32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 30 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2012

In deze brief ga ik in op verzoeken van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie:

  • 1. de openstaande vragen over de private bijdrage aan de innovatiecontracten (IC’s) te beantwoorden (32 637-12).

  • 2. inzake de IC’s en de Human Capital Agenda’s (HCA’s) geen onomkeerbare stappen te zetten (32 637-25).

1. Voorgenomen private commitment per topsector aan IC’s

De voorstellen voor de innovatiecontracten die op 31 december zijn aangeboden, laten een oplopende private bijdrage zien. De onderstaande tabel geeft deze bijdragen weer. In mijn eerste reactie op de voorstellen voor innovatiecontracten van 16 januari jl. heb ik aangegeven dat bedrijven in 2015 ruim € 1,5 miljard in de innovatiecontracten willen investeren, afhankelijk van de inzet van kennisinstellingen en overheden. De genoemde bedragen in het overzicht zijn een optelsom van de voorgenomen private bijdragen aan de innovatiecontracten per topsector, zoals aangeboden op 31 december jl. Deze optelsom laat jaarlijkse bedragen zien oplopend tot meer dan € 2 miljard in 2015.

Tabel

Topsector

Bedragen in miljoenen euro’s

2012

2013

2014

2015

Tuinbouw & Uitgangsmaterialen

131,8

-1

Water

301,5

375,7

388,1

401,8

AgroFood

60,0

90,0

108,0

150,0

LifeSciences & Health

134,0

92,0

81,0

64,0

Chemie (incl. biobased economy)

243,3

250

250

259,7

Energie (incl. biobased economy)

295,0

200,3

204,5

320,0

High Tech (incl. nanotechnologie)

634,0

679,0

679,0

719,0

Logistiek

11,8

9,5

9,5

9,8

Creatieve industrie

11,4

18,1

25,4

34,4

ICT (doorsnijdend thema)

50,0

60,0

70,0

80,0

TOTAAL

1 872,8

1 774,6

1 815,5

2 038,7

X Noot
1

Voor tuinbouw zijn nog geen begrotingen voor de jaren na 2012 beschikbaar.

2. Afsluiten van de Innovatiecontracten & Human Capital Agenda’s

De inspanning van bedrijven, wetenschappelijke excellentie, maatschappelijke en economische impact van de plannen zijn bepalend bij de totstandkoming van de innovatiecontracten. Momenteel wordt door het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden hard gewerkt aan het afronden van deze contracten. U vraagt mij geen onomkeerbare stappen te zetten inzake de IC’s en HCA’s. Hierover kan ik het volgende opmerken.

Innovatiecontracten:

Het bedrijfslevenbeleid is op meerdere momenten in uw Kamer besproken. Ten aanzien van de inzet van het Rijk – onder andere via de innovatiecontracten – beschikt uw Kamer uiteraard over het budgetrecht. De financiële invulling van het beleid is tijdens de Begrotingsbehandeling aan de orde gekomen, inclusief de meerjaren ramingen. Bij de uitvoering van het beleid – en dus ook bij het opstellen en afsluiten van de innovatiecontracten – hanteer ik deze kaders. Uw Kamer stelt dit najaar de EL&I- en OCW-begrotingen voor 2013 vast.

In mijn brief van 13 september jl. heb ik aangegeven welke middelen vanuit het Rijk onderdeel uitmaken van het bedrijvenbeleid en de topsectoren. In 2012 gaat het om € 1,4 miljard. Dit loopt op naar ruim € 2 miljard in 2015. Dit zijn geen middelen die «vrij beschikbaar» zijn, maar bestaande middelen op begrotingsartikelen waarvan het kabinet de topteams heeft gevraagd met voorstellen en ideeën te komen hoe deze ingezet kunnen worden om de beoogde doelen van de begrotingsartikelen te realiseren. De brief van 13 september jl. richt zich op de financiële kaders voor de periode 2012–2013. Voor 2014 en 2015 worden de innovatiecontracten verder doorontwikkeld.

Op 2 april zullen de innovatiecontracten worden ondertekend door de deelnemende partijen: de betreffende ministers en staatssecretarissen, de boegbeelden (namens de topteams) en de kennisinstellingen. Deze innovatiecontracten worden ook aan uw Kamer gezonden. Het AO van 26 april biedt een goede gelegenheid om met uw Kamer over de innovatiecontracten van gedachten te wisselen. Al met al zijn de innovatiecontracten geen bindende contracten in de juridische zin van het woord, maar afspraken waarin partijen is hun commitment ten aanzien van de sectorale kennis- en innovatieagenda’s vastleggen. Dit commitment is van groot belang om resultaten te boeken.

Met inachtneming van het budgetrecht van uw Kamer, vind ik het van groot belang om op korte termijn de innovatiecontracten te ondertekenen. De kracht van de topsectorenaanpak schuilt in de vraagsturing door het bedrijfsleven. Het succes van het nieuwe beleid komt voort uit de gezamenlijke inzet van het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid. Het opstellen van de innovatiecontracten heeft veel privaat commitment losgeweekt, ook van buitenlandse partijen. We hebben continu veel gevraagd van de topsectoren; het kabinet wil nu ook leveren, omdat het private commitment niet te verliezen.

Dit speelt specifiek bij enkele publiek-private topinstituten. Wij vragen private partijen voor minimaal 40% mee te financieren. Voor bovengenoemde en andere instituten ligt er in de innovatiecontracten concreet commitment van private partijen dit te doen. Echter, bedrijven committeren zich niet zonder zicht op helderheid van de kant van de overheid. Omdat deze instituten met meerjarige programma’s werken, deels uitgevoerd door onderzoekers en aio's met vierjaarscontracten, is helderheid nu essentieel omdat ze anders geen verplichtingen aan kunnen gaan.

Human Capital Agenda:

De HCA’s wordt op 2 april niet door dit kabinet ondertekend. Dit zijn agenda’s van de partijen in het veld. Wel zal ik met de ministers van OCW en SZW op 16 april een reactie geven op het masterplan Bèta en Technologie. Deze zal ook naar uw Kamer worden gestuurd.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen

Naar boven