Protocol gegevensverwerking iCOV Productie 2018

De ondergetekenden,

Gelet op:

Het bepaalde in de (aanpassingswet) Algemene Verordening Gegevensbescherming, de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming en de overige voor de deelnemende organisaties relevante wetten met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens;

De publiekrechtelijke taken van de deelnemende organisaties;

Het Convenant iCOV 2018, in het bijzonder artikel 4, tweede en derde lid.

Stellen het volgende vast:

Artikel 1 Definities

In dit protocol wordt verstaan onder:

a. AVG-beheerder:

degene die namens de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken zorg draagt voor naleving van de wet, te weten het Hoofd iCOV als bedoeld in artikel 5, derde lid, onder f, van het Convenant;

b. persoonsgegeven:

persoonsgegevens in de zin van de wet, politiegegevens in de zin van de Wet politiegegevens en justitiële en strafvorderlijke gegevens in de zin van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

c. Verwerking van persoonsgegevens, verwerkingsverantwoordelijke, verwerker, betrokkene, verstrekken en verzamelen:

hetgeen daaronder wordt verstaan in de wet;

d. bronhouder:

de oorspronkelijke houder van de brongegevens;

e. Convenant:

het Convenant iCOV 2018;

f. iCOV (infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen):

samenwerkingsverband van deelnemers, opgericht middels het Convenant;

g. leverancier:

degene die de persoonsgegevens daadwerkelijk verstrekt;

h. gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid:

de gezamenlijke verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 26, van de wet.

i. gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken:

de bestuursorganen als bedoeld in bijlage I bij dit Protocol;

j. wet:

de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Dit protocol is van toepassing op het verwerken van persoonsgegevens uitgevoerd door de afdeling productie van iCOV als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, van het Convenant.

  • 2. Het verwerken als bedoeld in het eerste lid neemt een aanvang zodra:

    • a. persoonsgegevens ontvangen worden in het kader van een aanvraag voor een product;

    • b. ten behoeve van een product persoonsgegevens verzameld worden;

    • c. persoonsgegevens verstrekt en ontvangen worden ten behoeve van de doeleinden als bedoeld in artikel 4, eerste lid, of

    • d. persoonsgegevens ter uitvoering van het in artikel 4, vierde lid, bedoelde doel vastgelegd worden.

  • 3. Het verwerken als bedoeld in het eerste lid eindigt:

    • a. voor de in een product opgenomen persoonsgegevens zodra het desbetreffende product aan een deelnemende organisatie geleverd wordt;

    • b. voor de door de afdeling productie van iCOV vastgelegde persoonsgegevens zodra de gegevens vernietigd worden.

Artikel 3 Voorwaarden voor verwerken

  • 1. Gegevens worden slechts verwerkt voor het doel waarvoor deze verkregen zijn.

  • 2. Deelnemers verwerken niet meer persoonsgegevens dan noodzakelijk voor het bewerkstelligen van de doeleinden als bedoeld in artikel 4 van dit protocol.

  • 3. Persoonsgegevens worden enkel verwerkt binnen de daarvoor voor deelnemers geldende wettelijke kaders.

  • 4. Persoonsgegevens worden uitsluitend verstrekt in de vorm van een product zoals opgenomen in het productenoverzicht zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant en waarvoor een rechtmatigheidsbeoordeling als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder b, sub I, van het Convenant is opgesteld.

  • 5. Voorafgaand aan de verwerking van persoonsgegevens in het kader van nieuw op te stellen product wordt conform artikel 35 van de wet een Gegevensbeschermingseffectbeoordeling uitgevoerd. Indien nodig met het oog op artikel 36 van de wet wordt de voorgenomen verwerking ook voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens middels een voorafgaande raadpleging.

  • 6. De producten van iCOV worden uitsluitend geleverd aan en zijn bestemd voor een deelnemende organisatie.

  • 7. Een product bevat bij levering ten minste een aanduiding van de toepasselijke rechtmatigheidsbeoordeling als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder b, sub I, van het Convenant.

  • 8. Een te leveren product bevat slechts persoonsgegevens welke door de ontvanger van het product op zelfstandige wijze van de bronhouder verkregen zouden kunnen worden.

  • 9. Persoonsgegevens worden verwerkt overeenkomstig de door de bronhouder of leverancier daarbij bepaalde voorwaarden.

  • 10. Persoonsgegevens kunnen voor opname in het gegevensbestand Research and Development worden verstrekt ten behoeve van het verwerken overeenkomstig het Protocol gegevensverwerking iCOV Research and Development 2018, voor zover zulks geschiedt in overeenstemming met de in het zesde lid bedoelde voorwaarden en de in artikel 7 bedoelde afspraken of beslissingen.

  • 11. Voorafgaand aan een nieuwe verwerking van persoonsgegevens wordt – indien de voorgenomen verwerking mogelijk een hoog risico voor de rechten en vrijheden van betrokkenen met zich mee brengt – een gegevensbeschermingseffectbeoordeling zoals bedoeld in artikel 35 van de wet uitgevoerd.

Artikel 4 Doeleinden gegevensbestand productie

Persoonsgegevens worden voor de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken verwerkt ten behoeve van:

  • 1. het in kaart brengen van (onverklaarbare of criminele) vermogensbestanddelen, het blootleggen van witwas- of fraudeconstructies en het kunnen innen van overheidsvorderingen en/of het anderszins ondersteunen van de publiekrechtelijke en/of toezichthoudende taakuitoefening van de deelnemende organisaties;

  • 2. het in het eerste lid genoemde doel vervaardigen van rapportages ten behoeve van het in kaart brengen van (criminele of onverklaarbare) vermogensbestanddelen of het blootleggen van witwas- of fraudeconstructies en het houden van (markt- en financieel) toezicht zodat:

    • a. crimineel of onverklaarbaar vermogen kan worden getraceerd en/of kan worden afgenomen;

    • b. belastingontduiking kan worden tegengegaan;

    • c. overheidsvorderingen kunnen worden geïnd;

    • d. (financieel) toezicht en/of andere aan financiële intelligence gerelateerde taken van de deelnemende organisaties kunnen worden uitgeoefend;

    • e. marktwerking wordt bewaakt en bevorderd;

    • f. betekenisvol kan worden geïntervenieerd.

  • 3. bewijsvoering in verband met eventuele rechtmatigheidsvragen betreffende de in een product opgenomen persoonsgegevens en het verkrijgen daarvan.

  • 4. controle en toezicht op de naleving van de verplichtingen die, in het bijzonder ter naleving van het Besluit Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst Bijzondere Informatie 2013 (VIRBI 2013) - bijzondere informatie, rusten op iCOV en de medewerkers van iCOV bij het verwerken van in het gegevensbestand opgenomen gegevens.

Artikel 5 Categorieën van personen

Over de volgende categorieën van personen worden persoonsgegevens verwerkt:

  • a. personen die eventueel in verband gebracht kunnen worden met eventueel onverklaarbare of criminele vermogensbestanddelen of witwas- of fraudeconstructies;

  • b. relevante relaties of contacten van personen die eventueel in verband gebracht kunnen worden met mogelijk onverklaarbare of criminele vermogensbestanddelen of witwas- of fraudeconstructies;

  • c. personen ten aanzien van wie een overheidsvordering bestaat;

  • d. relevante relaties of contacten van personen die in verband gebracht kunnen worden met personen ten aanzien van wie een overheidsvordering kan worden geïnd;

  • e. Personen die in verband gebracht kunnen worden met (financieel) toezicht en/of andere aan de financiële intelligence gerelateerde taken dan wel met taken waarmee marktwerking wordt bewaakt en bevorderd;

  • f. Relevante relaties of contacten van personen die in verband gebracht kunnen worden met (financieel) toezicht en/of andere aan de financiële intelligence gerelateerde taken dan wel met taken waarmee marktwerking wordt bewaakt en bevorderd;

  • g. medewerkers van iCOV.

Artikel 6 Soorten of categorieën van gegevens

  • 1. Over de in artikel 5 onder a, bedoelde personen worden de volgende soorten gegevens verwerkt:

    • a. personalia en identificerende gegevens van betrokkene, waaronder persoonsnummers;

    • b. identificerende gegevens betreffende vermogensbestanddelen;

    • c. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie tussen betrokkene en vermogensbestanddelen;

    • d. gegevens betreffende eerdere onrechtmatigheid in de relatie tussen betrokkene en vermogen;

    • e. bijzondere persoonsgegevens,

    • f. gegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten;

    • g. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie met de in artikel 5 onder b, bedoelde personen.

  • 2. Over de in artikel 5, onder b, bedoelde relaties en contacten worden de volgende soorten gegevens verwerkt:

    • a. personalia en identificerende gegevens van betrokkene, waaronder persoonsnummers;

    • b. identificerende gegevens betreffende vermogensbestanddelen;

    • c. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie met de in artikel 5, onder a bedoelde personen.

  • 3. Over de in artikel 5, onder c, bedoelde personen worden de volgende soorten gegevens worden verwerkt:

    • a. personalia en identificerende gegevens van betrokkene, waaronder persoonsnummers;

    • b. identificerende gegevens betreffende vermogensbestanddelen;

    • c. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie tussen betrokkene en vermogensbestanddelen;

    • d. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie met de in artikel 5, onder d, bedoelde personen.

  • 4. de in artikel 5, onder d, bedoelde relaties en contacten worden de volgende soorten gegevens verwerkt:

    • a. personalia en identificerende gegevens van betrokkene, waaronder persoonsnummers;

    • b. identificerende gegevens betreffende vermogensbestanddelen;

    • c. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie met de in artikel 5, onder c, bedoelde personen.

  • 5. Over de in artikel 5, onder e, bedoelde personen worden de volgende soorten gegevens verwerkt:

    • a. personalia en identificerende gegevens van betrokkene, waaronder persoonsnummers;

    • b. identificerende gegevens betreffende vermogensbestanddelen;

    • c. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie tussen betrokkene en vermogensbestanddelen;

    • d. gegevens betreffende eerdere onrechtmatigheid in de relatie tussen betrokkene en vermogen;

    • e. bijzondere persoonsgegevens;

    • f. gegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten;

    • g. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie met de in artikel 5, onder f, bedoelde personen.

  • 6. Over de in artikel 5, onder f, bedoelde relaties en contacten worden de volgende soorten gegevens verwerkt:

    • a. personalia en identificerende gegevens van betrokkene, waaronder persoonsnummers;

    • b. identificerende gegevens betreffende vermogensbestanddelen;

    • c. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie met de in artikel 5, onder e bedoelde personen.

  • 7. Over de in artikel 5, onder g, bedoelde medewerkers worden de volgende soorten gegevens verwerkt:

    • a. identificerende gegevens;

    • b. gegevens noodzakelijk voor controle en toezicht op de naleving van de verplichtingen die rusten op medewerkers van iCOV bij het verwerken van in het gegevensbestand opgenomen gegevens, zoals gegevens betreffende de tijdstippen van toegang tot gegevens en de gegevens waartoe toegang is gezocht of toegang is verkregen.

Artikel 7 Herkomst van persoonsgegevens

  • 1. De gegevens zijn afkomstig:

    • a. uit bij wet ingestelde openbare registers;

    • b. van de deelnemende organisaties op basis van een leveringsafspraak met de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken of op basis van een beslissing van de verstrekkende organisatie;

    • c. uit openbare bronnen;

    • d. uit registraties met authentieke gegevens;

    • e. van overige op basis van een leveringsafspraak met de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken of op basis van een beslissing van de verstrekkende organisatie.

  • 2. In de in het eerste lid onder b en e bedoelde afspraken en beslissingen wordt voor de te verstrekken gegevens aangegeven op grond van welke letter van artikel 2, tweede lid, dit protocol van toepassing is.

Artikel 8 Bewaartermijnen

De persoonsgegevens worden uiterlijk acht jaar na de meest recent uitgebrachte rapportage waarin persoonsgegevens zijn opgenomen vernietigd, tenzij een wettelijk voorschrift of een aanhangige rechterlijke procedure daaraan in de weg staat.

Artikel 9 Informatiebeveiliging

  • 1. Informatiebeveiliging geschiedt overeenkomstig de informatiebeveiliging van het Openbaar Ministerie en houdt rekening met de informatiebeveiligingsvereisten van de deelnemende organisaties.

  • 2. De gegevens worden ten minste gerubriceerd als departementaal vertrouwelijk als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het Besluit Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst Bijzondere Informatie 2013 (VIRBI 2013)

  • 3. Rechtstreekse toegang langs geautomatiseerde weg tot de persoonsgegevens is voorbehouden aan daartoe schriftelijk of op vergelijkbare wijze door het Hoofd iCOV geautoriseerde medewerkers van iCOV.

  • 4. Een autorisatie overeenkomstig het derde lid wordt enkel verleend aan medewerkers die op grond van artikel 9, derde lid, van het Protocol gegevensverwerking iCOV Research and Development 2018 over een autorisatie beschikken indien de in artikel 10 van dat Protocol bedoelde geheimhoudingsverplichting zich daartegen niet verzet.

  • 5. In geval sprake is van een inbreuk in verband met persoonsgegevens zoals bedoeld in artikel 4, onder 12 van de wet, stellen deelnemers elkaar in staat aan hun verplichtingen ingevolge artikel 33 en 34 van de wet, of artikel 33a, eerste lid, Wet politiegegevens, dan wel artikel 26g van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens te voldoen. Hiertoe hebben de deelnemers een procedure Meldplicht Datalekken iCOV opgesteld.

Artikel 10 Geheimhouding

De door de deelnemende organisaties aangewezen vertegenwoordigers die deelnemen aan het Opdrachtgeversoverleg, de medewerkers van iCOV en anderen die betrokken zijn bij de uitvoering van het Convenant zijn verplicht tot geheimhouding van de door iCOV ontvangen persoonsgegevens, gegevens over de deelnemende organisaties en over al hetgeen waarvan redelijkerwijs is aan te nemen dat bekendmaking en/of ander gebruik daarvan de belangen van de deelnemende organisaties zou schaden, behoudens voor zover de uitvoering van de taak met het oog waarop de gegevens zijn verkregen tot het ter kennis brengen daarvan noodzaakt. Voor zover het Politiegegevens, als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, Wet politiegegevens, betreft heeft de ontvanger de plicht tot geheimhouding op grond van artikel 7, tweede lid, Wet politiegegevens.

Artikel 11 Informatieplicht

De ontvangende deelnemende organisatie informeert de betrokkene overeenkomstig de voor die organisatie geldende regelgeving betreffende het verwerken van gegevens.

Artikel 12 Rechten betrokkene

  • 1. De betrokkene kan een verzoek tot uitoefening van diens rechten ten aanzien van de op hem betrekking hebbende gegevens ingevolge de artikelen 15 tot en met 22 van de wet, de artikelen 25 tot en met 29 van de Wet politiegegevens of artikel 39i Wjsg, richten aan de afzonderlijke deelnemers. Ook kunnen betrokkenen een verzoek hiertoe indienen bij het Hoofd iCOV, daartoe kan gebruik gemaakt worden van het e-mailadres icov@om.nl. Het Hoofd iCOV zal in dat geval de afhandeling van het verzoek tussen de deelnemers coördineren.

  • 2. Ingeval gegevens verkregen zijn op grond van artikel 7, onder b, of e, wordt indien nodig toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 23 van de wet.

  • 3. Bij de uitoefening van rechten als bedoeld in het eerste lid worden geen kosten in rekening gebracht.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. De Privacy Coördinator iCOV, ingesteld krachtens artikel 5 van het Convenant iCOV, adviseert en informeert deelnemers over de verwerking van persoonsgegevens binnen het samenwerkingsverband.

  • 2. Deelnemers verlenen alle medewerking die redelijkerwijs van die partij mag worden verwacht in geval sprake is van toezicht vanuit de Autoriteit Persoonsgegevens of een Functionaris voor de Gegevensbescherming van een deelnemer.

  • 3. Dit protocol en iedere wijziging worden gepubliceerd in de Staatscourant. Het hoofd iCOV draagt zorg voor publicatie.

  • 4. Dit protocol treedt in werking met ingang van de dag na de datum van ondertekening door alle gezamenlijke verantwoordelijken.

  • 5. Dit protocol kan worden aangehaald als: Protocol gegevensverwerking iCOV Productie 2018.

Aldus ondertekend

Het Openbaar Ministerie De voorzitter van het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie Voor deze, G.T. Hofstee

6 november 2018

Het Centraal Justitieel Incassobureau Directeur Bedrijfsvoering & ICT H.J. Derks

8 november 2018

De Politie De (plaatsvervangend) Korpschef van de Politie H.P. van Essen

31 augustus 2018

De Rijksrecherche Directeur H.G. Trip

8 november 2018

De Belastingdienst Belastingen/Toeslagen/Douane/FIOD De directeur-generaal Belastingdienst J.J.M. Uijlenbroek

23-10-2018

De Financial Intelligence Unit Nederland Het Hoofd van de Financial Intelligence Unit Nederland H.M. Verbeek-Kusters

28 augustus 2018

Inspectie Leefomgeving en Transport-Inlichtingen- en Opsporingsdienst Inspecteur-generaal J.A. van den Bos

7 september 2018

Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid-Directie Opsporing Inspecteur-generaal M.J. Kuipers

6 augustus 2018

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit-Inlichtingen- en Opsporingsdienst De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Voor deze, Directeur van de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit R. Stevens

9 juli 2018

De Nederlandsche Bank Toezichtdirecteur van De Nederlandsche Bank F. Elderson

26 juli 2018

De Autoriteit Consument en Markt Bestuurslid C.M.L. Hijmans van den Bergh

14 november 2018

BIJLAGE I DE GEZAMENLIJKE VERWERKINGSVERANTWOORDELIJKEN

Het College van Procureurs-generaal voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor het Openbaar Ministerie en deels voor het Centraal Justitieel Incassobureau (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor het Openbaar Ministerie en deels voor het Centraal Justitieel Incassobureau (art. 2, tweede lid, onder c);

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten, in het bijzonder de informatiebeveiliging, het daartoe behorende verwerken van gegevens ter uitvoering van artikel 4, derde lid, alsmede uitbesteding betreffende (technische) voorzieningen die bij het verwerken van persoonsgegevens gebruikt worden.

De directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor het Centraal Justitieel Incassobureau (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor het Centraal Justitieel Incassobureau (art. 2, tweede lid, onder c);

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten.

De Korpschef van de Nationale Politie voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Nationale Politie (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Nationale Politie (art. 2, tweede lid, onder c);

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten.

De directeur van de Rijksrecherche voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Rijksrecherche (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Rijksrecherche (art. 2, tweede lid, onder c);

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten.

De Minister van Financiën voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Belastingdienst/Belastingen, Belastingdienst/Toeslagen, Belastingdienst/Douane en de Belastingdienst/Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische controledienst (FIOD) (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Belastingdienst/Belastingen, Belastingdienst/Toeslagen, Belastingdienst/Douane en de Belastingdienst/Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische controledienst (FIOD) (art. 2, tweede lid, onder c);

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten.

Het Hoofd van de Financial Intelligence Unit Nederland voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Financial Intelligence Unit Nederland (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Financial Intelligence Unit Nederland (art. 2, tweede lid, onder c).

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten.

De inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Inspectie Leefomgeving en Transport / Inlichtingen- en Opsporingsdienst (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Inspectie Leefomgeving en Transport / Inlichtingen- en Opsporingsdienst (art. 2, tweede lid, onder c).

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten.

De inspecteur-generaal van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Directie Opsporing (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Directie Opsporing (art. 2, tweede lid, onder c).

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten.

De Directeur van de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (art. 2, tweede lid, onder c);

De Directeur van De Nederlandsche Bank voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor De Nederlandsche Bank (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor De Nederlandsche Bank (art. 2, tweede lid, onder c);

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten.

De Autoriteit Consument en Markt voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de ACM (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokkenen, voor de ACM (art. 2, tweede lid, onder c);

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten.

Naar boven