33 625 Hulp, handel en investeringen

Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2013

In antwoord op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, informeer ik u hierbij mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken over de Nederlandse inzet voor kinderrechten.

Via verschillende programma’s wordt een bijdrage geleverd aan de verwezenlijking van kinderrechten. De inzet vindt op drie terreinen plaats:

  • Het voorkomen en bestrijden van kindhuwelijken.

  • Het voorkomen en bestrijden van kinderarbeid.

  • Financiering van partnerorganisaties die zich specifiek bezighouden met kinderen.

1. Het voorkomen en bestrijden van kindhuwelijken

In de nota Wat de Wereld Verdient (kamerstuk 33 625) heeft het kabinet aangegeven zich sterk te maken voor het tegengaan van huwelijksdwang en seksueel geweld, onder meer door deelname aan de internationale campagne Girls not Brides. Kindhuwelijken mogen nooit worden toegestaan, ook niet door te verwijzen naar cultuur, traditie of religie. Gedwongen huwelijken zijn niet alleen schendingen van het zelfbeschikkingsrecht van meisjes en vrouwen, maar ook van hun recht op gezondheid, onderwijs en bescherming. Kind- en gedwongen huwelijken leiden tot dwangarbeid en slavernij, seksueel misbruik, en huiselijk geweld.

Samenwerking met Girls not Brides

Girls Not Brides werkt samen met bijna 300 NGO’s, waaronder maatschappelijke organisaties uit landen waar kindhuwelijken veel voorkomen. Met hun brede basis en sterk leiderschap is dit netwerk een belangrijke partner. Immers, om kindhuwelijken effectief tegen te gaan is van belang dat lokale, regionale en nationale politieke en religieuze leiders zich uitspreken tegen kindhuwelijken. Beïnvloeding van «onderop» is daarbij van groot belang.

Internationale strategische agenda

Het voorkomen van kindhuwelijken is gerelateerd aan tal van ontwikkelingsdoelen. Daarom streeft het kabinet naar opname van dit thema in de post 2015 agenda. Om internationaal de krachten te bundelen wordt nu een internationale strategische agenda opgesteld die begin 2014 klaar moet zijn. Samen met Girls not Brides organiseerde de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking afgelopen zomer een informele bijeenkomst van publieke en private donoren, internationale organisaties en NGO’s om de contouren van een dergelijke agenda te bespreken.

Side event kindhuwelijken

Samen met Ghana, Canada, UNFPA en UNICEF nam Nederland het voortouw voor de organisatie van het side event Too Young To Wed; empowering girls as leaders of tomorrow bij de Algemene Vergadering van de VN. Een groot aantal landen heeft bij dit side event steun uitgesproken voor de campagne tegen kindhuwelijken.

Resolutie Mensenrechtenraad

Op 27 september jl. nam de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties met consensus de eerste resolutie over kindhuwelijken aan. Kindhuwelijken worden in deze resolutie bestempeld als schending van de mensenrechten. De resolutie, waarvan Nederland een van de initiatiefnemers was, werd door 107 landen gesteund. De Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) zal onderzoek doen naar «best practices» in de bestrijding van kindhuwelijken.

Programma’s en projecten

De meeste projecten die worden ondersteund zijn niet specifiek gericht op kindhuwelijken, maar dragen bij aan de ontwikkeling van meisjes en gendergelijkheid. Voorbeelden van interventies zijn het voorkomen van schooluitval door training van docenten, het verschaffen van studiebeurzen en werkstages, microkrediet en training in life and business skills. Onduidelijk is nog welke interventies het meest effectief zijn. Daarom ondersteunt het kabinet een onderzoeksprogramma van de Population Council in Bangladesh. De interventies zijn gericht op de verbetering van het economisch perspectief van families door het uitstellen van het huwelijk van hun dochter. Het programma wordt nauwgezet gemonitord en aan het eind worden de kosteneffectiviteit en impact berekend.

Financiële bijdrage UNICEF

Het vrijmaken van financiële middelen voor de preventie van kindhuwelijken is mede afhankelijk van de inhoud van de internationale strategische agenda. Met ingang van volgend jaar heeft het kabinet 5 mln. euro van de vrijwillige contributie aan UNICEF geoormerkt voor de preventie van kindhuwelijken.

2. Het voorkomen en bestrijden van kinderarbeid

Het recente International Labour Organization (ILO) rapport «Marking progress against child labour» geeft aan dat wereldwijd circa 168 miljoen kinderen slachtoffer zijn van kinderarbeid. Meer dan de helft van hen is blootgesteld aan de ergste vormen van kinderarbeid, waarbij kinderen te maken hebben met schendingen van hun kinderrechten, zoals hun recht op onderwijs, gezondheid en bescherming tegen verschillende vormen van misbruik en uitbuiting.

Arbeidsnormen International Labour Organization

Ter bestrijding van kinderarbeid maakt Nederland zich sterk voor universele ratificatie en tenuitvoerlegging van de vier fundamentele arbeidsnormen van de ILO: het verbod op kinderarbeid, het verbod op dwangarbeid, non-discriminatie en de vrijheid van (vak)vereniging. Zo pleit Nederland steevast voor opname en toepassing van de ILO-normen via mensenrechtenclausules en duurzaamheidshoofdstukken in handelsverdragen met derde landen.

Aanpak van kinderarbeid

De Nederlandse inzet voor de preventie van kinderarbeid richt zich verder op de samenwerking met bedrijven via het Child Labour Platform. Dit is een internationaal bedrijvennetwerk tegen kinderarbeid dat is opgericht tijdens de kinderarbeid conferentie in Den Haag in 2010. Onze steun richt zich erop om meer niet-westerse bedrijven bij dit netwerk aangesloten te krijgen. De aanpak richt zich verder op het verbeteren van de onderwijsparticipatie en het opnemen van preventieprogramma’s voor kinderarbeid in de onderwijsprogramma’s in partnerlanden.

Roadmap

Nederland zet zich in voor de uitvoering van de «Roadmap for Achieving the Elimination of the Worst Forms of Child Labour by 2016» (outcome document 2e wereldwijde kinderarbeid conferentie in Den Haag in 2010). Ook is actief deelgenomen aan de voorbereidingen van de derde wereldwijde conferentie tegen kinderarbeid, die van 8-10 oktober 2013 in Brazilië plaats vond.

Bestaande programma’s

Via de ambassades in Jakarta en Dhaka worden projecten van IPEC (het kinderarbeidprogramma van de ILO) gefinancierd. In Turkije is uit het mensenrechtenfonds € 90.000 beschikbaar om kinderarbeid in de hazelnootteelt tegen te gaan. In Panama wordt een project gefinancierd van de werkgeversorganisatie CoNEP, dat gericht is op een certificeringssysteem voor kinderarbeid vrije producten. Uit het mensenrechtenfonds is een programma van de Campagne Stop Kinderarbeid gefinancierd waarmee best practices in het creëren van child labour free zones in India als voorbeeld dienen voor NGO’s in Oeganda, Ethiopië, Kenia, Zimbabwe, Marokko en Ghana.

Financiële bijdrage ILO

Nederland geeft een ongeoormerkte bijdrage aan de ILO onder het 4-jarig Partnerschapsprogramma 2010–2013 ter ondersteuning van de Decent Work Agenda (€ 38,3 miljoen). Ook geeft Nederland een extra bijdrage aan IPEC ter bevordering van de integratie van de bestrijding van kinderarbeid in onderwijsprogramma’s in Bolivia, Indonesië, Mali en Oeganda (€ 4,7 mln voor periode 2010-mid 2014).

3. De activiteiten van partnerorganisaties

Samenwerking met UNICEF

Het UNICEF mandaat richt zich op de bescherming, hulpverlening en ontwikkeling van kinderen en jongeren en hun gezinsomgeving. UNICEF gaat daarbij uit van een rechtenbenadering gebaseerd op het VN Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Nederland werkt samen met UNICEF op het gebied van water, sanitatie en hygiëne (WASH), kindhuwelijken, de vier speerpunten van SRGR, ondervoeding van moeder en kind, veiligheid en rechtsorde, humanitaire hulp en vredesoperaties. UNICEF heeft ook een taak bij het monitoring- en rapportagemechanisme aan de Veiligheidsraad over alle mogelijke vormen van geweld tegen kinderen tijdens conflicten.

In 2012 was Nederland de 7e donor van UNICEF met een totale bijdrage van 117,6 miljoen euro, waarvan 34 miljoen euro ongeoormerkt (algemeen vrijwillige bijdrage). Door de bezuinigingen gaat in 2014 de vrijwillige bijdrage aan UNICEF terug naar 24 miljoen euro.

Samenwerking met GAVI

Tussen 2000 en 2011 heeft deze publiek private alliantie 370 miljoen kinderen gevaccineerd waarmee 5,5 miljoen sterfgevallen zijn voorkomen. Nederland was nauw betrokken bij de oprichting van GAVI en draagt daar jaarlijks 24 miljoen euro aan bij.

Samenwerking met de VN Speciaal Vertegenwoordiger Geweld tegen Kinderen

Nederland geeft daarnaast financiële steun aan de VN Speciaal Vertegenwoordiger Geweld tegen Kinderen voor de invulling van haar mandaat.

Samenwerking binnen het Medefinancieringsstelsel II

In het kader van het MFS-II zetten vier allianties zich in voor kinderrechten en kinderwelzijn. Dit zijn de Connect Now Alliance (penvoerder Warchild), Child Rights Alliance (Plan Nederland), de Child and Development Alliance (Terre des Hommes) en de Together4Change Alliantie (ICS). Deze allianties voeren met 16 andere Nederlandse ontwikkelingsorganisaties programma’s uit in ontwikkelingslanden in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Samen hebben zij in de periode 2011 t/m 2.015 EUR 150 miljoen te besteden.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven