De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn (6e APN) is afgesproken
een nieuwe gecombineerde fosfaatindicator in te voeren voor het vaststellen van de
fosfaattoestand van de bodem;
overwegende dat in het 6e APN is opgenomen dat de invoer van de gecombineerde fosfaatindicator
neutraal dient plaats te vinden ten aanzien van de gebruiksruimte voor fosfaat;
constaterende dat voor bouwland op klei de invoer van de gecombineerde fosfaatindicator
op sommige akkerbouwbedrijven leidt tot vermindering van de fosfaatgebruiksruimte
tot wel 20%;
overwegende dat daarmee de aanvoermogelijkheden voor organische stofrijke producten
op akkerbouwbedrijven worden verkleind;
overwegende dat voor behoud van bodemvruchtbaarheid, voor vergroting van het waterbergend
vermogen, voor koolstofvastlegging en voor het verhogen van de weerbaarheid van de
bodem en het gewas, bodemverbeteraars van cruciaal belang zijn;
constaterende dat de Minister van LNV daarom voor het jaar 2021 een
overgangsregeling heeft vastgesteld waarbij ook de oude fosfaatindicator kon worden
gebruikt;
constaterende dat deze regeling niet is doorgetrokken in het zevende actieprogramma;
verzoekt de regering, om aan het zevende actieprogramma een fosfaatvrijstelling van
50% toe te voegen voor organische stofrijke producten ten einde het verlies aan fosfaatgebruiksruimte
ten gevolge van de invoer van de gecombineerde fosfaatindicator te compenseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Boswijk
Grinwis
Van der Plas