33 047 Bestuur en bestuurlijke inrichting

Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 februari 2016

Hierbij bied ik u een onderzoek aan naar ambtelijke fusieorganisaties dat het bureau SeinstravandeLaar in opdracht van mijn ministerie heeft verricht1. De aanleiding voor dit onderzoek is de toename van het aantal ambtelijke fusieorganisaties in de afgelopen jaren. Per 1 januari 2015 bestaan 16 verschillende ambtelijke fusieorganisaties waaraan 36 gemeenten deelnemen. De verwachting is dat dit aantal de komende jaren zal toenemen. Gelet op de toename van het aantal ambtelijke fusies werd het tijd breder te kijken naar dit nieuwe fenomeen dat zich kenmerkt door het bundelen van de ambtelijke organisaties van bestuurlijk zelfstandige gemeenten.

Er bestaan twee hoofdvormen van een ambtelijke fusie. Bij de eerste wordt een nieuwe organisatie ingesteld waar alle ambtenaren van de deelnemende gemeenten worden ondergebracht. Deze nieuwe organisatie (meestal een openbaar lichaam op basis van de Wgr) voorziet in de ambtelijke dienstverlening aan de deelnemers. De tweede variant is een centrumconstructie (ook privaatrechtelijk vormgegeven), waarbij één gemeente de ambtelijke dienstverlening aan (één) andere gemeente(n) levert, een soort gastheermodel.

Het onderzoek laat zien dat gemeenten verschillende motieven hebben voor het aangaan van een ambtelijke fusie. Deze liggen voornamelijk op het terrein van meer uitvoeringskracht, een sterkere positie in de regio, voorkomen van of vooruitlopen op herindeling en het doorvoeren van een reorganisatie. De belangrijkste doelen bij het aangaan van een ambtelijke fusie zijn het verbeteren van de in- en externe dienstverlening, het verminderen van kwetsbaarheden in de ambtelijke organisatie en het beheersen of verminderen van bedrijfsvoeringlasten.

Uit het onderzoek blijkt dat gemeenten tevreden zijn over de manier waarop de ambtelijke fusie bijdraagt aan het realiseren van hun doelen. Tegelijkertijd kan het model leiden tot een aantal nadelen. Zo laat het onderzoek zien dat politiek primaat en de lokale beleidsvrijheid onder druk kunnen komen te staan. De deelnemende gemeentebesturen zien dit risico ook, maar hebben er zelf geen last van. Een ander mogelijk risico bij ambtelijk fuseren is een verandering in de sleutelfiguren, waardoor de onderlinge dynamiek, maar ook de opvattingen over de ambtelijke fusie kunnen veranderen. Verschillen in motieven en doelen kunnen ook een negatief effect hebben op het functioneren van een ambtelijke fusieorganisatie.

Het onderzoek laat zien dat de ambtelijke fusie voldoet aan de verwachtingen die de deelnemers bij de start hadden: de doelen worden gehaald. Tegelijkertijd is er een aantal nadelen, maar deze wegen voor de gemeenten die reeds ambtelijk zijn gefuseerd niet op tegen de behaalde voordelen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven