De Kamer,
gehoord de beraadslagingen,
gelet op de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 12 juli 2013
aan de Voorzitter van de Tweede Kamer met betrekking tot de stelselvernieuwing rechtsbijstand
(TK 31 753, 64)
gelet op de motie Kox c.s. van 29 oktober 2013 (EK 33 750, G),
gelet op de brief van de Minister en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van
13 december 2013 naar aanleiding van de motie Kox c.s. (EK 33 750, P),
gelet op de uitkomst van de expertmeeting «Staat van de Rechtsstaat» d.d. 4 februari
2014,
gelet op de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 18 februari
2014 over de stelselvernieuwing gesubsidieerde rechtsbijstand (EK 33 750 VI, F),
constaterende, dat de toegang tot de rechter en de gefinancierde rechtshulp door de
voorstellen van de Minister en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op ingrijpende
wijze worden aangetast,
overwegende, dat de voorgenomen bezuiniging op de rechtshulp op gespannen voet staat
met de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens,
overwegende, dat de toegang tot de rechter en de rechtshulp een grondrecht is en een
fundamenteel onderdeel van de democratische rechtsstaat, dat niet aangetast dient
te worden met een beroep op het sluitend maken van de rijksbegroting,
verzoekt de regering haar bezuinigingsplan in het kader van de toegang tot het recht
en de gefinancierde rechtsbijstand in heroverweging te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ruers
Koffeman
De Lange
Quik-Schuijt
Strik
Engels
Reynaers