32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

Nr. 136 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2015

Hierbij zend ik u de reactie op het verzoek van de Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar aanleiding van de brief «Ruimte voor cultuur – Uitgangspunten cultuurbeleid 2017–2020» (Kamerstuk 32 820, nr. 134).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Verzoek van de Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

U hebt in uw brief «Ruimte voor cultuur – Uitgangspunten cultuurbeleid 2017–2020» (Kamerstuk 32 820, nr. 134) laten weten dat een bedrag van 18,6 miljoen euro voor de komende basisinfrastructuur kan worden vrijgespeeld door «herprioritering en kasschuiven in vorige jaren». Dit betreffen voornamelijk een in het verleden gemaakte meerjarige reservering voor bestuurlijk overleg, een deel van de middelen voor het tijdelijke programma ondernemerschap 2013–2017 en een deel van de middelen voor de uitvoering van het programma Visie Erfgoed en Ruimte.

Er wordt echter niet duidelijk hoe groot de bedragen zijn die uit deze programma’s worden vrijgespeeld en uit welke andere posten geld is vrijgespeeld.

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zouden dan ook voorafgaand aan het debat op 25 juni a.s. over het nieuwe cultuurbeleid een aanvullende brief van u ontvangen, waarin nader gespecificeerd wordt waar deze 18,6 miljoen euro vandaan komt.

Reactie op het verzoek

Ik zal aan de hand van de door u aangehaalde passage uit de brief «Ruimte voor cultuur – Uitgangspunten cultuurbeleid 2017–2020» (Kamerstuk 32 820, nr. 134) nader ingaan op de bronnen van de in te zetten middelen. Daarna volgt een tabel met het samenvattend financieel overzicht.

1) Reservering bestuurlijk overleg

Hieruit wordt € 1 miljoen in 2017 en € 0,4 miljoen in 2018 ingezet voor de basisinfrastructuur 2017–2020.

Naast het frictiekostenbudget van € 138 miljoen voor instellingen, was een reservering gemaakt voor fusie- en samenwerkingskosten die mogelijk zouden optreden als gevolg van de bezuinigingen op cultuur. De betreffende reservering is niet volledig benut, zodat er ruimte voor de nieuwe basisinfrastructuur is ontstaan.

2) Tijdelijk programma ondernemerschap 2013–2017

Hieruit wordt € 1,9 miljoen per jaar ingezet voor de basisinfrastructuur 2017–2020.

De tijdelijke onderdelen van het programma ondernemerschap lopen in 2017 af en worden niet gecontinueerd met middelen uit de cultuurbegroting. Het gaat om de onderdelen Leiderschap in Cultuur, de coaching en training bij fondsenwerving en het gereserveerde onderzoeksbudget.

3) Programma Visie Erfgoed & Ruimte (VER)

Hieruit wordt € 2 miljoen per jaar ingezet voor de basisinfrastructuur 2017–2020.

Oorspronkelijk was voor dit programma structureel € 8 miljoen geraamd. Het plafond is verlaagd naar € 6 miljoen. Het gaat om budget waarvoor nog geen concrete verplichtingen waren aangegaan. Uit de ervaringen tot nu toe is gebleken dat € 6 miljoen per jaar een adequaat bedrag is om het programma uit te voeren.

4) Kasschuiven

Hieruit wordt een bedrag oplopend van € 3,8 miljoen in 2017 tot € 4,9 miljoen in 2020 ingezet voor de basisinfrastructuur 2017–2020.

Bij Voorjaarsnota 2014 en 2015 zijn kasschuiven uitgevoerd naar 2017 tot en met 2020. Deze middelen waren in 2014 en 2015 afkomstig uit een deel van dezelfde bronnen die ook worden ingezet vanaf 2017 (zoals de Visie Erfgoed en Ruimte, kunstenaarspensioenfonds AENA en de huisvesting RABK, zie ook onder punt 3 en onder punt 5).

5) Overige herprioriteringen

Uit de volgende herprioriteringen wordt in totaal bijna € 10 miljoen per jaar ingezet voor de basisinfrastructuur 2017–2020:

  • Kunstenaarspensioenfonds AENA

    Met het kunstenaarspensioenfonds AENA zijn in 2013 afspraken gemaakt over het stopzetten van de overheidsbijdrage. Na een laatste bijdrage in 2013 is deze overheidsbijdrage daadwerkelijk stopgezet.

  • RABK huisvesting

    De beëindiging van het huurcontract tussen de RABK en de toenmalige RGD per 31 december 2013 was aanleiding om de huisvesting van de RABK opnieuw te bezien. Destijds is in overleg met het ministerie voor Wonen en Rijksdienst, de gemeente Amsterdam, het RABK en Stadsherstel Amsterdam de volgende oplossing gekozen:

    • De grond en opstallen werden door de Staat verkocht aan de gemeente Amsterdam;

    • De RABK verkreeg het voortdurende recht van erfpacht van opstallen;

    • OCW heeft de RABK in 2013 een incidentele bijdrage verleend voor het verkrijgen van het voortdurende recht van erfpacht.

    De structurele huisvestingssubsidie die de RABK van OCW ontving, valt als gevolg hiervan vrij en wordt ingezet voor de culturele basisinfrastructuur 2017–2020.

  • Beleidsinnovatie letteren & bibliotheken

    Het betreft nog niet juridisch verplichte middelen waarvoor nog geen concrete bestemming was. Deze middelen worden vanaf 2017 ingezet voor de culturele basinfrastructuur.

  • Museale strategie

    Dit betreft nog niet juridisch verplichte middelen voor projecten in de museale sector. Deze middelen worden vanaf 2017 ingezet voor de culturele basinfrastructuur.

  • Einde tijdelijke korting cultuurbegroting

    Bij het opstellen van de OCW-begroting 2010 is besloten aan cultuur een tijdelijke korting op te leggen voor de periode 2013–2016, waarmee cultuur een bijdrage leverde aan het oplossen van knelpunten op andere onderdelen van de OCW-begroting. Omdat deze korting met ingang van 2017 eindigt, is er ruimte ontstaan die wordt ingezet voor de basisinfrastructuur 2017–2020.

Samenvattend financieel overzicht

Omschrijving

2017

2018

2019

2020

Reservering bestuurlijk overleg

1,0

0,4

0,0

0,0

Tijdelijke onderdelen programma ondernemerschap

1,9

1,9

1,9

1,9

Programma Visie Erfgoed en Ruimte (VER)

2,0

2,0

2,0

2,0

Kasschuif VJN 2014

1,7

1,7

1,7

1,7

Kasschuif VJN 2015

2,1

2,7

3,1

3,2

Kunstenaarspensioenfonds AENA

3,4

3,4

3,4

3,4

RABK huisvesting

1,9

1,9

1,9

1,9

Beleidsinnovatie letteren en bibliotheken

1,0

1,0

1,0

1,0

Museale strategie

2,1

2,1

2,1

2,0

Einde tijdelijke korting cultuurbegroting

1,5

1,5

1,5

1,5

Totaal

18,6

18,6

18,6

18,6

Naar boven