De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1.400 (x € 1.000).
II
In artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.400 (x € 1.000).
De indieners van dit amendement beogen een impuls voor landelijk werkende vrijwilligersorganisaties
te realiseren. Met dit amendement wordt het budget voor vrijwilligerswerkondersteuning
voor het komende begrotingsjaar verhoogd met 1,4 miljoen.
Met de drie decentralisaties op het gebied van zorg en welzijn en de vraag
aan mensen om meer terug te vallen op hun zelfredzaamheid en eigen netwerk, neemt
de vraag naar ondersteuning door vrijwilligers en mantelzorgers toe. Niet alleen het
aantal mensen wat een beroep doet op informele zorg neemt 3.400 toe, maar ook de complexiteit
van de problematiek van de hulpvragers. Dit is niet alleen een transitie voor de formele
zorg maar ook voor de informele zorg.
Het verkennen, stimuleren, vormgeven en organiseren van de samenwerking tussen de
formele en informele zorg op landelijk en lokaal niveau, leidt voor vrijwilligersorganisaties
in de zorg en welzijnssector nu en in de komende jaren tot extra werkzaamheden. Naar
verwachting zal dit in sommige gevallen extra menskracht en extra competenties op
lokaal niveau vergen, onder meer om in complexe situaties ondersteuning te kunnen
bieden. Om bij deze transities de ondersteuning van de informele zorg te waarborgen
is er een investering nodig in zowel de deskundigheidsbevordering en begeleiding van
vrijwilligers die te maken krijgen met complexe problematiek, als de transformatie
van landelijke organisaties naar organisaties die op lokaal niveau voldoende capaciteit
en competenties hebben, als in een efficiënte samenwerking tussen lokale vrijwilligersorganisaties
in zorg en welzijn om de samenwerking tussen formele en informele zorg goed vorm te
geven. Hiervoor is van belang dat de ondersteuning vanuit de landelijke organisaties
resulteert in voldoende capaciteit en deskundigheid bij lokale onderdelen van de landelijke
organisaties.
De indieners achten deze verhoging in de periode 2015–2017 jaarlijks wenselijk. Landelijk
werkende vrijwilligers organisaties krijgen door dit amendement meer slagkracht om
te hervormen, hun rol op te pakken bij de decentralisaties. De indieners zijn ervan
overtuigd dat vrijwilligers baat hebben bij professionele ondersteuning en begeleiding.
Deze organisaties kunnen met hun kennis en expertise een grote rol vervullen in het
lokaal stimuleren van vrijwilligerswerk en het vormen van netwerken rondom mensen.
De indieners van dit amendement wijzen ook op de aangenomen motie 33 841-163. De dekking van dit amendement wordt gevonden in het niet-juridisch verplichte deel
van artikel 3.