34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van het onderwijs te geven in de Engelse, Duitse of Franse taal

L VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 2 juli 2019

Op 29 september 2015 heeft de Eerste Kamer de motie-Bruijn c.s. over het taalbeheersingsniveau van de leraar aangenomen.1 In de brief van 20 december 2017 is de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media op deze motie ingegaan.2 Hij heeft toen aangegeven dat hij Nuffic wilde vragen om in beeld te brengen of de beschikbare keurmerken hanteerbaar zijn voor scholen en of deze een bredere bekendheid kunnen krijgen. De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in reactie hierop aangegeven dat zij graag te zijner tijd van de resultaten van dit onderzoek op de hoogte wordt gesteld. Aan dit verzoek heeft de Minister voldaan door de Kamer bij brief van 22 mei jl. het Nuffic-onderzoeksrapport «Kwaliteitskeurmerken vvto» aan te bieden.3

De commissie4 dankt de Minister voor de toezending en heeft bij brief d.d. 3 juni 2019 verzocht een inhoudelijke reactie op het rapport te sturen.

De Minister heeft op 2 juli 2019 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media

Den Haag, 3 juni 2019

Op 29 september 2015 heeft de Eerste Kamer de motie-Bruijn c.s. over het taalbeheersingsniveau van de leraar aangenomen.5 In uw brief van 20 december 2017 bent u op deze motie ingegaan.6 U hebt toen aangegeven dat u Nuffic wilde vragen om in beeld te brengen of de beschikbare keurmerken hanteerbaar zijn voor scholen en of deze een bredere bekendheid kunnen krijgen. De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in reactie hierop aangegeven dat zij graag te zijner tijd van de resultaten van dit onderzoek op de hoogte wordt gesteld. Aan dit verzoek hebt u voldaan door de Kamer bij brief van 22 mei jl. het Nuffic-onderzoeksrapport «Kwaliteitskeurmerken vvto» aan te bieden.7 De commissie dankt u voor de toezending en zou graag van u een inhoudelijke reactie op het rapport ontvangen. De commissie stelt het op prijs als u tevens aangeeft welke concrete stappen u gaat zetten naar aanleiding van het Nuffic-rapport en de in de motie-Bruijn c.s. vervatte verzoeken.

De commissie ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

De Voorzitter van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. de Vries-Leggedoor

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN VOOR MEDIA

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2019

In uw brief van 3 juni 2019 (kenmerk 165021.01u) vraagt u mij om een inhoudelijke reactie op het Nuffic-rapport naar de bekendheid, wenselijkheid en hanteerbaarheid van kwaliteitskeurmerken van vroeg vreemdetalenonderwijs Engels. Voorts vraagt u mij welke concrete stappen ik ga zetten naar aanleiding van de in de motie Bruijn8 c.s. vervatte verzoeken.

Het is goed dat er nu onderzoek is verricht naar de kwaliteitskeurmerken van vroeg vreemdetalenonderwijs Engels. Het onderzoek biedt handvatten voor Nuffic en voor de scholen om aan de slag te gaan met het certificeringstraject. Uit het onderzoek blijkt dat EarlyBird het meest bekende keurmerk is. Scholen die het certificeringstraject hebben doorlopen, zien het keurmerk als een kans. Scholen die geen certificeringstraject hebben doorlopen, geven aan het keurmerk als een belasting te zien. Deze scholen verwachten dat het certificeringstraject veel tijd kost. Redenen om niet te certificeren zijn: de school heeft geen behoefte aan extra controles, de school heeft andere prioriteiten, of de school ziet geen meerwaarde in het behalen van een vvto-keurmerk. Onervaren scholen verwachten belemmeringen, waar ervaren scholen in de praktijk geen last van hebben. Een mogelijke verklaring is dat niet-gecertificeerde vvto-scholen te weinig weten over het certificeringstraject.

Uit het onderzoek blijkt dat alle respondenten een keurmerk wenselijk vinden vanwege de richtlijnen voor goed onderwijs in de Engelse taal, maar sommige respondenten zonder certificeringstraject geven aan dat de leskwaliteit ook gewaarborgd kan worden zonder vvto-keurmerk. Gecertificeerde scholen noemen een gemotiveerd team, genoeg tijd en budget juist als belangrijke succesfactoren.

Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek ondersteunt Nuffic scholen bij het op orde brengen van de randvoorwaarden, het verstrekken van informatie over het certificeringstraject en het vergroten van de bekendheid van de Landelijke standaard vvto onder niet-gecertificeerde scholen. Mede naar aanleiding van de motie Bruijn c.s. spoort Nuffic scholen aan om het keurmerk vvto aan te vragen. Bij de uitvoering van het toezicht kan de Inspectie van het Onderwijs eventueel ook met de scholen in gesprek gaan over het belang van het certificeringstraject en de professionaliteit van de docenten.

In mijn brief van 20 december 2017 ben ik ingegaan op het onderzoek «Zicht op vroeg vreemdetalenonderwijs» en de motie Bruijn c.s. over het taalbeheersingsniveau van leraren die vvto geven en in hoeverre hiermee wordt voldaan aan het door Nuffic gestelde niveau9. Ik vind het een positieve ontwikkeling dat het merendeel van de leerkrachten nascholing heeft gevolgd en dat scholen native speakers als vakleerkrachten inzetten. Desondanks blijft het belangrijk dat Nuffic bij het ondersteunen van scholen ook aandacht besteedt aan het taalbeheersingsniveau van leraren.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstukken I 2015/16, 34 031, G.

X Noot
2

Kamerstukken I 2017/18, 34 031, J.

X Noot
3

Kamerstukken I 2018/19, 34 031, K.

X Noot
4

Samenstelling:

Essers (CDA), Backer (D66), Ganzevoort (GL), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Bruijn (VVD), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Nooren (PvdA), Pijlman (D66) (vice-voorzitter), Schalk (SGP), Bikker (CU) (voorzitter), Klip-Martin (VVD), De Bruijn-Wezeman(VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Cliteur (FVD), Dessing (FvD), Doornhof (CDA), Gerbrandy (OSF), Nanninga (FVD), Nicolaï (PvdD), Pouw-Verweij (FVD), Veldhoen (GL), Vendrik (GL)

X Noot
5

Kamerstukken I 2015/16, 34 031, G.

X Noot
6

Kamerstukken I 2017/18, 34 031, J.

X Noot
7

Kamerstukken I 2018/19, 34 031, K.

X Noot
8

Kamerstukken 2015/2016, 34 031, G

X Noot
9

Kamerstukken I 2017/18, 34 031, J

Naar boven