelen van de Overeenkomst als vermeld in artikel 2.
2. De partijen komen overeen dat onder de in artikel 94 genoemde „passende maatregelen" wordt verstaan maatregelen die in overeenstemming zijn met het internationaal recht. Indien een partij een maatregel in een bijzonder dringend geval zoals bedoeld in artikel 94 neemt, kan de andere partij een beroep doen op de procedure voor geschillenbeslechting.
Artikel 9 doet geen afbreuk aan de verdeling van bevoegdheden tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten wat betreft de sluiting van overnameovereenkomsten.
A. Brief van de regering van de Republiek Tadzjikistan
Mijnheer,
Hierbij verwijs ik naar de op 16.12.2003 geparafeerde partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst.
Tijdens de onderhandelingen heb ik erop gewezen dat de Republiek Tadzjikistan communautaire vennootschappen die zich in de Republiek Tadzjikistan vestigen en er activiteiten uitoefenen, in bepaalde opzichten een voorkeursbehandeling verleent. Ik heb daarbij opgemerkt dat hiermee uitvoering wordt gegeven aan het Tadzjiekse beleid om met alle middelen de vestiging van communautaire vennootschappen in de Republiek Tadzjikistan te bevorderen.
Dit betekent naar mijn oordeel dat de Republiek Tadzjikistan in de periode tussen de datum van parafering van deze Overeenkomst en de inwerkingtreding van de desbetreffende artikelen inzake de vestiging van vennootschappen, geen maatregelen of voorschriften zal vaststellen tot invoering of verzwaring van discriminatie van communautaire vennootschappen ten opzichte van Tadzjiekse vennootschappen of vennootschappen van een derde land ten opzichte van de situatie op de datum van parafering van deze Overeenkomst.
Mag ik u verzoeken mij de ontvangst van deze brief te bevestigen.
Hoogachtend,
Voor de regering van de Republiek Tadzjikistan
B. Brief van de Gemeenschap
Mijnheer,
Ik dank u voor uw brief van heden welke als volgt luidt:
„Hierbij verwijs ik naar de op 16.12.2003 geparafeerde partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst.
Tijdens de onderhandelingen heb ik erop gewezen dat de Republiek Tadzjikistan communautaire vennootschappen die zich in de Republiek Tadzjikistan vestigen en er activiteiten uitoefenen, in bepaalde opzichten een voorkeursbehandeling verleent. Ik heb daarbij opgemerkt dat hiermee uitvoering wordt gegeven aan het Tadzjiekse beleid om met alle middelen de vestiging van communautaire vennootschappen in de Republiek Tadzjikistan te bevorderen.
Dit betekent naar mijn oordeel dat de Republiek Tadzjikistan in de periode tussen de datum van parafering van deze Overeenkomst en de inwerkingtreding van de desbetreffende artikelen inzake de vestiging van vennootschappen, geen maatregelen of voorschriften zal vaststellen tot invoering of verzwaring van discriminatie van communautaire vennootschappen ten opzichte van Tadzjiekse vennootschappen of vennootschappen van een derde land ten opzichte van de situatie op de datum van parafering van deze Overeenkomst.
Mag ik u verzoeken mij de ontvangst van deze brief te bevestigen."
Ik bevestig u de ontvangst van deze brief.
Hoogachtend,
Namens de Europese Gemeenschap
De Overeenkomst, met Bijlagen en Protocol, behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de Verdrag de Overeenkomst, met Bijlagen, Protocol en Slotakte, kan worden gebonden.
Kennisgeving van de voltooiing van de nationale goedkeuringsprocedure is voorzien in artikel 100, tweede alinea.
Partij | Ondertekening | Ratificatie | Type1) | In werking | Opzegging | Buiten werking |
---|---|---|---|---|---|---|
België | 11-10-04 | |||||
Cyprus | 11-10-04 | |||||
Denemarken | 11-10-04 | |||||
Duitsland | 11-10-04 | |||||
EG (Europese Gemeenschap) | 11-10-04 | |||||
Estland | 11-10-04 | |||||
Finland | 11-10-04 | |||||
Frankrijk | 11-10-04 | |||||
Griekenland | 11-10-04 | |||||
Hongarije | 11-10-04 | |||||
Ierland | 11-10-04 | |||||
Italië | 11-10-04 | |||||
Letland | 11-10-04 | |||||
Litouwen | 11-10-04 | |||||
Luxemburg | 11-10-04 | |||||
Malta | 11-10-04 | |||||
Nederlanden, het Koninkrijk der | 11-10-04 | |||||
Oostenrijk | 11-10-04 | |||||
Polen | 11-10-04 | |||||
Portugal | 11-10-04 | |||||
Slovenië | 11-10-04 | |||||
Slowakije | 11-10-04 | |||||
Spanje | 11-10-04 | |||||
Tadzjikistan | 11-10-04 | |||||
Tsjechië | 11-10-04 | |||||
Verenigd Koninkrijk, het | 11-10-04 | |||||
Zweden | 11-10-04 |
1 DO=Definitieve ondertekening, R=Ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid
Verklaringen, voorbehouden en bezwaren
België, 11 oktober 2004
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De artikelen 2, 3, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 38, eerste lid, 39, eerste lid, 40, vierde lid, 42, 45, 46, 50, 63, 64, 81, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 92, 94, 95, 97 en 99 van de Overeenkomst worden ingevolge artikel 101 en de inwerkingtreding op 1 mei 2005 van de in rubriek J hieronder genoemde op 11 oktober 2004 totstandgekomen Interimovereenkomst tussen de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan vanaf diezelfde datum voorlopig toegepast.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de voorlopige toepassing alleen voor Nederland.
De bepalingen van de Overeenkomst, met Bijlagen en Protocol zullen ingevolge artikel 100, tweede lid, juncto artikel 95 van de Overeenkomst in werking treden op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de partijen de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie kennisgeven van het feit dat de in de eerste alinea van artikel 100 bedoelde procedures zijn voltooid.
Verbanden
De Overeenkomst dient, wat de betrekkingen tussen de Republiek Tadzjikistan en de Gemeenschap betreft, ter vervanging van:
Titel | : | Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake handel en commerciële en economische samenwerking; Brussel, 18 december 1989 |
Tekst | : | Pb. EG L 068 van 15 maart 1990, blz. 2 e.v. |
Voorlopige toepassing van een aantal bepalingen van de Overeenkomst op grond van: | ||
Titel | : | Interimovereenkomst inzake handel en handelsgerelateerde zaken tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en de Republiek Tadzjikistan anderzijds; Luxemburg, 11 oktober 2004 |
Tekst | : | Pb. EU L 340 van 16 november 2004, blz. 2. e.v. |
Overige verwijzingen | ||
Titel | : | Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap; Rome, 25 maart 1957 |
Tekst | : | Trb. 1957, 74 (Frans) Trb. 1957, 91 (Nederlands) |
Laatste Trb. | : | Trb. 2004, 120 |
Titel | : | Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM); Rome, 25 maart 1957 |
Tekst | : | Trb. 1957, 75 (Frans) Trb. 1957, 92 (Nederlands) |
Laatste Trb. | : | Trb. 2004, 121 |
Voor wijzigingen van bovengenoemde Verdragen van 25 maart 1957 zie rubriek J van Trb. 2004, 119. | ||
Titel | : | Handvest van de Verenigde Naties; San Francisco, 26 juni 1945 |
Tekst | : | Trb. 1979, 37 (Engels en Frans, zoals gewijzigd) Trb. 1987, 113 (herziene vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 2004, 240 |
Titel | : | Verdrag inzake het Energiehandvest; Lissabon, 17 december 1994 |
Tekst | : | Trb. 1995, 108 (Engels en Frans) Trb. 1995, 250 (vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1998, 78 |
Titel | : | Protocol bij het Energiehandvest, betreffende het doelmatig gebruik van energie en de daarmee verband houdende milieu-aspecten; Lissabon, 17 december 1994 |
Tekst | : | Trb. 1995, 108, blz. 182 e.v. (Engels en Frans) Trb. 1995, 250, blz. 96 e.v. (vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1998, 78 |
Titel | : | Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie; Marrakesh, 15 april 1994 Tekst |
: | Trb. 1994, 235 (Engels) Trb. 1995, 130 (vertaling) | |
Laatste Trb. | : | Trb. 1996, 325 |
Titel | : | Universele Verklaring van de Rechten van de mens; New York, 10 december 1948 |
Tekst | : | Trb. 1969, 99 (rubriek J; Engels en vertaling) |
Titel | : | Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994;Marrakesh, 15 april 1994 |
Tekst | : | Trb. 1994, 235, blz. 16 e.v. (Engels)Trb. 1995, 130, blz. 19 e.v. (vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1996, 325 |
Titel | : | Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel 1994; Marrakesh, 15 april 1994 |
Tekst | : | Trb. 1994, 235, blz. 181 e.v. (Engels) Trb. 1995, 130, blz. 168 e.v. (vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1996, 325 |
Titel | : | Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen; Marrakesh, 15 april 1994 |
Tekst | : | Trb. 1994, 235, blz. 244 e.v. (Engels) Trb. 1995, 130, blz. 267 e.v. (vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1996, 325 |
Titel | : | Verdrag inzake een gedragscode voor lijnvaartconferences; Genève, 6 april 1974 |
Tekst | : | Trb. 1979, 177 (Engels en Frans) Trb. 1980, 165 (vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1995, 245 |
Titel | : | Algemene Overeenkomst betreffende de handel in diensten (GATS); Marrakesh, 15 april 1994 |
Tekst | : | Trb. 1994, 235, blz. 304 e.v. (Engels) Trb. 1995, 130, blz. 331 e.v. (vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1996, 325 |
Titel | : | Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds; Washington, 27 december 1945 |
Tekst | : | Stb. G278 |
Laatste Trb. | : | Trb. 1998, 72 |
