34 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2015

Tijdens het algemeen overleg over personeel op 11 maart jl. heb ik uw Kamer toegezegd dat ik na lezing van het boek over de Colombo-affaire met een reactie zou komen (Kamerstuk 34 000 X, nr. 85). Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

Tijdens het zomerreces heb ik met interesse het boek van de heer Bijkerk over de Colombo-affaire gelezen. Het boek maakt op indringende wijze duidelijk hoezeer deze affaire het leven van de drie KNIL-vliegers en hun families heeft beïnvloed. Hoewel ik na lezing een beter begrip heb gekregen van de context waarbinnen deze affaire zich afspeelde, is er voor mij geen aanleiding om mijn standpunt in deze zaak te wijzigen.

Rehabilitatie van de drie KNIL-vliegers is niet mogelijk zonder herziening van het vonnis door de rechter. Het is aan de rechter om in het kader van een herzieningsverzoek te beoordelen of er sprake is van nieuwe gegevens, feiten of inzichten. Ik heb als Minister niet de bevoegdheid te oordelen over een rechterlijke toetsing. Het is voor mij niet mogelijk om het vonnis van destijds te herzien.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven