32 379 Wijziging van de Wet op het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut naar aanleiding van de evaluatie van deze wet

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van de Wet op het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut wenselijk is deze wet op bepaalde onderdelen te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. algemeen weerbericht: algemeen weerbericht als bedoeld in artikel 5, eerste en derde lid;.

B

Artikel 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel h wordt «, en» vervangen door een puntkomma.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. het op verzoek van decentrale overheden aan hen verstrekken van meteorologische inlichtingen.

C

Artikel 5 komt te luiden:

  • 1. Het algemeen weerbericht omvat mededelingen omtrent de toestand van het huidige weer en het te verwachten weer, alsmede waarschuwingen of berichten bij calamiteiten waarbij het weer een belangrijke rol speelt.

  • 2. De hoofddirecteur stelt het algemeen weerbericht om niet aan een ieder beschikbaar, op een bij regeling van Onze Minister te bepalen wijze en met inachtneming van de actuele stand van wetenschap en techniek.

  • 3. In de in het tweede lid bedoelde regeling worden tevens regels gesteld inzake de inhoud van het algemeen weerbericht.

D

Na artikel 8b wordt een hoofdstuk ingevoegd luidende:

HOOFDSTUK 5A. DECENTRALE OVERHEDEN

Artikel 8c

  • 1. Het verstrekken van meteorologische inlichtingen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel j, vindt uitsluitend plaats indien naar het oordeel van het bevoegde decentrale gezag de openbare orde of veiligheid in het geding is.

  • 2. De kosten van het verstrekken van meteorologische inlichtingen als bedoeld in het eerste lid worden integraal doorberekend aan de opdrachtgever. Hiervoor wordt een gescheiden boekhouding bijgehouden.

  • 3. Bij regeling van Onze minister worden nadere regels gesteld inzake de in het tweede lid bedoelde kosten en de administratie daarvan.

E

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De kosten van het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, worden integraal doorberekend aan de opdrachtgever. Hiervoor wordt een gescheiden boekhouding bijgehouden.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Bij regeling van Onze minister worden nadere regels gesteld inzake de in het tweede lid bedoelde kosten en de administratie daarvan.

3. Het vierde lid vervalt.

F

Hoofdstuk 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift van Hoofdstuk 7 komt te luiden:

HOOFDSTUK 7. KNMI-TOEZICHTSRAAD

2. Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

  • 1. Er is een KNMI-Toezichtsraad.

  • 2. De KNMI-Toezichtsraad heeft tot taak het wetenschappelijke en vakmatige niveau van het KNMI te bewaken en daarover te rapporteren.

  • 3. De leden van de KNMI-Toezichtsraad worden door Onze Minister benoemd op grond van bekwaamheid en geschiktheid. Zij worden op eigen aanvraag door Onze Minister ontslagen. Zij kunnen voorts door Onze Minister worden geschorst en ontslagen wegens onbekwaamheid, ongeschiktheid of op andere zwaarwegende gronden.

  • 4. Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld inzake de wijze van functioneren van de KNMI-Toezichtsraad, de samenstelling hiervan, de benoeming van de leden en inzake overige rechtspositionele aangelegenheden betreffende de leden van deze raad.

G

Er wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 7A. KNMI-PROGRAMMARAAD

Artikel 11a

  • 1. Er is een KNMI-Programmaraad.

  • 2. De KNMI-Programmaraad geeft vanuit een brede maatschappelijke omgeving en binnen de bij regeling van Onze minister vastgestelde kaders sturing aan de uitvoering door het KNMI van de in artikel 3 genoemde taken en bewaakt de totstandkoming van de door het KNMI te leveren producten en diensten.

  • 3. De leden van de KNMI-Programmaraad worden door Onze Minister benoemd op grond van bekwaamheid en geschiktheid. Zij worden op eigen aanvraag door Onze Minister ontslagen. Zij kunnen voorts door Onze Minister worden geschorst en ontslagen wegens onbekwaamheid, ongeschiktheid of op andere zwaarwegende gronden

  • 4. Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld inzake de wijze van functioneren van de KNMI-Programmaraad, de samenstelling hiervan, de benoeming van de leden en inzake overige rechtspositionele aangelegenheden betreffende de leden van deze raad.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen van artikel I verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Naar boven