32 500 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2011

Nr. 109 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2011

De tijdens het begrotingsdebat Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van december 2010 door mevrouw Van der Burg van de VVD-fractie ingediende motie (Kamerstukken II, 32 500 VII, nr 9), waarin de regering wordt verzocht om het eerder niet ingediende wetsvoorstel inzake de invoering van een vrijstelling van precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven zo spoedig mogelijk in te dienen, is door uw Kamer aangenomen.

Aan dit verzoek wil ik mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu gehoor geven. Ik ben daarom gestart met de voorbereiding van een wetsvoorstel om te komen tot vrijstelling van deze precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven. In overleg met de VNG en de Unie van Waterschappen wordt gezocht naar een uitwerking van het wetvoorstel, waarbij de gevolgen voor de decentrale overheden zo beperkt mogelijk worden gehouden. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een overgangstermijn voor de decentrale overheden die nu al precariobelasting heffen.

Het oorspronkelijke wetsvoorstel is ingetrokken. Daarom moet een nieuw wetstraject worden gestart. Het tempo ligt hoog, maar ik ben gehouden aan de wettelijke normale procedure voor het opstellen van wetgeving.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven