32 124 Trendnota Arbeidszaken Overheidspersoneel 2010

Nr. 14 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2010

Vanuit mijn coördinerende verantwoordelijkheid voor het organisatie- en personeelsbeleid van het Rijk bied ik u hierbij het Sociaal Jaarverslag Rijk 2009 aan.1

In 2009 heeft het Rijk een stap gezet in de richting van een kleinere en betere organisatie. Een eigentijdse en aantrekkelijke werkgever, die rekening houdt met behoeften van medewerkers en hen stimuleert zichzelf zo te ontwikkelen dat ze breed inzetbaar zijn. Het Rijk wil nadrukkelijk kansen bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De doelstelling 1.000 werkervaringsplaatsen te realiseren voor mensen die moeilijk op eigen kracht een baan vinden is eind 2009 meer dan gehaald. Dat is een positieve ontwikkeling, juist in tijden van economische recessie. Ook met de vertegenwoordiging van vrouwen in managementfuncties gaat het goed: het aandeel vrouwen in ABD-posities ligt met 24,9 procent eind 2009 op schema.

Het Sociaal Jaarverslag Rijk laat zien dat de inspanningen om kansen te bieden aan ouderen vruchten afwerpen. De instroom van vijftigplussers is met ruim 11 procent hoog vergeleken met de marktsector (2 procent) en onderzoek wijst uit dat zij twee keer zo veel kans maken op een baan bij de overheid als op een baan in de marktsector.

Het ziekteverzuim is al enkele jaren stabiel en komt in 2009 op 5,5 procent, iets lager dan een jaar eerder. Mogelijk speelt mee dat mensen zich in een recessie minder snel ziek melden. Vergeleken met de marktsector is het ziekteverzuim bij het Rijk nog altijd relatief hoog, alle reden dus om de acties gericht op het verminderen van het ziekteverzuim onverminderd voort te zetten. Bij alle departementen lopen hier programma’s voor.

In 2009 zijn de scholingsuitgaven opnieuw licht gestegen tot gemiddeld € 1.410 per arbeidsjaar. De stijgende trend is gunstig, maar een flinke extra stap is nodig, gezien de ambitie van het Rijk om beter te presteren met minder mensen.

Naast de positieve ontwikkelingen zijn er ook een aantal ongunstige tendensen. De krimpopdracht van de overheid zet de interne arbeidsmarkt feitelijk op slot. Naar verwachting zal daardoor de ontwikkeling van het vacature aanbod sterk dalen zoals ook al in 2009 het geval was.

Mede als gevolg hiervan vergrijst het personeelsbestand van de rijksoverheid dan ook in hoog tempo. Vanaf 2015 zal het Rijk geconfronteerd worden met een forse uitstroom, omdat de babyboomgeneratie dan de pensioengerechtigde leeftijd begint te bereiken.

Het aandeel mensen met een biculturele achtergrond is licht gestegen tot 8,4 procent. Deze toename is echter onvoldoende om de ambitie van 11,8 procent in 2011 te halen. Het achterblijvende aantal medewerkers met een biculturele achtergrond is een zorgelijke ontwikkeling, omdat de overheid risico loopt de aansluiting met de samenleving te missen. Om goede oplossingen te kunnen blijven bieden voor maatschappelijke vraagstukken moet het Rijk een afspiegeling zijn van de samenleving. Ook jongeren zijn moeilijk aan de overheid te binden. Net als mensen met een biculturele achtergrond stromen zij wel in, maar vertrekken ze ook snel weer, doordat ze terechtkomen in tijdelijke contracten met onzeker perspectief. Deze ontwikkeling is door mij onderkend en binnen de bandbreedte van de beperkte instroom wordt actief gestuurd op de biculturaliteit bij nieuwe medewerkers. Dit blijkt ondermeer uit de goede resultaten van het rijkstraineeprogramma.

De afgelopen jaren heeft het Rijk een beweging ingezet om één concern te worden, met ambtenaren die in algemene rijksdienst zijn en die zich daarbinnen flexibel bewegen. Met een efficiënte bedrijfsvoering en moderne (digitale) samenwerkingsvormen die de grenzen van departementen overstijgen. Op dit gebied zijn goede ontwikkelingen in gang gezet.

Gegeven de economische en maatschappelijke ontwikkelingen zal de komende tijd veel van de rijksoverheid en haar personeel worden gevraagd. Een efficiënte en moderne bedrijfsvoering en een goed functionerende populatie van medewerkers is daarbij onontbeerlijk.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven