Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2011
Hierbij bied ik u het verslag aan de van de Inspecteur-generaal der Krijgsmacht (IGK) over het jaar 20101. De IGK geeft mij gevraagd en ongevraagd advies over alle onderwerpen die Defensie betreffen. De bevindingen en aanbevelingen
van de IGK worden bij de ontwikkeling van het defensiebeleid betrokken en waar mogelijk omgezet in concrete maatregelen en
initiatieven. In het afgelopen jaar heeft de IGK uiteenlopende onderwerpen aan de orde gesteld die de aandacht vragen. Zoals
uit het jaarverslag blijkt is een deel daarvan al door de betrokken commandanten of beleidsverantwoordelijken opgelost of
ter hand genomen. In deze brief ga ik in op enkele onderwerpen die de IGK in zijn jaarverslag behandelt. Voor de stand van
zaken van de onderwerpen die de IGK in het jaarverslag over 2009 heeft behandeld verwijs ik naar hoofdstuk 14 van het jaarverslag.
De IGK constateert in zijn voorwoord dat de trots die veel militairen hadden tijdens de uitvoering van grootschalige operaties
van 2006 tot 2009 dreigt te verdwijnen en het vertrouwen in Defensie als werkgever afneemt. Hij noemt hiervoor verschillende
oorzaken. Ik herken deze zorgelijke ontwikkeling. In de beleidsbrief van 8 april jl. (Kamerstuk 23 733, nr. 1) heb ik uiteengezet op welke wijze ik de problemen bij Defensie wil aanpakken, zodat Nederland aan het einde van de kabinetsperiode,
in 2014, beschikt over een kleinere krijgsmacht in goede conditie, gereed voor elke inzet binnen haar mogelijkheden. De maatregelen
in de beleidsbrief hebben grote gevolgen voor het defensiepersoneel en ik besef dat de onrust daardoor kan toenemen. Veel
zal dan ook afhangen van een zorgvuldig verloop van deze bezuinigingsoperatie.
Deelneming missies
In 2010 is de missie van Taskforce Uruzgan beëindigd. De verplaatsing van het materieel naar Nederland is vrijwel voltooid.
De IGK beschrijft op treffende wijze de manier waarop Defensie deze omvangrijke operatie heeft voorbereid en uitgevoerd. Intussen
heeft het kabinet besloten deel te nemen aan de politietrainingsmissie in Kunduz en is de voorbereiding voor deze missie in
volle gang. Een relatief nieuw soort missie waaraan de IGK aandacht besteedt, is een operatie van de grensbewakingorganisatie
van de Europese Unie, Frontières extérieures (Frontex). Defensie stelt onder meer schepen van het Commando zeestrijdkrachten en personeel van de Koninklijke marechaussee
beschikbaar voor Frontex.
Themaonderzoeken
De IGK heeft in 2010 twee themaonderzoeken uitgevoerd. In het jaarverslag zijn de belangrijkste bevindingen weergegeven. De
IGK doet verder een aantal aanbevelingen tot verbetering.
Leiderschap
De IGK beschrijft de ontwikkeling die Defensie sinds 2007 heeft doorgemaakt op het gebied van leiderschap. Na het rapport
van de commissie-Staal over ongewenst gedrag (Kamerstuk 30 800 X, nr. 6) is de nieuwe Visie Leidinggeven van de CDS uitgegeven. Ook is geïnvesteerd in uiteenlopende opleidingen en is een netwerk
van collega-coaches opgericht. Hierdoor is de verdere ontwikkeling van de kwaliteit van het leidinggeven ondersteund. In zijn
jaarverslag constateert de IGK dat jonge leidinggevenden het leiderschap tijdens operationele inzet als uitdagend en motiverend
ervaren. Tijdens de vredesbedrijfsvoering missen zij echter de uitdaging van de operationele inzet en de grotere eigen verantwoordelijkheden
daarbij. Ook ondervinden leidinggevenden een administratieve druk waardoor zij (te) weinig tijd met hun personeel kunnen doorbrengen.
Ik onderschrijf de aanbeveling van de IGK dat leidinggevenden de verantwoordelijkheid en het vertrouwen moeten krijgen die
passen bij hun functie. In mijn beleidsbrief van 8 april jl. heb ik uiteengezet dat de besturing bij Defensie ingrijpend zal
worden gewijzigd. Het motto uit het Regeerakkoord: «je gaat er over of niet» is daarbij het richtsnoer. Ik onderschrijf dan
ook de aanbevelingen van de IGK over de ontwikkeling van leiderschapsvaardigheden.
Nazorg
In zijn tweede themaonderzoek beschrijft de IGK het systeem van nazorg. Na gesprekken met slachtoffers en leidinggevenden
komt hij tot de conclusie dat het systeem van nazorg werkt, maar dat verbeteringen nodig zijn. Ik heb in de beleidsbrief naar
voren gebracht dat Defensie haar toezeggingen op het gebied van nazorg en veteranenbeleid gestand zal doen. Ik ben het eens
met de aanbevelingen van de IGK en waar mogelijk zullen die snel worden uitgevoerd. Verder zal bij de formulering van nieuw
zorgbeleid rekening worden gehouden met de aanbevelingen van de IGK. Ik zal de voortzetting van het onderzoek naar het thema
nazorg dat de IGK heeft aangekondigd nauwgezet volgen.
Tot slot
Defensie wordt de komende jaren grondig aangepast. De besturing en de ondersteuning zullen ingrijpend wijzigen, maar ook de
operationele eenheden zullen veranderingen ondergaan. Iedere medewerker van Defensie zal daarom direct of indirect door de
maatregelen uit de beleidsbrief worden geraakt. Het doel is in 2014 te beschikken over een krijgsmacht die in staat is de
taken uit te voeren met alle middelen die daarvoor nodig zijn.
Meer dan ooit is de IGK belangrijk, omdat hij mij over ontwikkelingen en problemen informeert en in concrete gevallen kan
bemiddelen om knelpunten zo snel mogelijk op te lossen.
De minister van Defensie,
J. S. J. Hillen