Vragen van het lid Leijten (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een Verklaring omtrent gedrag in de zorg (ingezonden 23 februari 2011).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het feit dat een veroordeelde zedendelinquent in de zorg werkt, terwijl tot aan de Raad van State is bepaald dat er geen Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) kan worden afgegeven?1

Vraag 2

Wat is uw oordeel over de werkgever die geen maatregelen neemt? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Wanneer kan de Kamer het wetsvoorstel voor een verplicht VOG in de zorg tegemoet zien?2

Vraag 4

Hoe zal de maatregel uitwerken, wanneer blijkt dat een werkgever niet vraagt om een VOG? Is deze dan strafbaar, of is het een individuele maatregel die betrekking heeft op de werknemer? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 5

Bent u bereid in deze kwestie persoonlijk contact op te nemen met de werkgever om te verzoeken het voorzorgsprincipe toe te passen? Zo ja, kunt u de Kamer informeren over de uitkomst? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Is de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op de hoogte van meer van dit soort gelijke situaties? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 7

Erkent u dat in de zorg het gemakkelijk is, ook al wordt er in teamverband gewerkt, om je als professional af te zonderen met een patiënt/bewoner/cliënt? Zo ja, hoe oordeelt u over het advies van de IGZ? Zo neen, waarom niet?


X Noot
1

Uitspraak Rechtbank Arnhem, onderhands verstrekt aan de bewindspersoon.

X Noot
2

Regeringsakkoord.

Naar boven