Titel | : | Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan;Bazel, 22 maart 1989 |
Tekst | : | Trb. 1990, 12 (Engels, Frans en vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 2005, 45 |
Titel | : | Verdrag inzake milieu-effectrapportage in grensoverschrijdend verband; Espoo, 25 februari 1991 |
Tekst | : | Trb. 1991, 104 (Engels en Frans) Trb. 1991, 174 (vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1997, 298 |
Titel | : | Verdrag betreffende de status van vluchtelingen; Genève, 28 juli 1951 |
Tekst | : | Trb. 1951, 131 (Engels en Frans) Trb. 1954, 88 (vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1995, 136 |
Titel | : | Protocol betreffende de status van vluchtelingen; New York, 31 januari 1967 |
Tekst | : | Trb. 1967, 76 (Engels, Frans en vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1995, 138 |
Titel | : | Verdrag betreffende de Europese Unie; Maastricht, 7 februari 1992 |
Tekst | : | Trb. 1992, 74 (Nederlands) |
Laatste Trb. | : | Trb. 2004, 122 |
Voor wijzigingen van bovengenoemd Verdrag van 7 februari 1992 zie rubriek J van Trb. 2004, 119. | ||
Titel | : | Overeenkomst betreffende de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling; Washington, 27 december 1945 |
Tekst | : | Stb. 1946, 278 |
Laatste Trb. | : | Trb. 1989, 121 |
Titel | : | Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling; Parijs, 29 mei 1990 |
Tekst | : | Trb. 1990, 143 (Engels, Frans en vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 2004, 133 |
Titel | : | UNCITRAL: Aribtrage Reglement van de Commissie inzake Internationaal Handelsrecht van de Verenigde Naties, aangenomen op 15 december 1976 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties |
Tekst | : | Resolutie 2205 XXXI van de Verenigde Naties;17 december 1976 |
Titel | : | Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken; New York, 10 juni 1958 |
Tekst | : | Trb. 1958, 145 (Engels en Frans) Trb. 1959, 58 (vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1996, 13 |
Titel | : | Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties; Rome, 26 oktober 1961 |
Tekst | : | Trb. 1986, 182 (Engels, Frans en vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1996, 16 |
Titel | : | Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken; Madrid, 27 juni 1989 |
Tekst | : | Trb. 1990, 44 (Engels, Frans en vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 2003, 63 |
Titel | : | Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten van 2 december 1961, zoals herzien te Genève op 10 november 1972, 23 oktober 1978, en 19 maart 1991; Genève, 19 maart 1991 |
Tekst | : | Trb. 1992, 52 (Frans en Engels) Trb. 1993, 153 (vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1998, 116 |
Titel | : | Wijzigingen van het Herzien Internationaal Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot bescherming van de industriële eigendom; Genève, 28 september 1979 |
Tekst | : | Trb. 1980, 31 (rubriek J) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1984, 74 (rubriek J) |
Titel | : | Verdrag tot samenwerking inzake octrooien; Washington, 19 juni 1970 |
Tekst | : | Trb. 1973, 20 (Engels, Frans en vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 2004, 242 |
Titel | : | Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886, aangevuld te Parijs op 4 mei 1896, herzien te Berlijn op 13 november 1908, aangevuld te Bern op 20 maart 1914, herzien te Rome op 2 juni 1928, te Brussel op 26 juni 1948, te Stockholm op 14 juli 1967 en te Parijs op 24 juli 1971, en gewijzigd op 28 september 1979; Parijs, 24 juli 1971 |
Tekst | : | Trb. 1972, 157 (Frans, Engels en vertaling) |
Laatste Trb. | : | Trb. 1996, 312 |
Titel | : | Verdrag inzake het merkenrecht; Genève, 27 oktober 1994 |
Tekst | : | Trb. 1995, 255 (Engels, Frans en vertaling) |
De Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tadzjiekse, de Tsjechische en de Zweedse tekst zijn niet afgedrukt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-2005-171.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.