Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 mei 2010
Tijdens de begrotingsbehandeling eind vorig jaar heb ik met uw Kamer van gedachten gewisseld over leefbaarheid op het platteland,
de zogeheten «topdorpen», het Plattelandsparlement en de positie van de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen (LvKK).
U hebt mij bij motie (32 123 XIV, 90) gevraagd de LvKK te betrekken bij een plan van aanpak over topdorpen en het budget voor
de LvKK te handhaven op het niveau van de afgelopen jaren (volgens uw motie 170.000 euro) en deze middelen op projectbasis
toe te kennen.
Daarnaast hebt u mij in het debat gevraagd naar de toekomst van het Plattelandsparlement. Ik heb u toegezegd u hierover te
informeren.
Plattelandsparlement
LNV is vanaf het begin van de introductie van het Plattelandsparlement in Nederland actief betrokken geweest.
Dit onder meer met financiële ondersteuning vanaf de eerste voorverkenning naar de bruikbaarheid van het instrument tot en
met de uitvoering van de tot nu toe georganiseerde Plattelandsparlementen. Tevens vindt ondersteuning plaats via het Netwerk
Platteland.
Ook in de toekomst blijft LNV betrokken bij het Plattelandsparlement. Dit evenement en de regionale bijeenkomsten en activiteiten
die er aan voorafgaan leveren waardevolle informatie op. Burgers agenderen zelf actuele ontwikkelingen en uitdagingen in het
landelijk gebied bij met name lokale en regionale bestuurders. De actieve betrokkenheid van burgers is een groot goed.
Wel ben ik van mening dat gezien het feit dat dit ten principale een «beweging van onderop» betreft en het Plattelandsparlement
inmiddels de «experimentele fase» is ontgroeid, de financiële bijdrage van LNV meer in verhouding moet komen te staan tot
die van overige betrokken partners.
De LvKK heeft de Tweede Kamer er op gewezen dat zij voor het project Plattelandsparlement 2009 minder subsidie van LNV heeft
gekregen dan zij in eerste instantie had aangevraagd, en verwacht had te ontvangen.
Doordat reeds activiteiten waren gestart uitgaande van het oorspronkelijk aangevraagde budget was een financieel tekort ontstaan.
Uw Kamer heeft vervolgens aangegeven graag te zien dat de LvKK hierin tegemoet gekomen zou worden.
Gezien deze discussie, maar vooral omdat ik hecht aan de potentie van het instrument plattelandsparlement en het feit dat
de werkzaamheden naar tevredenheid waren uitgevoerd, heeft de LvKK enige tijd geleden een brief ontvangen waarin de financiële
toezegging vanuit LNV is verhoogd. Hiermee is de financiële problematiek rond het Plattelandsparlement 2009 opgelost.
Topdorpen
U hebt mij gevraagd de LvKK te betrekken bij een plan van aanpak inzake topdorpen.
Topdorpen en in bredere zin het krimpvraagstuk hebben mijn volle aandacht. Zie hiervoor ook mijn reactie op het advies van
de Raad voor het Landelijk Gebied (uw kenmerk 2010Z01339/2010D05970). Zo zal in het kader van het Interbestuurlijke Actieprogramma
Bevolkingsdaling een aantal pilots door LNV worden gefaciliteerd die er op gericht zijn de gevolgen van bevolkingsdaling om
te zetten in kansen voor natuur en landschap en daarmee ook een (economische) impuls voor de betreffende regio’s. De LvKK
is daar vanzelfsprekend bij betrokken. Daarnaast is één van de door LNV gefinancierde projecten van de LvKK gericht op het
versterken en professionaliseren van Actief Burgerschap (ook een element van een «topdorp»). In het kader van dit traject
is aan de LvKK gevraagd extra aandacht te besteden aan deze krimpregio’s. Verder werkt het Netwerk Platteland (mede op verzoek
van LNV) nauw samen met de LvKK op deze thema’s rondom topdorpen (sociale vitaliteit) en bevolkingsdaling.
Budget LvKK
U hebt mij gevraagd het «budget waarover de LvKK kan beschikken» te handhaven op het niveau van de afgelopen jaren, te weten
170.000 euro.
De LvKK heeft in de afgelopen jaren vanuit LNV geen structurele financiering ontvangen. Wel is door LNV subsidie verleend
voor het uitvoeren van het project Actief Burgerschap en voor de organisatie van het Plattelandsparlement.
Evenals andere organisaties zal ook in de toekomst de LvKK met kwalitatief goede voorstellen een beroep kunnen blijven doen
op projectsubsidie vanuit LNV.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg