32 710 D Jaarverslag en slotwet van het Fonds Economische Structuurversterking 2010

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET FONDS ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING (D)

Aangeboden 18 mei 2011

Inhoudsopgave

   

Blz.

    

A

 

Algemeen

4

  

Aanbieding en dechargeverlening

4

  

Bedrijfsvoeringsparagraaf

7

    

B

 

Jaarrekening

8

1.

 

Verantwoordingsstaat

8

 

1.1

De verantwoordingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor de uitgaven en de ontvangsten

8

2.

 

Financiële toelichting bij de verantwoordingsstaten

9

 

I

Inleiding

9

 

II

Financieel beheer

9

 

III

Grondslagen van de financiële verantwoording

9

 

2.1

Toelichting bij de uitgavenartikelen

9

 

2.2

Toelichting bij de ontvangstenartikelen

18

 

2.3

Saldi

18

3.

 

Saldibalans

19

    

Bijlagen

20

A. ALGEMEEN

AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING

Aan de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal

Hierbij bied ik, mede namens de Minister van Financiën, het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het Fonds economische structuurversterking over het jaar 2010 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoeken wij de beide Kamers van de Staten-Generaal ons decharge te verlenen over het in het jaar 2010 gevoerde financiële beheer.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:

  • a. het gevoerde financieel en materieelbeheer;

  • b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

  • c. de financiële informatie in het jaarverslag;

  • d. de saldibalans;

  • e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

  • f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

  • a. Het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2010;

  • b. Het voorstel van de slotwet van het FES over 2010;

  • c. Het rapport van de Algemene Rekenkamer over 2010 met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. De verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2010 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2010, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2010 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

mede namens de Minister van Financiën,

M. J. M.Verhagen

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de Minister van Financiën verklaren hierbij als volgt:

In het Regeerakkoord is afgesproken dat de belegde ruimte in het Fonds Economische Structuurversterking (FES) op het gebied van Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Duurzaamheid en Kennis en Innovatie wordt overgeheveld naar het Infrastructuurfonds respectievelijk de departementale begrotingen. Daarnaast is afgesproken dat er deze kabinetsperiode geen additionele voeding plaats vindt van het FES. De onbelegde ruimte is ten goede gekomen aan de algemene middelen. Dit besluit is verwerkt in de Nota van Wijziging op de begroting 2011 van het FES (TK 32 500-D, nr. 4). Voorts is bepaald dat het begrotingsjaar 2010 binnen het FES wordt afgewikkeld. Voor deze handelwijze is gekozen om te voorkomen dat verschillende regimes zouden gelden voor de verantwoording van FES-bijdragen in het begrotingsjaar 2010.

De FES-beheerder heeft in januari 2011 de rijksbetaalstukken van de betrokken departementen ontvangen betreffende de projectuitgaven in het jaar 2010. Een feitelijk rapport van bevindingen inzake het rijksbetaalstuk is ondertekend door de betrokken departementale auditdienst en zorgt voor assurance omtrent de juistheid van de verrekening. De rijksbetaalstukken zijn verwerkt in het jaarverslag.

Bij ongewijzigd beleid zou elk betrokken departement uiterlijk 31 mei 2011 een verantwoording over de FES-uitgaven in jaar 2010 voorzien van een specifieke accountantsverklaring. Dit is de zogenaamde aanvullende toets op FES-waardigheid. Verrekening zou dan plaats vinden in het begrotingsjaar 2011 met het FES. Aangezien er echter vanaf het begrotingsjaar 2011 geen voeding van het FES plaatsvindt kan een verrekening niet meer plaatsvinden. Daarom is gekozen om de FES-waardige verantwoording 2010 met ingang van 2011 te laten vervallen. De rechtmatigheid en doelmatigheid van de projectuitgaven blijven op de gebruikelijke wijze verantwoord worden via de jaarverslagen van de desbetreffende vakdepartementen.

In 2010 is op een gestructureerde wijze aandacht besteed aan het financieel beheer, het materieel beheer en de daartoe behorende administraties van het FES. Dit heeft geleid tot beheerste bedrijfsprocessen. Zowel bij de interne controle als bij de extern uitgevoerde controles zijn geen onrechtmatigheden aangetroffen die buiten de toleranties vielen.

B. JAARREKENING

1. VERANTWOORDINGSSTAAT

1.1. De verantwoordingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor de uitgaven en de ontvangsten

Verantwoordingsstaat 2010 van het Fonds economische structuurversterking
Bedragen in € 1 000
  

1

2

(3) = (2) – (1)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 1

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

  

Uitgaven

Ontvangsten

Uitgaven

Ontvangsten

Uitgaven

Ontvangsten

 

Bijdragen van het fonds aan andere begrotingen

      

11

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van verkeer en vervoer

1 286 571

 

1 314 916

 

28 345

 

12

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van milieu en duurzaamheid

472 841

 

356 852

 

– 115 989

 

13

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van kennis en innovatie

494 374

 

478 083

 

– 16 291

 

14

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van ruimtelijke ordening

269 269

 

163 986

 

– 105 283

 
        

15

Projecten in voorbereiding

615 584

 

0

 

– 615 584

 
        
 

Sub-totaal uitgaven

3 138 639

 

2 313 837

 

– 824 802

 
        
 

Ontvangsten van het fonds

      

21

Ontvangsten uit aardgasbaten

 

3 138 639

 

2 313 837

 

– 824 802

        
 

Sub-totaal ontvangsten

 

3 138 639

 

2 313 837

 

– 824 802

        
 

Saldi

      

31

Voordelig eindsaldo/beginsaldo

0

0

0

0

0

0

        

 

Totaaltelling

3 138 639

3 138 639

2 313 837

2 313 837

– 824 802

– 824 802

X Noot
1

De gerealiseerde uitgavenbedragen zijn steeds naar boven afgerond (€ 1000). De gerealiseerde ontvangstenbedragen zijn steeds rekenkundig afgerond (€ 1000).

2 FINANCIËLE TOELICHTING BIJ DE VERANTWOORDINGSSTATEN

Algemeen

I. Inleiding

In 2010 is vanuit het fonds 2 313,8 mln. aan bijdragen verstrekt aan de diverse begrotingen en is 2 313,8 mln. ontvangen.

(x € 1 000)
 

uitgaven

ontvangsten

Raming in de begroting 2010

3 138 639

3 138 639

Realisatie 2010

2 313 837

2 313 837

Verschil

– 824 802

– 824 802

II. Financieel beheer

Het FES is een verdeelfonds dat bijdragen verstrekt aan de begrotingen van de vakdepartementen ten behoeve van economische structuurversterkende projecten. Ten laste van het fonds komen derhalve geen directe betalingen aan projecten. De feitelijke projectuitgaven worden verantwoord in de jaarverslagen van de desbetreffende vakdepartementen. Deze departementen zijn verantwoordelijk voor de rechtmatigheid en doelmatigheid van de met FES-bijdragen gefinancierde uitgaven.

III. Grondslagen van de financiële verantwoording

De financiële verantwoording is opgesteld overeenkomstig de Comptabiliteitswet. In de instellingswet van 21 december 1995 is opgenomen dat in afwijking van de Comptabiliteitswet de begroting en de financiële verantwoording van het FES uitsluitend op kasbasis worden gepresenteerd. De uitgaven en ontvangsten worden middels verrekeningen ten laste, respectievelijk ten gunste van het FES gebracht. Bepalend voor het dienstjaar waarin de verrekeningen worden geboekt is de valutadatum waarop de boeking door de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is verwerkt.

Voor de begroting 2010 gold, op basis van afspraken uit het vorige kabinet, dat het FES een voeding had die gelijk was aan de totale uitgaven. Het in de begrotingsstaat opgenomen bedrag voor de gasbatenvoeding van het FES in 2010 is derhalve gelijk aan de totale uitgaven geraamd voor het jaar 2010.

2.1 Toelichting bij de uitgavenartikelen

Algemeen

In het Regeerakkoord is afgesproken dat de belegde ruimte in het Fonds Economische Structuurversterking (FES) van middelen op het gebied van Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Duurzaamheid en Kennis en Innovatie wordt overgeheveld naar het Infrastructuurfonds respectievelijke de departementale begrotingen. Dit betekent dat per 1 januari 2011 projecten worden verantwoord op de vakbegrotingen, en niet langer op de FES-begroting. Als sprake is van kasvertragingen voor 2010 in het FES, dan heeft dit gevolgen voor vakbegrotingen in de periode 2011 en verder.

Artikel 11 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van verkeer & vervoer
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000)
 

Uitgaven

Stand vastgestelde begroting 2010

1 286 571

Realisatie 2010

1 314 916

Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)

28 345

Op dit artikel worden de bijdragen verantwoord die zijn verrekend met het Infrastructuurfonds in het kader van verkeer en vervoer. De verschillen tussen raming en realisatie in het jaar 2010 worden in onderstaande tabel gepresenteerd, waarna de belangrijkste verschillen (groter dan 5 mln.) nader worden toegelicht.

Specificatie

(x € 1 000)

Raming

Realisatie

Verschil

Begr.

Art.

1.

Voorfinanciering Geografische Info. Systemen

– 34 000

– 34 000

 

IF

36

2.

Impuls 1998: Bereikbaarheid/voorfinanciering 12 mld pakket

829 020

829 020

 

IF

Divers

3.

Impuls 2001: Bereikbaarheid en stedelijke ontwikkeling

343 040

343 040

 

IF

Divers

4.

Impuls 2005: Bijdrage systeemkosten tolheffing

49 239

32 870

– 16 369

IF

17

5.

Impuls 2005: Zuidas

15 000

6 695

– 8 305

IF

12

6.

Impuls 2006: Betere benutting hoofdwegen Programma filevermindering

16 117

6 228

– 9 889

IF

12

7.

Impuls 2006: Betere benutting hoofdwegen Dynamisch verkeersmanagement

305

 

– 305

IF

12

8.

Impuls 2006: Slimme benuttingsmaatregelen spoor

10 000

37

– 9 963

IF

13

9.

Noordvleugel: Infrastructuur Noordvleugel

4 100

112 901

108 801

IF

12

10.

CA Infra en (vaar)wegen: Quick wins wegen/Aanpak knooppunten

14 083

3 268

– 10 815

IF

12

11.

CA Infra en (vaar)wegen: Praktijkproef verbetering doorstroming A10 A'dam

19 667

3 349

– 16 318

IF

12

12.

CA Infra en (vaar)wegen: Quick Wins vaarwegen

20 000

 

– 20 000

IF

15

13.

CA Infra en (vaar)wegen: Dynamisch verkeersmanagement hoofdvaarwegen

 

750

750

IF

12

14.

CA Openbaar vervoer: Impuls spoorambitie PHS

 

10 758

10 758

IF

13

 

Totaal

1 286 571

1 314 916

28 345

  

4. Impuls 2005: Bijdrage systeemkosten tolheffing

Het project Anders Betalen voor Mobiliteit (ABvM) is in 2010 controversieel verklaard. Hierdoor komen voorziene uitgaven dit jaar niet tot betaling. De uitgaven voor ABvM vallen 16,3 mln. lager uit.

5. Impuls 2005: Zuidas

Bij het project Zuidas is sprake van een lagere realisatie als gevolg van een in januari 2010 genomen beslissing om tot een andere opzet van het projectplan te komen.

6. Impuls 2006: Betere benutting hoofdwegen Programma filevermindering

De lagere realisatie in 2010 is een direct gevolg van de hogere realisatie in 2009.

8. Impuls 2006: Slimme benuttingsmaatregelen spoor

Er is vertraging ontstaan doordat het bestemmingsplan in december 2009 is vernietigd door de Raad van State en het op grond daarvan aangepast bestemmingsplan pas in september 2010 is behandeld in de gemeenteraad.

9. Noordvleugel: Infrastructuur Noordvleugel

De hogere uitgaven 2010 ad 108 mln. betreffen de aankoop van vastgoed in het kader van het project A1/A6/A9. Deze aankopen waren voorzien in 2011 maar zijn in 2010 geëffectueerd. De hogere uitgaven 2010 hebben geen gevolgen voor de hoogte van de totale projectkosten.

10. CA Infra en (vaar)wegen: Quick wins wegen/Aanpak knooppunten

Als gevolg van langere doorlooptijden voor de benodigde vergunningen, vertraging bij de realisatie van het knooppunt Hoogeveen en een complexere aanpassing van het knooppunt Lunetten, is de realisatie in 2010 10,8 mln. lager dan begroot.

11. CA Infra en (vaar)wegen: Praktijkproef verbetering doorstroming A10 A'dam

Een klein deel van de voor 2010 geplande uitgaven is gerealiseerd ten behoeve van planvoorbereiding. De planning is gericht op uitvoering vanaf 2011.

12. CA Infra en (vaar)wegen: Quick Wins vaarwegen

Subsidieaanvragers hebben middelen opgevraagd voor een later stadium dan eerder werd verwacht. Dit heeft er toe geleid dat de uitgaven in 2010 lager zijn.

14. CA Openbaar vervoer: Impuls spoorambitie PHS

Doordat de voorbereiding van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) voorspoediger verloopt dan eerder was aanvankelijk was aangenomen, wordt een bedrag van 10,7 mln vanuit 2011 naar 2010 verschoven.

Artikel 12 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van milieu en duurzaamheid
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1 000)
 

Uitgaven

Stand vastgestelde begroting 2010

472 841

Realisatie 2010

356 852

Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)

– 115 989

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten in het kader van milieu en duurzaamheid. De verschillen tussen raming en realisatie in het jaar 2010 worden in onderstaande tabel gepresenteerd, waarna de belangrijkste verschillen (groter dan 5 mln.) nader worden toegelicht.

Specificatie

(x € 1 000)

Raming

Realisatie

Verschil

Begr.

Art.

1.

Impuls 1998: Programma Milieutechnologie

4 778

1 921

– 2 857

VROM

3

2.

Impuls 2005: Bodemsanering

6 097

900

– 5 197

VROM

10

3.

Impuls 2005: Luchtkwaliteit

4 215

 

– 4 215

VROM

5

4.

Impuls 2005: Luchtkwaliteit

155

 

– 155

LNV

21

5.

Impuls 2005: MEP

165 900

165 900

 

EZ

4

6.

Impuls 2005: biobrandstoffen

3 060

– 1 040

– 4 100

VW

36

7.

Impuls 2005: UKR

4 897

3 894

– 1 003

EZ

4

8.

Impuls 2005: EU aanbestedingsregeling CO2 opslag

6 000

– 18

– 6 018

VROM

3

9.

Impuls 2005: Energiebesparingstender UKR

3 252

3 412

160

EZ

4

10.

Impuls 2005: Ophogen budget EOS Demo-tender

684

706

22

EZ

4

11.

Impuls 2005: Verhoging budget 4e tender UKR

10 000

 

– 10 000

EZ

4

12.

Impuls 2005: UKR CO2 afvangtechnologie

8 000

6 781

– 1 219

EZ

4

13.

Impuls 2005: Verhoging budget besparingstender UKR

1 750

 

– 1 750

EZ

4

14.

Impuls 2005: PIEDWGO

4 000

88

– 3 912

WWI

2

15.

Impuls 2005: PIEDWGO

4 000

14 000

10 000

EZ

4

16.

Impuls 2005: Energietender technopartners Seed-faciliteit

3 625

857

– 2 768

EZ

4

17.

Impuls 2005: Energy Efficiency bedrijfsleven

8 250

– 2 088

– 10 338

EZ

4

18.

Impuls 2005: Innovatieprogramma duurzaam openbaar busvervoer

2 518

2 518

 

VW

36

19.

Impuls 2006: Groninger Pijpleiding

114

 

– 114

VROM

10

20.

Impuls 2006: Enveloppe luchtkwaliteit (lokale maatregelen)

59 789

39 507

– 20 282

VROM

3

21.

Impuls 2005: Westerschelde

8 000

8 000

 

LNV

23

22.

CA Diverse enveloppen: luchtkwaliteit

57 500

23 654

– 33 846

VROM

5

23.

CA Diverse enveloppen: luchtkwaliteit

9 000

 

– 9 000

LNV

21

24.

CA Energie: Gebouwde Omgeving

11 000

5 003

– 5 997

WWI

2

25.

CA Energie: Duurzame mobiliteit

10 000

7 680

– 2 320

VW

36

26.

CA Energie: Ketenefficiency

2 100

796

– 1 304

EZ

4

27.

CA Energie: Ketenefficiency

1 150

314

– 836

LNV

21

28.

CA Energie: Kas als energiebron

4 100

91

– 4 009

LNV

21

29.

CA Energie: CATO 2

1 000

5 025

4 025

EZ

4

30.

CA Energie: Duurzame elektriciteitsvoorziening

2 000

971

– 1 029

EZ

4

31.

CA Energie: Groene grondstoffen

3 250

2 028

– 1 222

EZ

4

32.

CA Energie: Groene grondstoffen

5 327

2 794

– 2 533

LNV

21

33.

CA Energie: ADEM

9 000

9 500

500

EZ

4

34.

CA Water en Kust: Innovatie KRW

29 750

– 476

– 30 226

IF

11

35.

CA Water en Kust: Synergie KRW

18 580

24 901

6 321

IF

11

36.

CA Energie: Wind op zee

 

2 343

2 343

EZ

2

37.

CA Energie: Wind op land

 

426

426

EZ

2

38.

CA Energie: Smart grids

 

166

166

EZ

2

39.

CA Energie: Nieuw gas, EZ

 

868

868

EZ

2

40.

CA Energie: Hisarna

 

4 000

4 000

EZ

2

41.

CA Energie: Elektrisch Rijden

 

617

617

VW

36

42.

CA Energie: CCS Demo

 

15 300

15 300

EZ

2

43.

CA Energie: Klimaatneutrale steden

 

5 513

5 513

VROM

3

 

Totaal

472 841

356 852

– 115 989

  

2. Impuls 2005: Bodemsanering

De deelfase voor sanering en onderzoek die in 2010 zou worden afgerond heeft vertraging opgelopen waardoor niet de volledige 6 mln is uitgegeven. Deze vertraging wordt veroorzaakt doordat de geplande saneringen met betrekking tot het Olasfa-terrein te Olst en EMK-terrein te Krimpen a/d IJssel zijn uitgesteld.

8. Impuls 2005: EU aanbestedingsregeling CO2 opslag

Het kabinet heeft besloten tot afstel van het opslagproject te Barendrecht. Daardoor zijn de FES-middelen niet besteed.

11. Impuls 2005: Verhoging budget 4e tender UKR

De voortgang van de onderliggende projecten verloopt trager dan eerder geraamd.

15. Impuls 2005: PIEDWGO

Het succes van de subsidieregeling voor energiebesparende maatregelen heeft geleid tot een hogere realisatie.

17. Impuls 2005: Energy Efficiency bedrijfsleven

Het doel van de impuls is het opstellen van strategische roadmapstudies naar mogelijkheden om de CO2-uitstoot met 50 procent te reduceren per 2030. De voortgang van deze projecten verloopt trager dan verwacht. Daarnaast is er een correctie aangebracht op het in 2009 gedeclareerde bedrag.

20 en 22 Diverse uitgaven luchtkwaliteit

De lagere uitgavenrealisatie wordt veroorzaakt door de sterk tegenvallende verkopen van voertuigen met roetfilter, waardoor er minder subsidie is verstrekt dan verwacht. De tegenvallende verkoop van voertuigen met roetfilter wordt veroorzaakt door de economische crisis.

23. CA Diverse enveloppen: luchtkwaliteit (LNV)

Door Europese staatssteunprocedures heeft het project vertraging opgelopen waardoor er geen budget is uitgegeven in 2010.

24. CA Energie: Gebouwde Omgeving

Het afstemmen en vertalen naar concrete uitvoeringsactiviteiten heeft meer tijd gekost dan verwacht. Daarnaast is er vertraging opgetreden door de juridische toetsing op staatsteun.

34. CA Water en Kust: Innovatie KRW

De committeringen voor een subsidieregeling op het terrein van Innovatie Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn in twee tenders uitgeschreven. Tender 1 is in 2009 gedaan en tender 2 in 2010. In 2010 zijn veel verzoeken tot projectverlenging ontvangen, waardoor uitgaven naar achteren schuiven.

35. CA Water en Kust: Synergie KRW

De hogere uitgaven worden veroorzaakt door een aanpassing van het kasritme van de circa 83 synergieprojecten die door de regio worden uitgevoerd. De einddatum 2015 wijzigt hierdoor niet.

42. CA Energie: CCS Demo

In december 2010 is een eerste voorschot voor het CCS-project ROAD gedaan. Met dit voorschot was bij het opstellen van de begroting geen rekening gehouden.

43. CA Energie: Klimaatneutrale steden

In 2010 zijn middelen uitgekeerd voor het project Klimaatneutrale steden. Daarvan is in 2010 5,5 mln besteed aan planstudies en het uitvoeren van proefprojecten.

Artikel 13 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van kennis en innovatie
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1 000)
 

Uitgaven

Stand vastgestelde begroting 2010

494 374

Realisatie 2010

478 083

Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)

– 16 291

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten in het kader van kennis en innovatie. De verschillen tussen raming en realisatie in het jaar 2010 worden in onderstaande tabel gepresenteerd op hoofdlijnen gepresenteerd.

Specificatie

(x € 1 000)

Raming

Realisatie

Verschil

Begr.

Art.

1.

Bsik-projecten

78 619

55 663

– 22 956

divers

divers

2.

Diverse onderwijs projecten

157 009

142 666

– 14 343

divers

divers

3.

Inn. Programma’s en toponderzoek

25 072

22 012

– 3 060

divers

divers

4.

Vitale infrastructuur

1 915

1 458

– 457

divers

divers

5.

MS&ICT

3 116

6 222

3 106

divers

divers

6.

Overig

228 643

250 062

21 419

divers

divers

 

Eindtotaal

494 374

478 083

– 16 291

  

In bijlage I bij dit jaarverslag is een uitgebreide specificatie van de projecten op artikel 13 Kennis en innovatie opgenomen. De belangrijkste verschillen (groter dan 5 mln.) uit bijlage I zijn:

1.3 Impuls 2004: Kennis Bsik

De door instellingen gedeclareerde bedragen voor Kennis Bsik projecten zijn lager dan vooraf geraamd.

2.2 Impuls 2001: Kennis onderzoek en innovatie

Bij projecten die vallen onder Kennis onderzoek en innovatie declareren de projecten de daadwerkelijk gerealiseerde uitgaven. Deze bleken afgelopen jaar te laag ingeschat.

2.8 Impuls 2006: Leren door te experimenteren

Het merendeel van het FES-budget Leren door experimenteren is bestemd voor Onderwijs Bewijs. De eerste ronde Onderwijs Bewijs bestaat uit 18 voorstellen die in 2009 of 2010 zijn begonnen en een looptijd hebben van tussen de 2 en 5 jaar. In 2010 is 5,6 miljoen minder uitgegeven dan begroot.

6.2 Impuls 2005: Holst Center

In verband met vertraging in de uitgaven in eerdere jaren was in 2010 extra budget benodigd.

6.4 Impuls 2005: Topinstituut Farma

De doorloop van het onderzoeksprogramma is verlengd vanwege het vormgeven van het intellectuele eigendom. Hierdoor is het kasritme vertraagd.

6.8 Impuls 2005: Innovatievouchers/IPC’s

Vanaf 2010 lopen er drie beroepszaken welke mogelijk tot uitgaven leiden. De uitgaven hebben zich in 2010 niet gematerialiseerd maar kunnen zich in 2011 alsnog voordoen. Om deze uitgaven dan te kunnen doen is er in 2010 minder budget uitgegeven om zo middelen beschikbaar te houden in 2011.

6.21 Impuls 2006: CTMM

De in eerdere jaren ontstane vertraging is in 2010 tegen de verwachting in sneller ingehaald dan verwacht. Hierdoor was in 2010 meer kas benodigd dan voorzien.

6.22 Impuls 2006: RSV

Gedurende het onderzoek is het inzicht ontstaan dat het klinische programma complexer zal zijn en langer zal duren dan aanvankelijk gedacht. Dat heeft onder meer met de toenemende veiligheidseisen te maken. Gevolg is dat de geplande uitgaven naar achteren worden verschoven.

6.23 CA: Kennis voor klimaat, VROM

De afwijking van het beoogde betalingsritme bij het programma Kennis voor Klimaat is veroorzaakt door een vertraging bij de start van het programma. De beschikking Kennis voor Klimaat moest worden getoetst aan de Europese Kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Tot het afgeven van de formele notificatie eind 2008 konden nog geen uitgaven worden gedaan. Het uitgavenritme is dienovereenkomstig aangepast.

6.35 Impuls kennis en innovatie: Lifesciences en Health

Voor het project Lifesciences en Health zijn in 2010 FES-middelen beschikbaar gesteld vanuit de gereserveerde FES-middelen.

6.37 Impuls kennis en innovatie: VVEsterk

In 2010 is voor 9,6 miljoen aan middelen toegevoegd aan de begroting van OCW voor het project VVEsterk. Het gaat om een landelijk project dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie wil versterken door de professionalisering van VVE-personeel in de periode 2010 tot 2014.

6.41 Grootsch.res.infra/lerarentekort: MARIN

Bij voorjaarnota is er voor dit project 7,1 mln uitgekeerd. Bij slotwet is er nogmaals 0,9 mln opgevraagd waardoor de realisatie 8 mln is.

6.42 Grootsch.res.infra/lerarentekort: Deltares

Voor dit project zijn in 2010 FES-middelen beschikbaar gekomen met als doel de nieuwe kennisvragen te kunnen beantwoorden op het gebied van veiligheid tegen overstromingen, waterbeheer en meer in het algemeen het blijvend duurzaam kunnen bewonen van onze Nederlandse Delta.

6.43 Grootsch.res.infra/lerarentekort: Lifelines

Het betreft middelen die voor het project Lifelines beschikbaar zijn gesteld en opgevraagd in 2010.

Artikel 14 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van ruimtelijke ordening
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1 000)
 

Uitgaven

Stand vastgestelde begroting 2010

269 269

Realisatie 2010

163 986

Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)

– 105 283

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten in het kader van milieu en duurzaamheid. De verschillen tussen raming en realisatie in het jaar 2010 worden in onderstaande tabel gepresenteerd, waarna de belangrijkste verschillen (groter dan 5 mln.) nader worden toegelicht.

Specificatie

(x € 1 000)

Raming

Realisatie

Verschil

Begr.

Art.

1.

Impuls 1998: Vitaliteit steden/Sleutelprojecten

101 022

13 786

– 87 236

VROM

2

2.

Impuls 2001: BIRK+Saneringsregeling

35 380

7 234

– 28 146

VROM

2

3.

Impuls 2001: BIRK/A2 Maastricht

5 000

5 000

 

IF

12

4.

Impuls 2005: Archeologisch bodemonderzoek (Malta)

1 750

 

– 1 750

OCW

14

5.

Nota Ruimte: Greenports

5 706

5 700

– 6

LNV

22

6.

Nota Ruimte: Klavertje 4 (Greenport Venlo)

5 700

5 700

 

LNV

22

7.

Nota Ruimte: Mooi Nederland

8 961

15 242

6 281

VROM

2

8.

Nota Ruimte: Klimaatbuffers

4 000

6 353

2 353

VROM

10

9.

Nota Ruimte: Geluidskaarten

3 000

5 007

2 007

VROM

10

10.

Nota Ruimte: Noordelijke IJ-oevers

22 050

 

– 22 050

VROM

2

11.

Nota Ruimte: IJsseldelta Kampen

 

14 300

14 300

VROM

2

12.

Nota Ruimte: Waterdunen

14 400

207

– 14 193

VROM

2

13.

Nota Ruimte: Zuidplaspolder

10 000

 

– 10 000

VROM

2

14.

Nota Ruimte Oude Rijnzone

17 500

1 267

– 16 233

VROM

2

15.

Nota Ruimte: Veenweidegebieden

7 600

7 600

 

LNV

27

16.

Nota Ruimte: Nieuwe Hollandse Waterlinie

12 000

4 000

– 8 000

LNV

24

17.

Nota Ruimte: Scheveningen Boulevard

2 500

1 960

– 540

VW

14

18.

Nota Ruimte: Almere Weerwaterzone

 

2 000

2 000

IF

12

19.

Nota Ruimte: Brainport Eindhoven

 

25

25

EZ

3

20.

Nota Ruimte: Groningen Centrale Zone

 

12 800

12 800

EZ

3

21.

Nota Ruimte: Apeldoorn kanaalzone

 

8 800

8 800

EZ

3

22.

Nota ruimte: Westflank Haarlemmermeer

 

7 500

7 500

LNV

24

23.

Nota Ruimte: Mooi en vitaal Delfland

 

17 700

17 700

LNV

22

24.

Nota Ruimte: Planvormingskosten

1 600

1 905

305

VROM

2

25.

Nota Ruimte: Hart van Zuid Gemeente Hengelo

 

9 900

9 900

VROM

2

26.

Nota Ruimte: Den Bosch

2 600

 

– 2 600

VROM

2

27.

Nota Ruimte: Dierenpark Emmen

8 500

 

– 8 500

VROM

2

28.

CA REB: High Tech Factory Twente

 

3 040

3 040

EZ

3

29.

CA REB: CAT Agrofood

 

4 960

4 960

EZ

3

30.

CA REB: Institute for Global Justice

 

2 000

2 000

EZ

3

 

Totaal

269 269

163 986

– 105 283

  

Diverse VROM-projecten (1, 2, 7, 10 t/m 14)

De eerder berekende kasverwachtingen voor verschillende projecten op grond van het Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK), Sleutelprojecten en Nota Ruimte budget zijn bijgesteld. De onderuitputting wordt deels veroorzaakt door vertraging, latere realisatie van projecten, en deels doordat de planvorming bij diverse projecten meer tijd kost dan verwacht. Een exacte inschatting is van tevoren moeilijk te maken, doordat de gesubsidieerde partij primair verantwoordelijk is voor de sturing en de realisatie van zijn project.

16. Nota Ruimte: Nieuwe Hollandse Waterlinie

Het betreft een kasritme wijziging in aansluiting op de planning van de werkzaamheden zoals met de projecteigenaren en met provincies is overeengekomen.

20. Nota Ruimte: Groningen Centrale Zone, EZ

Bij voorjaarsnota is een FES-bijdrage van 12,8 mln beschikbaar gesteld voor het Nota Ruimte project Groningen Centrale Zone.

21. Nota Ruimte: Apeldoorn kanaalzone, EZ

Bij voorjaarsnota is een FES-bijdrage van 17,7 mln beschikbaar gesteld voor het Nota Ruimte project Apeldoorn kanaalzone.

22. Nota ruimte: Westflank Haarlemmermeer, LNV

Ter uitvoering van de Nota Ruimte is geïnvesteerd in projecten en gebieden die van belang zijn voor de nationale en ruimtelijke hoofdstructuur (TK 29 435, nr. 192). Voor het project «Westflank Haarlemmermeer» is 7,5 mln. beschikbaar gesteld en gerealiseerd voor 2010.

23. Nota Ruimte: Mooi en vitaal Delfland

De hogere realisatie wordt veroorzaakt omdat bij voorjaarsnota 2010 vanuit het FES middelen zijn toegevoegd voor het project «Mooi en vitaal Delfland».

25. Nota Ruimte: Hart van Zuid Gemeente Hengelo

In 2010 is 9,9 mln toegevoegd aan de begroting van VROM en ook gerealiseerd.

27. Nota Ruimte: Dierenpark Emmen

De ontwikkeling van de hoofdstraatlocatie in Emmen, waar de verplaatsing van het dierenpark deel van uitmaakt, heeft vertraging opgelopen omdat het project planologisch en financieel technisch complexer blijkt dan vooraf verwacht.

Artikel 15 Projecten in voorbereiding
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1 000)
 

Uitgaven

Stand vastgestelde begroting 2010

615 584

Realisatie 2010

0

Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)

– 615 584

Op het artikel «Projecten in voorbereiding» worden bijdragen geraamd aan projecten waarvoor door de FES-beheerders aan de betrokken departementen nog geen daadwerkelijke (definitieve) toezegging heeft plaatsgevonden.

Het kabinet heeft besloten de belegde ruimte over te hevelen naar het Infrastructuurfonds en de departementale begrotingen. Ook is besloten dat er geen additionele voeding plaats vindt van het FES. Met de Nota van wijziging (TK 32 500 D, nr. 4) is dit besluit uitgevoerd.

Het verschil tussen begroting en realisatie bestaat uit:

  • 1. Het overboeken van een bedrag van circa 139 mln (+) bij Voorjaarsnota 2010. Dit bedrag is een saldo van onderuitputting 2009 (209 mln.) en toegekende FES-bijdrage aan projecten (70 mln.).

  • 2. Het overboeken van een bedrag van 755 mln (-) bij Najaarsnota 2010. Deze mutatie betreft de overboeking van de belegde ruimte van artikel 15 op grond van het Regeerakkoord.

2.2 Toelichting bij de ontvangstenartikelen

Artikel 21 Ontvangsten uit aardgasbaten
Ontvangstenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1 000)
 

Uitgaven

Stand vastgestelde begroting 2010

3 138 639

Realisatie 2010

2 313 837

Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)

– 824 802

Door het vorige kabinet is afgesproken dat het FES in 2010 een vaste voeding krijgt die niet fluctueert als gevolg van mutaties in de gasbaten. Daarom wordt in het jaar 2010 de gasbatenvoeding van het fonds gevormd door de niet-belastingontvangsten van de staat uit aardgasbaten voor het bedrag dat daarvoor in de begrotingsstaat is opgenomen. Het in de begrotingsstaat opgenomen bedrag komt overeen met de totale uitgaven geraamd in het jaar 2010.

2.3 Saldi

Artikel 31 Voordelig eindsaldo/beginsaldo
Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1 000)
 

Uitgaven (eindsaldo)

Ontvangsten (beginsaldo)

Stand vastgestelde begroting 2010

Realisatie 2010

Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)

Omdat de ontvangsten uit aardgasbaten in het jaar 2010 zo zijn vastgesteld dat de uitgaven in het jaar 2010 gedekt kunnen worden is het voordelig eindsaldo niet meer relevant.

3. Saldibalans
Saldibalans per 31 december 2010 van het Fonds economische structuurversterking
(bedragen x € 1 000)

Uitgaven ten laste van de begroting

2 313 837

Ontvangsten ten gunste van de begroting

2 313 837

Rekening-courant RIC ultimo 2010

Rekening-courant RIC ultimo 2009

Extra-comptabele vordering

80 363

Tegenrekening extra-comptabele vordering

80 363

Totaal

2 394 200

Totaal

2 394 200

Toelichting (bedragen x € 1 000)

Uitgaven ten laste van de begroting (2 313 837)

Betreft de in 2010 verrekende bijdragen aan andere departementen

Rekening-courant RIC ultimo 2010 (0)

Saldo op valutadatum 31 december 2010.

Extra comptabele Vordering (Voorfinanciering 80 363)

Per 31 december 2010 lopen nog vier FES-toezeggingen waarin sprake is van voorfinanciering voor in totaal 268,1 mln.:

  • Voorfinanciering GIS van het Ministerie van VW 169 mln.

  • Beelden voor de toekomst van het Ministerie van OCW: betreft een voorfinanciering van 64,2 mln.

  • Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) van het Ministerie van VWS: betreft een voorfinanciering van 27,9 mln.

  • Internationale campus Eindhoven van het Ministerie van EZ: betreft een voorfinanciering van 7 mln.

Per 31 december 2009 is een bedrag ad 113,5 mln. feitelijk voorgefinancierd. In 2010 is hierop terugontvangen een bedrag ad 34 mln. betreffende de voorfinanciering GIS, dat conform de bestendige gedragslijn in mindering van bezwaar op artikel 11 van de FES begroting is verantwoord. Daarnaast is voor het project RSV 0,8 mln. aan voorfinanciering verstrekt. Het eindsaldo 2010 aan voorfinanciering bedraagt derhalve 80,4 mln.:

  • Voorfinanciering GIS van het Ministerie van VW 70,0 mln.

  • Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) van het Ministerie van VWS: 3,4 mln.

  • Internationale campus Eindhoven van het Ministerie van EZ 7,0 mln.

Middels de Nota van Wijziging van de begroting 2011 FES (TK 32 500 D, nr. 4) is de verleende voorfinanciering overgeheveld naar de departementale begrotingen. In het jaar 2011 verstrekt het FES derhalve geen voorfinanciering.

Ontvangsten ten gunste van de begroting (2 313 837)

Betreft de in 2010 verrekende ontvangsten.

Rekening-courant RIC ultimo 2009 (0)

Saldo op valutadatum 31 december 2009.

BIJLAGE I

Specificatie Artikel 13 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van kennis en innovatie

(x € 1 000)

Raming

Realisatie

Verschil

Begr.

Art.

1.

Bsik-projecten

78 619

55 663

– 22 956

  

1.1

Impuls 2004: Kennis Bsik (leven met water en processysteeminnovatie)

– 84

4 079

4 163

VW/IF

divers

1.2

Impuls 2004: Kennis Bsik (Transumo)

2 829

5 234

2 405

VW

divers

1.3

Impuls 2004: Kennis Bsik

44 710

24 550

– 20 160

EZ

4

1.4

Impuls 2004: Kennis Bsik

10 423

7 614

– 2 809

OCW

16

1.5

Impuls 2004: Kennis Bsik

7 299

2 817

– 4 482

LNV

26

1.6

Impuls 2004: Kennis Bsik

9 328

9 797

469

VWS

42

1.7

Impuls 2004: Kennis Bsik

4 114

1 572

– 2 542

VROM

3, 10

2.

Diverse onderwijs projecten

157 009

142 666

– 14 343

  

2.1

Impuls 2001: Kennis (ICT en onderw)

47 776

47 176

– 600

OCW

3

2.2

Impuls 2001: Kennis onderzoek en innovatie

19 232

14 102

– 5 130

EZ

2

2.3

Impuls 2001: Kennis, onderzoek en innovatie (vernieuwingsimpuls)

11 866

11 853

– 13

OCW

16

2.4

Impuls 2005: VMBO/funderend onderwijs

2 197

146

– 2 051

OCW

3

2.5

Impuls 2005: VMBO/funderend onderwijs

2

 

– 2

LNV

26

2.6

Impuls 2006: Rendement en excellentie

10 320

7 436

– 2 884

OCW

7

2.7

Impuls 2006: Investeringsagenda beta en techniek

8 750

6 750

– 2 000

OCW

1, 6

2.8

Impuls 2006: Leren door te experimenteren

9 153

3 521

– 5 632

OCW

3

2.9

Impuls 2006: Fonds versterking beroepsonderwijs bedrijfsleven

15 136

14 059

– 1 077

EZ

3, 5

2.10

Impuls 2006: Beelden voor de toekomst

22 032

21 896

– 136

OCW

14

2.11

Impuls 2006: Onderwijs en ondernemerschap

7 545

8 331

786

EZ

3

2.12

Impuls 2006: Beroepsonderwijs in bedrijf

3 000

7 396

4 396

OCW

4

3.

Inn. Programma’s en toponderzoek

25 072

22 012

– 3 060

  

3.1

Impuls 2005: GATE

2 000

2 000

 

OCW

16

3.2

Impuls 2005: Haaglanden

694

1 467

773

IF

11

3.3

Impuls 2005: Phytophthora

1 204

1 204

 

LNV

26

3.4

Impuls 2005: WCFS+

8 250

9 525

1 275

EZ

2

3.5

Impuls 2005: Scheidingstechnologie 2005

4 185

 

– 4 185

EZ

2

3.6

Impuls 2005: Technostarters creatieve industrie

1 965

2 471

506

EZ

2

3.7

Impuls 2005: Potato genoom sequencing

570

500

– 70

LNV

26

3.8

Impuls 2005: TTI Groene genetica

4 915

3 488

– 1 427

LNV

26

3.9

Impuls 2005: VIA

1 289

1 357

68

JUS

13

4.

Vitale infrastructuur

1 915

1 458

– 457

  

4.1

Impuls 2005: compartimentering dijken

808

442

– 366

IF

11

4.2

Impuls 2005: XIRAF

100

314

214

JUS

13

4.3

Impuls 2005: Reconstructie 3D camerabeelden

268

339

71

JUS

13

4.4

Impuls 2005: CBRN-security

235

156

– 79

JUS

13

4.5

Impuls 2005: infra-cameratoezicht sensoring

504

207

– 297

JUS

13

5.

MS&ICT

3 116

6 222

3 106

  

5.1

Impuls 2005: Koala

60

 

– 60

VWS

42

5.2

Impuls 2005: Groeien door games

– 60

 

60

OCW

3

5.3

Impuls 2005: Leren in een virtuele wereld

120

 

– 120

OCW

3

5.4

Impuls 2005: Games to learn

134

 

– 134

OCW

3

5.5

Impuls 2005: LOGO

42

 

– 42

OCW

3

5.6

Impuls 2005: Virtuele games als uitdagend leermiddel

238

84

– 154

OCW

3

5.7

Impuls 2005: Beste zorg beloond

52

52

 

VWS

42

5.8

Impuls 2005: Slimmer veilig

149

 

– 149

BZK

25

5.9

Impuls 2005: KISS

214

214

 

JenG

2

5.10

Impuls 2005: Innovatief jongerenportaal

218

218

 

JenG

2

5.11

Impuls 2005: Multi-VIT

296

296

 

BZK

25

5.12

Impuls 2005: Remedie

120

120

 

VWS

42

5.13

Impuls 2005: Birth

350

588

238

VWS

42

5.14

Impuls 2005: MediaMania

48

57

9

OCW

3

5.15

Impuls 2005: Wereldscholen

136

136

 

OCW

3

5.16

Impuls 2005: Special learning community

34

40

6

OCW

3

5.17

Impuls 2005: Digitale leergemeenschap

81

122

41

OCW

3

5.18

Impuls 2005: Suppleo

212

379

167

OCW

3

5.19

Impuls 2005: Wisebits 2.0

61

61

 

OCW

3

5.20

Impuls 2005: Les 2.0

291

454

163

OCW

3

5.21

Impuls 2005: SVP

320

568

248

OCW

3

5.22

Impuls 2005: MS&ICT-Edu-game

 

445

445

OCW

3

5.23

Impuls 2005: MS&ICT-Game IIENS

 

315

315

OCW

3

5.24

Impuls 2005: MS&ICT-GPS? Reken maar

 

95

95

OCW

3

5.25

Impuls 2005: MS&ICT-De lange staart

 

140

140

OCW

3

5.26

Impuls 2005: MS&ICT-Community voor mobiliteitsleren

 

245

245

OCW

3

5.27

Impuls 2005: MS&ICT-Invoering landelijke digitale bereikbaarheid

 

800

800

BZK

25

5.28

Impuls 2005: MS&ICT-Pico Bello

 

559

559

VWS

42

5.29

Impuls 2005: MS&ICT-Ketenintegratie trombosedienst

 

234

234

VWS

42

6.

Overig

228 643

250 062

21 419

  

6.1

Impuls 1998: Technocentra

9 592

9 590

– 2

OCW

5

6.2

Impuls 2005: Holst Center

1 000

6 967

5 967

EZ

2

6.3

Impuls 2005: Sleutelgebieden

10 049

10 565

516

EZ

2

6.4

Impuls 2005: Topinstituut Farma

32 326

17 650

– 14 676

VWS

42

6.5

Impuls 2005: Transgene gewassen

2 283

2 100

– 183

VROM

6

6.6

Impuls 2005: Grootschalige researchfaciliteiten

3 902

3 902

 

OCW

16

6.7

Impuls 2005: Transitie samenwerking TU’s

6 066

6 066

 

OCW

7

6.8

Impuls 2005: Innovatievouchers/ IPC’s

16 176

9 637

– 6 539

EZ

2

6.9

Impuls 2005: Plantkundig onderzoek

2 913

2 301

– 612

LNV

21

6.10

Impuls 2005: Versterken buurtcommunity

 

85

85

WWI

1

6.11

Impuls 2005: Kijk mijn wijk!

 

171

171

WWI

1

6.12

Impuls 2005: Next

 

289

289

WWI

1

6.13

Impuls 2005: Welkom in onze wijk

 

68

68

WWI

1

6.14

Impuls 2005: Selflearn

 

419

419

VWS

42

6.15

Impuls 2005: Personal safety mobiel, VWS

 

341

341

VWS

42

6.16

Impuls 2005: Psychotraumatische zelfhulp

 

293

293

VWS

42

6.17

Impuls 2006: Parelsnoer

7 750

7 750

 

OCW

16

6.18

Impuls 2006: veterinaire aviaire influenza

1 470

 

– 1 470

LNV

26

6.19

Impuls 2006: TTI Watertechnologie

2 849

4 260

1 411

EZ

2

6.20

Impuls 2006: NICIS

3 638

7 017

3 379

WWI

1

6.21

Impuls 2006: CTMM

14 813

22 883

8 070

EZ

4

6.22

Impuls 2006: RSV

13 030

823

– 12 207

VWS

41

6.23

CA: Kennis voor klimaat

13 400

5 400

– 8 000

VROM

10

6.24

CA: Biomedical materials

7 918

7 664

– 254

EZ

2

6.25

CA innovatie, kennis en onderzoek: Impuls innovatie

 

1 992

1 992

OCW

9

6.26

CA Innovatie, kennis en onderzoek: Genomics

37 000

37 000

 

OCW

16

6.27

CA innovatie, kennis en onderzoek: Towards Biosolar Cells

 

2 008

2 008

LNV

26

6.28

CA Innovatie, kennis en onderzoek: Scheidingstechnologie

3 831

5 226

1 395

EZ

2

6.29

CA Innovatie, kennis en onderzoek: Hersenen en cognitie

4 000

4 000

 

OCW

16

6.30

Impuls kennis en innovatie: ITER-NL2

4 000

4 000

 

OCW

16

6.31

Impuls kennis en innovatie: Beroepsonderwijs in bedrijf (netwerkscholen)

4 404

 

– 4 404

OCW

4

6.32

Impuls kennis en innovatie: Be-basic

 

3 031

3 031

EZ

4

6.33

Impuls kennis en innovatie: HTSM

 

31

31

EZ

4

6.34

Impuls kennis en innovatie: TIFN

 

2 881

2 881

EZ

4

6.35

Impuls kennis en innovatie: Lifesciences en Health

 

5 500

5 500

VWS

42

6.36

Impuls kennis en innovatie: COMMIT

 

31

31

EZ

2

6.37

Impuls kennis en innovatie: VVEsterk

 

9 563

9 563

OCW

1

6.38

Grootsch.res.infra/lerarentekort: NCB

10 000

10 000

 

OCW

16

6.39

Grootsch.res.infra/lerarentekort: Surfnet7

11 700

11 700

 

OCW

16

6.40

Grootsch.res.infra/lerarentekort: Nanolab

4 533

12

– 4 521

EZ

2

6.41

Grootsch.res.infra/lerarentekort: MARIN

 

8 012

8 012

EZ

4

6.42

Grootsch.res.infra/lerarentekort: Deltares

 

8 936

8 936

IF

11

6.43

Grootsch.res.infra/lerarentekort: Lifelines

 

9 898

9 898

VWS

42

 

Totaal

494 374

478 083

– 16 291

  

BIJLAGE II AFKORTINGENLIJST

Afkorting

Omschrijving

ADEM

Advanced Dutch Energy Materials Innovation Lab

BIRK

Besluit Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit

BSIK

Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur

CA

Coalitieakkoord

CAT

Centre for Advanced Technology

CATO

CO2–afvang, transport en opslag

CBRN

Chemical, Biological, Radiological and Nuclear

CCS

Carbon capture and storage

CTMM

Center for Translational Molecular Medicine

EOS

Energie Onderzoek Subsidie

EHS

Ecologische hoofdstructuur

FES

Fonds Economische Structuurversterking

GATE

Game research for Training and Entertainment

HST

Hoge Snelheids (vracht)Trein

HTSM

Hightech Systems and Materials

KISS

Kind Signalering Systeem

KRW

Kaderrichtlijn Water

LOGO

Loopbaan Oriëntatie door Gaming in het Onderwijs

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MEP

Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie

MS&ICT

Maatschappelijke Sectoren & Informatie- en Communicatie Technologie

NCB

Nederlands Centrum voor Biodiversiteit

NICIS

Netherlands Institute for City Innovation Studies

PHS

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

PIEDWGO

Programma Innovatieve Energiebesparing en Duurzame Gebouwde Omgeving

RSV

Respiratoir Syncytieel Virus

STARS

Sensor Technology Applied in Reconfigurable systems for sustainable Security

SVP

Simulatie Voor Praktijkleren

TIFN

Top Institute voor Food and Nutrition

TTI

Technologische Top Instituten

UKR

Unieke Kansen Regeling

VIA

Veiligheidsverbetering door Information Awareness

VIT

Veiligheid, Informatie en Technologie

VVE

Voor- en Vroegschoolse Educatie

WCFS

World Food Crops Seedbank

XIRAF

XML-based indexing and querying for digital forensics

Naar boven