32 130 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vereenvoudigingswet 2010)

Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2010

Door de eind 2009 aangenomen Fiscale vereenvoudigingswet 2010 wordt de systematiek van vrije vergoedingen en verstrekkingen in de loonsfeer per 1 januari 2011 sterk vereenvoudigd. Belangrijke details van dit nieuwe regime – de zogenaamde werkkostenregeling – zijn uitgewerkt in een ministeriële regeling, de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (URLB 2011).

De URLB 2011 komt in de plaats van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Het concept van de URLB 2011 heeft tussen 11 juni en 12 juli jl. ter consultatie op www.internetconsultatie.nl gestaan.

In deze brief ga ik in op de belangrijkste punten die in de reacties naar voren zijn gebracht. De rapportage die wordt gepubliceerd op www.internetconsultatie.nl, en de naar aanleiding van de ontvangen reacties aangepaste URLB 2011 zoals deze eerdaags in de Staatscourant wordt gepubliceerd, heb ik als bijlagen1 bijgevoegd.

Werkkostenregeling

De systematiek van vrije vergoedingen en verstrekkingen in de loonsfeer wordt, door de zogenoemde werkkostenregeling, sterk vereenvoudigd. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de breed levende wens om op dit terrein een eenvoudiger regime te creëren. Het wordt mogelijk om voor een vast percentage (1,4%) van de loonsom van het bedrijf aan werknemers onbelast vergoedingen te geven en verstrekkingen te doen. Werkgevers hoeven dan voor de belastingheffing niet meer op individuele basis de vergoedingen en verstrekkingen te administreren en te toetsen waardoor deze veel flexibeler kunnen worden toegepast. Voortaan kan worden volstaan met een verantwoording op werkgeversniveau. Daarnaast blijft nog wel een beperkt aantal gerichte vrijstellingen bestaan dat niet onder de forfaitaire ruimte valt en dat dus nog wel individueel getoetst moet worden.

Door het nieuwe regime kunnen veel gedetailleerde regels vervallen, waardoor een substantiële reductie van de administratieve lasten van werkgevers en van de uitvoeringslasten van de Belastingdienst wordt bereikt.

Internetconsultatie

De werkkostenregeling treedt met ingang van 1 januari 2011 in werking. Belangrijke details van het nieuwe regime zijn uitgewerkt in een ministeriële regeling. Dit betreft onder andere de waardering van verstrekkingen (loon in natura), en dan met name de waardering van werkplekgerelateerde voorzieningen.

Het concept van de URLB 2011 heeft tussen 11 juni en 12 juli jl. ter consultatie op www.internetconsultatie.nl gestaan. Dit heeft tot 62 reacties geleid. De achtergrond van de respondenten beslaat het hele spectrum van betrokkenen bij de loonheffing. Naast koepelorganisaties hebben ook veel partijen gereageerd die bedrijfsmatig bezig zijn met de materie, zoals belastingadvieskantoren, boekhoudkantoren, loonadministrateurs en softwareleveranciers. Ook heeft een aantal wetenschappers gereageerd en bestaat een substantieel deel van de reacties uit de inbreng van (grotere) individuele werkgevers.

De internetconsultatie heeft een positieve bijdrage geleverd aan het verkrijgen van een breder beeld van de effecten van de werkkostenregeling. Dit heeft geleid tot een aantal verbeteringen van de URLB 2011 ten opzichte van de consultatieversie. Zo zijn de forfaitaire waarderingen van op de werkplek verstrekte maaltijden, huisvesting en inwoning en bedrijfsfitness verder vereenvoudigd. Ook is het centrale begrip «werkplek» nader toegelicht.

De systematiek als zodanig wordt – zij het aarzelend – overwegend als positief ervaren. Bepaalde groepen hebben aangegeven dat zij door de forfaitaire benadering minder mogelijkheden krijgen voor belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen. Het gaat met name over werkkleding met een bedrijfslogo, vakliteratuur en kosten van inschrijving in een beroepsregister. Nu er een brede roep uit de praktijk is om aanpassing van de werkkostenregeling op deze punten, heb ik mede op verzoek van VNO-NCW en MKB-Nederland besloten naar budgettaire ruimte te zoeken om aan deze wensen tegemoet te komen. Hoewel deze aanpassingen door de praktijk als verlichtend worden ervaren, zullen ze wel tot gevolg hebben dat de nagestreefde administratieve lastenreductie van de werkkostenregeling minder wordt.

Om budgettaire redenen, maar zeker ook omdat dan te zeer afbreuk zou worden gedaan aan de nagestreefde vereenvoudiging, kan niet aan alle wensen tegemoet worden gekomen, zoals aan het verzoek tot invoering van een gerichte vrijstelling voor personeelskortingen voor producten uit eigen bedrijf. De werkkostenregeling betreft immers een versimpeling waarbij logischerwijs tevens sprake is van een vergroving. Dit betekent dat het ene bedrijf beter uit de voeten zal kunnen met het forfait dan het andere bedrijf.

Daarnaast blijkt dat de respondenten de overgang van het huidige gedetailleerde vergoedingen- en verstrekkingenregime naar het nieuwe forfaitaire regime als een grote stap ervaren. Dit komt doordat de werking van het nieuwe regime nog niet op alle punten duidelijk is en doordat de interne werkwijze bij werkgevers moet worden veranderd om optimaal gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die de werkkostenregeling biedt.

In de rapportage over de internetconsultatie en in de toelichting op de URLB 2011 worden het nieuwe regime en de mogelijkheden die het regime biedt dan ook uitgebreid toegelicht. In aanvulling hierop zal de Belastingdienst intensief over de regeling communiceren. Dit gebeurt via de vaste communicatiekanalen naar werkgevers, maar ook via radiospots, bannering en advertenties. Hierbij is tevens van belang dat de werkkostenregeling weliswaar per 1 januari a.s. in werking treedt, maar dat er een overgangsperiode is tot 1 januari 2014 waarin desgewenst het huidige regime nog kan worden toegepast. De overgang naar het nieuwe regime kan hierdoor in een rustiger tempo plaatsvinden.

Afsluiting

Al met al zal vanaf 2011 met de werkkostenregeling een groot aantal gedetailleerde regels rondom de vergoedingen en verstrekkingen in de loonsfeer verdwijnen. De werkkostenregeling levert hierdoor – ook als de voorgenomen versoepelingen worden doorgevoerd – per saldo voor bedrijven een administratieve lastenverlichting op van € 111 miljoen. Daarnaast is sprake van een forse besparing op de uitvoeringskosten.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven