Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2003, 34 pagina 15 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2003, 34 pagina 15 | Besluiten van algemene strekking |
Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat houdende regels omtrent het registreren en verstrekken van milieu-informatie over het luchthavenluchtverkeer van de luchthaven Schiphol (Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol)
17 februari 2003
Nr. HDJZ/LUV/2003-267
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op de artikelen 8.27, 8.28, 8.29 en 8.30 van de Wet luchtvaart;
Besluit:
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
de wet: de Wet luchtvaart;
Hoofdstuk 2. Het registreren en verstrekken van gegevens
1. De LVNL registreert de in paragraaf 2.1, 2.2 en 2.3 van bijlage 8 aangegeven gegevens en verstrekt de in paragraaf 2.1 en 2.3 bedoelde gegevens binnen 24 uur aan de exploitant.
2. De exploitant van de luchthaven registreert de in paragraaf 2.4 van bijlage 8 aangegeven gegevens.
3. De exploitant van de luchthaven voert de bewerkingen uit als bedoeld in paragraaf 3.1 onder a, c, e en f van bijlage 8 en verstrekt de resultaten van deze bewerkingen binnen drie werkdagen aan de inspecteur-generaal.
4. De LVNL voert de bewerkingen uit als bedoeld in paragraaf 3.1 onder a, b en d van bijlage 8.
5. De exploitant van de luchthaven verstrekt de in paragraaf 2.7.1 en 2.7.2 van bijlage 8 aangegeven gegevens binnen drie werkdagen na afloop van iedere kalendermaand aan de inspecteur-generaal.
1. De exploitant van de luchthaven registreert de in bijlage 1 aangegeven gegevens, over de daarbij aangegeven tijdvakken en overeenkomstig de daarbij aangegeven paragrafen uit bijlage 8.
2. De exploitant van de luchthaven verstrekt deze gegevens binnen de daarbij in bijlage 1 vermelde termijn aan de inspecteur-generaal.
1. De exploitant van de luchthaven verstrekt aan de inspecteur-generaal de in bijlage 2 aangegeven gegevens over de beschikbaarstelling van het banenstelsel voor het luchthavenluchtverkeer als bedoeld in artikel 3.1.4 van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol indien niet alle banen beschikbaar zijn en dit leidt tot een afwijking van artikel 3.1.5, vierde lid, van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol.
2. De exploitant van de luchthaven verstrekt deze gegevens over de in bijlage 2 aangegeven tijdvakken binnen de daarbij in deze bijlage vermelde termijnen.
De exploitant van de luchthaven, de luchtvaartmaatschappijen en de LVNL verstrekken de inspecteur-generaal de in bijlage 3 aangegeven gegevens over de ter uitvoering van artikel 8.18 van de wet getroffen voorzieningen over het in bijlage 3 aangegeven tijdvak binnen de daarbij in deze bijlage vermelde termijn.
1. De LVNL voert de in paragraaf 3.3 van bijlage 8 bedoelde bewerkingen uit om het gebruik van het luchtruim te toetsen.
2. De LVNL verstrekt de inspecteur-generaal de in bijlage 4 onder A aangegeven gegevens overeenkomstig de daarbij aangegeven paragrafen uit bijlage 8, omtrent vertrekken van vliegtuigen als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste of tweede lid, van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol.
3. De LVNL verstrekt de inspecteur-generaal de in bijlage 4 onder B aangegeven gegevens overeenkomstig de daarbij aangegeven paragrafen uit bijlage 8, omtrent naderingen van vliegtuigen als bedoeld in artikel 3.1.2, eerste of derde lid, van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol.
4. De LVNL verstrekt de inspecteur-generaal de in bijlage 4 onder C aangegeven gegevens overeenkomstig de daarbij aangegeven paragrafen uit bijlage 8, omtrent gegeven luchtverkeersleiding als bedoeld in artikel 3.1.3 tweede lid, van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol.
5. De LVNL verstrekt de gegevens als bedoeld in het eerste tot en met het derde lid over de in de bijlagen 4 onder A, B en C aangegeven tijdvakken binnen de daarbij in deze bijlagen vermelde termijnen.
1. De LVNL verstrekt de inspecteur-generaal de in bijlage 5 aangegeven gegevens overeenkomstig de daarbij aangegeven paragrafen uit bijlage 8, indien een vertrek of landing is uitgevoerd waarbij is afgeweken van artikel 3.1.5, vierde lid, van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol.
2. De LVNL verstrekt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, over het in bijlage 5 aangegeven tijdvak binnen de daarbij in deze bijlage vermelde termijn.
1. De exploitant van de luchthaven verstrekt aan de inspecteur-generaal de in bijlage 6 aangegeven gegevens met betrekking tot de regels ter beperking van de uitstoot van stoffen die geurhinder veroorzaken, zoals genoemd in artikel 3.2.1 en artikel 3.2.2 van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol.
2. De exploitant van de luchthaven verstrekt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, over het in bijlage 6 aangegeven tijdvak binnen de daarbij in deze bijlage vermelde termijn.
De exploitant van de luchthaven en de LVNL voldoen ten aanzien van het bewerken van gegevens als bedoeld in de artikelen 2.1 tot en met 2.7, aan de kwaliteitseisen, opgenomen in bijlage 7.
Hoofdstuk 3. Verslaglegging en openbaarmaking
1. De inspecteur-generaal brengt jaarlijks voor 1 juli een verslag als bedoeld in artikel 8.29 van de wet uit over de afgelopen eerste zes maanden van het gebruiksjaar. Het verslag bevat tevens een beschrijving over de eerste zes maanden van het gebruiksjaar van:
a. de ontwikkeling van het totale risicogewicht, van het totale volume van de geluidbelasting en van de geluidbelasting in de punten bedoeld in de bijlagen 2 en 3 van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol en van de uitstoot van het luchthavenluchtverkeer;
b. de mate waarin en de redenen waarom geheel of gedeeltelijk van hoofdstuk 3 van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol is afgeweken en welke boetes in dat kader zijn opgelegd;
c. het aantal door de LVNL gegeven instructies als bedoeld in artikel 3.1.3, tweede en derde lid van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol;
d. de redenen waarom op welk moment welke maatregelen als bedoeld in artikel 8.22 van de wet zijn genomen, gematigd of ingetrokken;
e. de grenswaarden die in het gebruiksjaar van toepassing zijn en indien deze afwijken van de grenswaarden in hoofdstuk 4 van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol, de motivering van die afwijking.
2. De inspecteur-generaal brengt jaarlijks voor 1 januari een verslag als bedoeld in artikel 8.29 van de wet uit over het afgelopen gebruiksjaar. Het eerste lid, tweede volzin is van overeenkomstige toepassing.
1. De inspecteur-generaal draagt er zorg voor dat in ieder geval elk half jaar, in een van overheidswege uitgegeven blad of in een huis-aan-huisblad, een beschrijving wordt gegeven van:
a. de ontwikkeling in het afgelopen halfjaar van het totale risicogewicht, van het totale volume van de geluidbelasting en van de uitstoot van het luchthavenluchtverkeer;
b. de ontwikkeling in het afgelopen halfjaar van de geluidbelasting in de punten bedoeld in bijlage 2 en 3 van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol;
c. de grenswaarden die in het gebruiksjaar van toepassing zijn;
d. de afwijkingen bedoeld in de artikelen 8.19, 8.20 en 8.21 van de wet.
2. De inspecteur-generaal draagt er zorg voor dat voor een ieder de aan de inspecteur-generaal verstrekte gegevens, als bedoeld in de artikelen 8.18, 8.19, 8.20, 8.21 en 8.27 van de wet, beschikbaar zijn. Deze gegevens worden in ieder geval ter inzage gelegd.
Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen
Deze regeling treedt in werking met ingang van de datum van inwerkingtreding van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van bijlage 8 welke bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat ter inzage zal worden gelegd.
Met de onderhavige regeling wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 8.27 tot en met 8.30 van de wet zoals opgenomen bij wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol (Stb. 2002, 374).
Op grond van artikel 8.26 van de wet wordt een ministeriële regeling door de Minister van Verkeer en Waterstaat (V&W) vastgesteld in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM).
De artikelen 8.27 en 8.28 van de wet bieden de basis voor de informatievoorziening ten behoeve van de handhaving van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (Stb. 2002, 592) door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW). Artikel 8.27 van de wet verplicht de exploitant van de luchthaven Schiphol tot het registreren van gegevens met betrekking tot de veiligheids- en milieubelasting als gevolg van het luchthavenluchtverkeer.
In artikel 8.28 van de wet is vervolgens bepaald dat zowel de exploitant van de luchthaven, als de verlener van luchtverkeersdienstverlening en de luchtvaartmaatschappijen de inspecteur-generaal van Verkeer en Waterstaat (verder de inspecteur-generaal), bepaalde informatie moeten verstrekken. De onderhavige regeling bevat de (technische) eisen waaraan het verzamelen, registreren en verstrekken van gegevens moet voldoen.
Belangrijke randvoorwaarden daarbij zijn dat:
- de gegevens bruikbaar moeten zijn. De registratie van de gerealiseerde gevolgen van het luchthavenluchtverkeer moet zodanig worden uitgevoerd dat een vergelijking mogelijk is met de in het besluit voorgeschreven grenswaarden ten aanzien van geluid, externe veiligheid en lokale luchtverontreiniging;
- de gegevens betrouwbaar moeten zijn. Over de juistheid van de geregistreerde gegevens mag in redelijkheid geen discussie kunnen ontstaan.
2. Registreren en verstrekken van gegevens
Het registreren en verstrekken van milieu-informatie zoals bedoeld in de onderhavige regeling dient verschillende doelen. De doelen zijn nader uitgewerkt in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol. De doelen waarvoor de informatie nodig is, bepalen de aard van de gegevens die worden geregistreerd en verstrekt.
De gegevens waarover de inspecteur-generaal bijvoorbeeld dient te beschikken, moeten zodanig zijn dat hij kan constateren of een grenswaarde genoemd in hoofdstuk 4 van het besluit is overschreden. Is dat het geval, dan schrijft hij, overeenkomstig artikel 8.22 van de wet, maatregelen voor die naar zijn oordeel bijdragen aan het terugdringen van de belasting vanwege het luchthavenluchtverkeer tot binnen de grenswaarden. Welke maatregelen hij in welke gevallen voorschrijft, hoe hij bepaalt hoe lang die maatregelen van kracht moeten zijn enzovoorts, valt buiten het kader van deze regeling. Hiervoor wordt verwezen naar het handhavingsbeleid van de Handhavingsdienst Luchtvaart van de divisie Luchtvaart van de IVW (HDL). Een ander voorbeeld is de berekening van de `nieuwe waarde' zoals bedoeld in artikel 4.2.1 en 4.2.2 van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol als de geluidsbelasting in een handhavingspunt hoger is dan de voor dat punt gestelde grenswaarde. Dit is onderdeel van het constateren of een grenswaarde is overschreden en wordt eveneens door de inspecteur-generaal uitgevoerd. De gegevens die hiervoor nodig zijn, worden op basis van deze regeling aangeleverd.
De inspecteur-generaal heeft ook gegevens nodig op basis waarvan hij kan vaststellen of de regels in hoofdstuk 3 van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol worden overtreden. Deze regels bestaan uit geboden en gelegitimeerde gronden om van een gebod af te wijken. Een voorbeeld is in artikel 3.1.1 eerste lid van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol het gebod om binnen een luchtverkeerweg te vliegen, met in het vierde lid als gelegitimeerde afwijkingsgrond de gegeven luchtverkeerleiding. Een ander voorbeeld hiervoor zijn de in artikel 8.19 tot en met 8.21 van de wet genoemde algemene afwijkingsgronden van de in het besluit opgenomen geboden. Deze zijn gericht tot de exploitant van de luchthaven, de LVNL en de gezagvoerder van een vliegtuig. Zij mogen elk afwijken van alle in hoofdstuk 3 van het besluit opgenomen bepalingen `als dat in het belang van de veiligheid nodig is'.
In dit kader is de taak van de inspecteur-generaal tweeledig. Geconstateerd wordt of het gebod wordt nageleefd en zo nee, dan wordt beoordeeld of terecht aanspraak wordt gemaakt op een geformuleerde afwijkingsgrond van dit gebod. Immers alleen als is afgeweken van een gebod én dat niet geschiedde op grond van een geformuleerde afwijkingsgrond, is sprake van een overtreding van een regel in het besluit.
In de bij deze regeling behorende bijlagen staat gedetailleerd aangegeven ten behoeve van welk doel, welke informatie moet worden aangeleverd. Hierbij wordt verwezen naar het desbetreffende artikel in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol.
De eis dat de gegevens bruikbaar en betrouwbaar moeten zijn maakt dat de wijze waarop de gegevens verzameld, verwerkt, berekend en geregistreerd worden, volstrekt helder en eenduidig moeten worden vastgelegd. De ervaring leert dat, zeker in het kader van de handhaving van de geluidsnormen, een kleine afwijking in (een onderdeel van) de vaststelling van de geluidsbelasting tot grote verschillen in het eindresultaat kan leiden. Tevens is het noodzakelijk dat er terugvalopties zijn voor het geval zich storingen voordoen in de apparatuur die gebruikt wordt. Een en ander leidt er toe dat een groot aantal gedetailleerde technische voorschriften moet worden vastgesteld. Voor deze regeling is de volgende opzet gekozen:
• Een artikel in de regeling geeft aan wie in welk geval (`indien') de informatie moet registreren of verstrekken. Het artikel verwijst vervolgens naar een bijlage (bijlage 1 tot en met 6 en in een enkel geval naar bijlage 8).
• In de bijlagen 1 tot en met 6 staat aangegeven om welke gegevens het precies gaat, over welk tijdvak de gegevens verstrekt moeten worden en binnen welke termijn na afloop van het tijdvak.
• Bijlage 7 geeft aan welke kwaliteitseisen er in verband met de betrouwbaarheid van de gegevens worden gesteld aan de organisaties die de informatie moeten registreren of verstrekken.
• Per bijlage kan, voor zover van toepassing, worden verwezen naar paragrafen uit bijlage 8. In bijlage 8 staat namelijk voorgeschreven op welke wijze gegevens verzameld en geregistreerd moeten worden, hoe berekeningen en metingen uitgevoerd moeten worden, enzovoorts.
Onderstaand schema geeft per artikel van de regeling aan naar welke bijlage verwezen wordt en of bijlage 7 (kwaliteitseisen) of bijlage 8 (wijze van verwerken van gegevens) van toepassing is.
De gegevens die op basis van de bijlagen aan de inspecteur-generaal worden aangeleverd, zijn veelal gebaseerd op gedetailleerde gegevens zoals in bijlage 8 wordt beschreven. Deze `onderliggende gegevens' worden niet op basis van de regeling en de bijlagen aan de inspecteur-generaal verstrekt. Er is derhalve een verschil tussen het registeren van gegevens (conform bijlage 8) en het op basis hiervan aanleveren van de gevraagde gegevens (rapporteren) aan de inspecteur-generaal. Een voorbeeld hiervan is het totale risicogewicht van het luchthavenluchtverkeer dat op basis van artikel 2.2 van deze regeling door de exploitant van de luchthaven aan de inspecteur-generaal wordt verstrekt. Het totale risicogewicht bestaat uit een som van vele gegevens. Het resultaat wordt aan de inspecteur-generaal gemeld, maar niet alle waarden van alle vliegtuigbewegingen per jaar. Het is echter wel mogelijk dat de inspecteur-generaal in het kader van het toezicht op de naleving kennis neemt van de onderliggende gegevens.
Aanvullende verplichtingen ten aanzien van informatieverstrekking
Bij toepassing van artikel 8.22 van de wet - de inspecteur-generaal legt een maatregel op in verband met overschrijding grenswaarde -, of artikel 8.23 van de wet betreffende de vrijstelling van een regel van het besluit, onder oplegging van beperkingen en voorschriften, zijn de artikelen 8.18 tot en met 8.21 van de wet van overeenkomstige toepassing. Artikel 8.28 van de wet heeft derhalve ook betrekking op de regels die ingevolge de toepassing van de artikelen 8.22 en 8.23 van de wet gaan gelden. In het besluit tot oplegging van de maatregel of tot vrijstelling van een regel, kan de inspecteur-generaal respectievelijk de Minister van V&W (in overeenstemming met de Minister van VROM) voor zover nodig opnemen welke aanvullende verplichtingen ten aanzien van de informatieverstrekking gelden.
3. Het toezicht op de juiste uitvoering van de regeling
De onderscheiden sectorpartners (de exploitant van de luchthaven, de LVNL en de luchtvaartmaatschappijen) voeren deze regeling uit. Zij zijn het die verantwoordelijk zijn voor het verzamelen en verstrekken van de gegevens op de in deze regeling voorgeschreven wijze. Zoals ook in de toelichting bij de wet al is gememoreerd, zal hierop toezicht moeten worden uitgeoefend. Het doel is te verzekeren dat deze regeling ook daadwerkelijk op de juiste wijze wordt uitgevoerd.
De gegevens worden vastgelegd overeenkomstig de kwaliteitseisen zoals beschreven in bijlage 7. De vast te leggen gegevens zijn de gegevens genoemd in de bijlagen en de daaraan ten grondslag liggende gegevens zoals bedoeld in bijlage 8. Doordat de gegevens vastgelegd worden is het mogelijk dat de inspecteur-generaal, indien hij dat ten behoeve van de handhaving wenselijk acht, ook vóór de afloop van een in de bijlagen genoemde termijn inzicht kan krijgen in de gegevens. Ook is het mogelijk dat inzicht wordt verkregen over de onderliggende detailgegevens zoals omschreven in bijlage 8. Hiertoe kan hij gebruik maken van zijn bevoegdheden op basis van de Algemene wet bestuursrecht. De inspecteur-generaal ziet er tevens op toe dat de werkwijze voor het verzamelen van alle gegevens inderdaad geschiedt overeenkomstig de voorschriften uit bijlage 8.
4. Verslaglegging en openbaarmaking
Artikel 3.1 van de regeling geeft aan wat het halfjaarlijkse verslag van de inspecteur-generaal aan de Minister van V&W en aan de Minister van VROM, naast de al in artikel 8.29 van de wet genoemde elementen, moet bevatten. Op grond van artikel 8.29 van de wet bevat het verslag ten minste een beschrijving van de door de sector getroffen voorzieningen (art. 8.18 van de wet) en de door de inspecteur-generaal opgelegde maatregelen (art. 8.22 van de wet) alsmede de doelmatigheid en doeltreffendheid van deze voorzieningen en maatregelen. Hier wordt aan toegevoegd de mate waarin de regels in hoofdstuk 3 van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol zijn nageleefd en welke boetes in dat kader in welke categorieën zijn opgelegd. In artikel 3.2 is bepaald op welke wijze de registratiegegevens openbaar worden gemaakt.
5. Wijziging van (onderdelen van) de regeling
Onderdelen van met name bijlage 8 zullen van tijd tot tijd moeten worden geactualiseerd als betere technieken of betere gegevens over vliegtuigen beschikbaar komen. Deze technische aanpassingen worden voorbereid door een werkgroep. Dergelijke wijzigingen zullen in principe uitsluitend bij de aanvang van een gebruiksjaar van kracht worden.
Uit deze regeling zullen administratieve lasten voor het bedrijfsleven voortvloeien. Administratieve lasten zijn de jaarlijkse kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Het gaat om het verzamelen, bewerken, registreren, bewaren en ter beschikking stellen van informatie. Naar aanleiding van het kabinetsstandpunt Administratieve lasten bedrijfsleven, zijn deze administratieve lasten ingeschat. Het doel hiervan is om de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te kennen en beheersbaar te houden. Voor deze regeling wordt als het bedrijfsleven beschouwd, de exploitant van de luchthaven en de luchtvaartmaatschappijen. Informatieverplichtingen voor de LVNL zijn niet meegenomen bij de bepaling van de administratieve lasten, vanwege het feit dat de LVNL een zelfstandig bestuursorgaan is.
Ter bepaling van de administratieve lasten zijn de informatieverplichtingen opgesplitst in deelhandelingen. Deze betreffen per informatieverplichting (zie bijlage 1 t/m 6 van deze regeling):
• De realisatie, aanpassing of/en aanschaf van informatiesystemen. Hiervoor is een afschrijvingsduur van 3 jaar aangenomen;
• Het onderhoud van informatiesystemen;
• Het uitvoeren van de administratieve handelingen;
• Het toepassen van een kwaliteitssysteem volgens de eisen zoals gesteld in bijlage 7 van deze regeling.
De administratieve last per deelhandeling per jaar bestaat uit een intern of/en extern tarief (bij uitbestedingen) vermenigvuldigd met de frequentie van de deelhandeling vermenigvuldigd met het aantal bedrijven welke de deelhandeling moeten uitvoeren. Door sommatie van de administratieve last voor alle onderscheiden deelhandelingen is de totale administratieve last ingeschat.
De verplichting tot het aanleveren van de milieu-informatie op basis van deze regeling vloeit voort uit de artikelen 8.26 tot en met 8.28 van de Wet luchtvaart. Ter beperking van de administratieve lasten is er op gelet dat slechts die informatie gevraagd wordt die van belang is voor het toezicht op de naleving van normen uit het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol 2003. Daarbij is er tevens op gelet dat de frequentie waarop gegevens dienen te worden verstrekt niet hoger is dan ten behoeve van datzelfde toezicht, noodzakelijk is.
De totale administratieve last voor het bedrijfsleven ten gevolge van deze regeling wordt geschat op € 461.320,- per jaar.
7. Artikelsgewijze toelichting
Dit artikel is noodzakelijk om vast te leggen welke sectorpartijen verantwoordelijk zijn voor het registreren van basisgegevens en het uitvoeren van bewerkingen daarmee. Het registratiesysteem van de exploitant van de luchthaven wordt gebruikt voor het bepalen van de geluidsheffingen en de landingsgelden. Aangezien dit een belangrijke bron van inkomsten is, zal de exploitant trachten de betrouwbaarheid van dit systeem op 100% te krijgen. Daarnaast is de hoeveelheid informatie die hierin reeds beschikbaar komt, los van de input die door de LVNL moet worden aangeleverd, dermate omvangrijk dat dit systeem als het hart van de gegevensverzameling kan worden gezien. Het ligt voor de hand dat de exploitant dan ook de partij is die zorgt draagt voor de koppeling, zoals bedoeld in het derde lid, met de informatie die door de LVNL wordt geregistreerd.
Voor het verzamelen van de gegevens in bijlage 1 - die alleen betrekking hebben op de grenswaarden - is de exploitant van de luchthaven verantwoordelijk. Dit blijkt uit artikel 8.27 van de wet. Uit de praktijk in de afgelopen jaren is gebleken, dat de exploitant van de luchthaven voor het verzamelen van de gegevens een beroep moet doen op andere sectorpartners. De exploitant van de luchthaven zal hiervoor afspraken moeten maken met de andere sectorpartners.
Artikel 2.3 van de regeling sluit aan bij artikel 3.1.4 van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol. Dit besluit bepaalt dat de exploitant alle banen beschikbaar stelt, tenzij dit niet kan in verband met werkzaamheden ten behoeve van het banenstelsel. In de formulering van artikel 2.3 van de regeling is er voor gekozen dat de Inspecteur Generaal hierover alleen behoeft te worden geïnformeerd als het niet beschikbaar zijn van alle banen leidt tot afwijkingen van de regels voor baangebruik zoals bedoeld in artikel 3.1.5. vierde lid van het Luchthavenverkeerbesluit.
Bij het verstrekken van de gegevens gaat het zowel om de voorzieningen die de sectorpartijen afzonderlijk als in onderlinge samenwerking hebben getroffen. Om te voorkomen dat informatie over hetzelfde onderwerp verspreid wordt aangeleverd, waardoor overlappingen of omissies zouden kunnen ontstaan is het aanbevelenswaardig dat de sectorpartijen dit met elkaar afstemmen. Dit sluit goed aan bij de reeds bestaande praktijk
Onder het bewerken van gegevens wordt met name het registreren, berekenen en verstrekken van gegevens verstaan. In de artikelen 2.2 tot en met 2.7 wordt verwezen naar de bijlagen 1 tot en met 6. In diverse gevallen wordt tevens verwezen naar bijlage 8. De kwaliteitseisen uit bijlage 7 zijn dus van toepassing op alle in de artikelen genoemde bijlagen.
In de algemene toelichting is reeds ingegaan op de nadere regels ten aanzien van de verslaglegging. De in het eerste lid onder e bedoelde grenswaarde kan voor de geluidsbelasting in een punt als bedoeld in bijlage 2 of 3 van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol afwijken van de in die bijlagen opgenomen grenswaarde. Dit is het geval als toepassing is gegeven aan artikel 4.2.1, vierde lid of artikel 4.2.2, vierde lid van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol waardoor een `nieuwe' grenswaarde vanwege buitengewone weersomstandigheden geldt of als een `andere' grenswaarde op basis van artikel 8.23 van de wet geldt. In die gevallen bevat het verslag de onderbouwing van het bepalen van die `nieuwe' of `andere' grenswaarde. Met het begrip `uitstoot' wordt bedoeld de uitstoot van stoffen waarvoor in het besluit een grenswaarde is vastgesteld.
Dit artikel is de uitwerking van artikel 8.30 van de wet. De gegevens die openbaar worden gemaakt, worden door de diverse partijen uit de luchtvaartsector bij de inspecteur-generaal aangeleverd. Omdat de gegevens zich gezien hun omvang en hun aard niet direct lenen voor een kennisgeving in bijvoorbeeld een huis-aan-huisblad, is het mogelijk dat de inspecteur-generaal in de kennisgeving de zakelijke inhoud weergeeft. In dat geval dienen de gegevens wel ter inzage te worden gelegd, zodat het voor een ieder mogelijk is om kennis te nemen van de gegevens. In de kennisgeving zal worden vermeld waar de gegevens ter inzage liggen. Om de toegang tot de gegevens te vergemakkelijken en ze beschikbaar te stellen voor een groter publiek kunnen zij tevens met behulp van het internet toegankelijk worden gemaakt. Er is voor gekozen om in ieder geval twee maal per jaar de gegevens openbaar te maken. Dit sluit goed aan bij de halfjaarlijkse verslaglegging van de inspecteur-generaal aan de beide ministers op basis van artikel 8.29 van de wet, waar voor een groot deel dezelfde gegevens gebruikt worden.
Bijlage 8 zal ter inzage worden gelegd bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Luchtvaart, Saturnusstraat 50, 2132 HB, Hoofddorp.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
M.H. Schultz van Haegen.
Bijlage 1 als bedoeld in artikel 2.2 van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol
Gegevens over de milieu- en veiligheidsbelasting
*) In deze bijlage is `LVB' de afkorting van `Luchthavenverkeerbesluit Schiphol'.
Bijlage 2 als bedoeld in artikel 2.3 van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol
Gegevens over de beschikbaarheid van het banenstelsel
*) In deze bijlage is `LVB' de afkorting van `Luchthavenverkeerbesluit Schiphol'.
Bijlage 3 als bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol
Gegevens over de voorzieningen ex art. 8.18 van de wet
*) In deze bijlage is `LVB' de afkorting van `Luchthavenverkeerbesluit Schiphol'.
Bijlage 4 als bedoeld in artikel 2.5 van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol
Gegevens bij afwijking van luchtverkeerwegen en minimale vlieghoogten
*) In deze bijlage is `LVB' de afkorting van `Luchthavenverkeerbesluit Schiphol'.
*) In deze bijlage is `LVB' de afkorting van `Luchthavenverkeerbesluit Schiphol'.
*) In deze bijlage is `LVB' de afkorting van `Luchthavenverkeerbesluit Schiphol'.
In de tabellen van deze bijlage is aangegeven welke gegevens door de LVNL aan de inspecteur-generaal worden verstrekt met betrekking tot straalvliegtuigen die van de luchtverkeerwegen en minimale vlieghoogten afwijken. Alle afwijkingen van de luchtverkeerwegen en minimale vlieghoogten veroorzaakt door straalvliegtuigen worden door de LVNL geregistreerd. De gegevens betreffen zowel afwijkingen veroorzaakt door (aanvullende) instructies van de LVNL als afwijkingen veroorzaakt door de gezagvoerder.
Op dit moment worden de gegevens over afwijkingen van de luchtverkeerwegen op een geautomatiseerde wijze uit bestaande bronsystemen (met name het AAA-systeem) betrokken en verwerkt. Op deze manier worden wel de afwijkingen als zodanig geregistreerd, maar is de oorzaak daarvan niet automatisch bekend. Zonder nader onderzoek achteraf, kan niet worden vastgesteld wie de veroorzaker van de afwijkingen van de luchtverkeerwegen en minimale vlieghoogten is geweest. Ook kan niet automatisch worden vastgesteld of er legitieme reden was om af te wijken, bijvoorbeeld in het belang van de veiligheid. Gevolg hiervan is dat alle afwijkingen van luchtverkeerwegen en minimale vlieghoogten waarvan de oorzaak niet bekend is, voor rekening van de LVNL komen. Dit telt weer door in de percentages voor afwijkingen waarbinnen de LVNL gezien artikel 3.1.3. derde lid van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol moet blijven. De LVNL zal daarom in samenspraak met de Handhavingsdienst Luchtvaart werken aan een systeem om specificering naar veroorzaker en oorzaak mogelijk te maken.
Bijlage 5 als bedoeld in artikel 2.6 van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol
Gegevens bij afwijking beperking baangebruik
*) In deze bijlage is `LVB' de afkorting van `Luchthavenverkeerbesluit Schiphol'.
Bijlage 6 als bedoeld in artikel 2.7 van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol
Gegevens met betrekking tot de beperking van de uitstoot van stoffen die geurhinder veroorzaken
*) In deze bijlage is `LVB' de afkorting van `Luchthavenverkeerbesluit Schiphol'.
De artikelen 3.2.1. en 3.2.2. van het Luchthavenverkeerbesluit richten zich tot de gezagvoerder. Deze moet ervoor zorgen dat het vliegtuig met één uitgeschakelde motor van de landingsbaan naar de afhandelingsplaats taxiet en dat de Auxiliary Power Unit niet gebruikt wordt voor de stroomvoorziening voor zover een vervangende stroom voorziening beschikbaar is. Dit alles in het belang van de beperking van de uitstoot van stoffen die geurhinder veroorzaken.
Het beperken van de uitstoot van stoffen die geurhinder veroorzaken is van belang voor de bepaling van de grenswaarden. De exploitant van de luchthaven heeft hier belang bij. Er is daarom ook gekozen voor een actieve opstelling van de exploitant van de luchthaven aangaande acties die hij kan ondernemen om te bevorderen dat de uitstoot van deze stoffen vermindert. De exploitant van de luchthaven informeert de inspecteur-generaal op basis van deze bijlage over de door hem gepleegde inspanningen.
Aan de exploitant van de luchthaven wordt een rapportage gevraagd van de inspanningen die gedaan zijn om de naleving van de geurregels te verbeteren en van de resultaten van deze inspanningen. In deze regeling wordt niet voor geschreven op welke wijze de exploitant van de luchthaven dit kan bevorderen. De keuze staat vrij. Hierbij zou gedacht kunnen worden aan de volgende acties. De exploitant van de luchthaven treft maatregelen of laat deze treffen om de regels ter vermindering van de geurhinder te promoten. De exploitant van de luchthaven stelt de luchtvaartmaatschappijen op de hoogte van de nieuwe wettelijke regels die vanaf de ingebruikname van de vijfde baan op de luchthaven gelden. De exploitant van de luchthaven maakt afspraken met de luchtvaartmaatschappijen over de naleving van de regels zoals er bijvoorbeeld ook afspraken worden gemaakt over serviceverlening (Service Level Agreements). De exploitant van de luchthaven start een promotieactie voor het gebruik van 400 Hz. Er worden garanties gegeven voor de betrouwbaarheid van het 400 Hz-systeem en het grondpersoneel wordt zodanig geïnstrueerd dat de toepassing ervan soepel en zonder vertraging verloopt. De exploitant van de luchthaven start een promotieactie voor het taxiën op minder motoren. De exploitant van de luchthaven verzoekt de maatschappijen die vaak Schiphol aandoen de regels op te nemen in hun handboeken, zoals dat bij sommige luchtvaartmaatschappijen reeds het geval is. Hierbij kan verwezen worden naar de `Circular on Operational Oppertunities tot Minimise Fuel Use & Reduce Emissions', van ICAO waarin bijvoorbeeld ook het taxiën op minder motoren wordt genoemd.
Bijlage 7 als bedoeld in artikel 2.8 van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol
De exploitant van de luchthaven en de LVNL leggen de handelingen die nodig zijn voor het bewerken van gegevens, zoals bedoeld in de artikelen 2.1 tot en met 2.6 en bijlage 8 van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol, vast in werkinstructies.
De exploitant van de luchthaven en de LVNL leggen vast:
a. wie binnen de eigen organisatie bevoegd zijn om de registraties, bewerkingen en berekeningen uit te voeren;
b. wie binnen de eigen organisatie, voor welke informatie, bevoegd zijn gegevens goed te keuren;
c. wie binnen de eigen organisatie verantwoordelijk en bevoegd zijn om de gegevens aan de inspecteur-generaal te verstrekken.
De exploitant van de luchthaven en de LVNL:
a. maken dagelijks een back-up van de geregistreerde gegevens zoals bedoeld in bijlage 8;
b. bewaren de geregistreerde en verstrekte gegevens en de resultaten van de uitgevoerde bewerkingen en berekeningen gedurende een periode van 5 jaar;
c. dragen er zorg voor dat de geregistreerde gegevens, de resultaten van de uitgevoerde bewerkingen, de resultaten van de uitgevoerde berekeningen en de meet- en registratiemiddelen zoals bedoeld in bijlage 8 van de Regeling milieu-informatie Schiphol alsmede de verstrekte gegevens, worden beveiligd tegen ongeautoriseerde wijzigingen;
d. dragen er zorg voor dat de gebruikte middelen beveiligd worden tegen ongeautoriseerd gebruik;
e. dragen er zorg voor dat de geregistreerde en verstrekte gegevens en de meet- en registratiemiddelen beveiligd worden tegen diefstal en brand.
De exploitant van de luchthaven en de LVNL dragen er zorg voor dat de bevoegde personen die de registraties, bewerkingen en berekeningen uitvoeren op de hoogte zijn van de vastgelegde werkinstructies, aantoonbaar in staat zijn om de registraties, bewerkingen en berekeningen uit te voeren en werken volgens de vastgelegde werkinstructie.
De exploitant van de luchthaven en de LVNL beschikken over de benodigde middelen en infra-structuur om de registratie en verstrekking van gegevens te kunnen uitvoeren en zorgen ervoor dat deze middelen en infrastructuur worden onderhouden.
6. Beheersing van meetmiddelen
De benodigde meetapparatuur wordt:
a. volgens de fabrikant gespecificeerde eisen onderhouden;
b. volgens de fabrikant gespecificeerde eisen gekalibreerd;
c. geïdentificeerd zodat de kalibratiestatus kan worden bepaald.
De exploitant van de luchthaven en de LVNL beoordelen en registreren de geldigheid van de voorgaande meetresultaten, wanneer is gebleken dat de bewakings- en meetapparatuur niet overeenkomstig de eisen functioneert. Registraties van de resultaten van kalibratie en verificatie worden bijgehouden.
De exploitant van de luchthaven en de LVNL beoordelen minimaal een keer per jaar of voldaan wordt aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in deze bijlage. De resultaten van deze audit worden vastgelegd in een verificatierapport. Geconstateerde afwijkingen worden in het verificatierapport geregistreerd. Er wordt actie ondernomen om de afwijking en de gevolgen daarvan te herstellen. Dit wordt eveneens vastgelegd in het verificatierapport.
Om te kunnen vaststellen of de grenswaarden en regels zoals vermeld in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol worden overschreden respectievelijk overtreden, is het nood-zakelijk dat de gegevens die worden verzameld en verwerkt op een beheerste wijze tot stand zijn gekomen en voldoen aan de gestelde eisen. In verband met de handhaving is het ook van belang dat de gegevens later nog opvraagbaar zijn met dezelfde betrouwbaarheid.
Naast dat er eisen zijn gesteld aan de wijze waarop de diverse berekeningen moeten worden uitgevoerd, worden er daarom ook eisen gesteld aan de wijze waarop deze gegevens tot stand komen en bewaard worden.
Deze eisen zijn gebaseerd op in de luchtvaart gebruikelijke eisen ten aanzien van kwaliteitszorg binnen een organisatie. Hierbij worden kwaliteitseisen gesteld aan de organisatie, de mensen die het proces uitvoeren, de middelen, methoden en infrastructuur.
De exploitant van de luchthaven en de LVNL dienen inzichtelijk te maken hoe het tot stand komen en verstrekken van de gegevens is georganiseerd, hoe ze zorgen dat de medewerkers weten wat hun verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn en hoe gezorgd wordt dat de medewerkers getraind zijn om de werkzaamheden uit te voeren. Tevens zijn de exploitant van de luchthaven en de LVNL verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en houden van de middelen en infrastructuur zoals bijvoorbeeld computersystemen en radar. Eisen zijn gesteld ten aanzien van het voor langere tijd beheren en opvraagbaar houden van de gegevens.
Aangezien de exploitant van de luchthaven en de LVNL verantwoordelijk zijn voor het tot stand komen en het verstrekken van de gegevens, dienen zij ten minste één maal per jaar beoordelen of hun organisaties aan deze kwaliteitseisen voldoen. Of de exploitant van de luchthaven en de LVNL aan deze kwaliteitseisen voldoen, zal worden getoetst door de toezichthouder. Hierbij wordt ter plekke nagegaan hoe de eisen zijn ingevuld en of deze consequent worden toepast.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2003-34-p15-SC38604.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.