nr. 180
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 maart 2010
Met deze brief informeer ik u over actie die het kabinet heeft ondernomen
ingevolge uw motie van 3 december 2009 inzake de subsidieregeling voor
historische buitenplaatsen (Kamerstukken TK 2009–2010, 32 123 XIV,
nr. 97).
U verzoekt daarin om te komen met een door de stichting Particuliere Historische
Buitenplaatsen (PHB) gedragen adequate Brim-regeling voor onderhoud van monumentaal
groen.
Vorig jaar is besloten om de huidige subsidieregeling voor particuliere
historische buitenplaatsen met ingang van 1 januari 2011 te beëindigen.
Ik heb u daarover op 21 oktober 2009 per brief geïnformeerd. Vanaf
volgend jaar vindt de subsidiëring plaats op basis van het Besluit rijkssubsidiëring
instandhouding monumenten (Brim). Deze regeling wordt opengesteld voor historische
buitenplaatsen en andere groene monumenten. De leidraad bij dit besluit, dat
de subsidiabele kosten beschrijft, is daartoe uitgebreid met bepalingen over
historisch groen. De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
heeft de aangepaste regeling vastgesteld, zodat deze tijdig in werking kan
treden voor de nieuwe openingstermijn van het Brim vanaf 1 april
aanstaande. Mijn departement draagt vanaf 2011 jaarlijks 1,25 miljoen
euro bij aan de subsidie.
Deze uitbreiding van de regeling is tot stand gekomen in overleg met verschillende
partijen die betrokken zijn bij historisch groen, waaronder de stichting Particuliere
Historische Buitenplaatsen (PHB).
Deze stichting heeft laten weten dat ze in grote lijnen kan instemmen
met de regeling. Echter, de PHB signaleert nog wel een paar knelpunten, die
zullen worden meegenomen in de evaluatie van het Brim, die dit najaar van
start gaat.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg