nr. 24
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN SPEKMAN EN ANKER TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9
Ontvangen 11 december 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
0A
Artikel 15 komt te luiden:
Artikel 15
In de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 14, tweede lid,
wordt bepaald, dat de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel
14, kan worden verleend onder een beperking verband houdende met:
a. gezinshereniging en gezinsvorming aan gezinsleden van Nederlanders
en Vreemdelingen die rechtmatig verblijven als bedoeld in artikel 8, onder
a tot en met e en l; en
b. langdurig verblijf als geworteld minderjarig kind.
II
In artikel III wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een
komma de volgende zinsnede ingevoegd: met uitzondering van artikel I, onderdeel
0A, dat in werking treedt op 1 januari 2012.
Toelichting
Dit amendement beoogt een artikel op te nemen in de Vreemdelingenwet 2000,
waarin wordt bepaald dat in het Vreemdelingenbesluit 2000 een beperking verband
houdend met langdurig verblijf van een in Nederland geworteld kind, wordt
opgenomen. Deze beperking wordt door de wetgever nader uitgewerkt. Een artikel
met deze strekking, zou bijvoorbeeld kunnen worden opgenomen achter 3.55 Vb
2000 als een artikel 3.55a. Bij die uitwerking worden in ieder
geval als voorwaarden voor verblijf opgenomen dat:
1. het gaat om een kind van 0 tot 18 jaar
2. het betreffende kind is geworteld in de Nederlandse samenleving
3. het kind, mogelijk afgeleid van de ouders, minimaal twee jaren een
legale verblijfsstatus heeft gehad
4. het kind geringe banden heeft met het land van herkomst
5. het mede aan de Nederlandse overheid te wijten is dat het kind, ondanks
dat het geen recht op verblijf in Nederland (meer) heeft, meer dan 10 jaar
in Nederland heeft verbleven en niet is teruggekeerd naar het land van herkomst
6. het kind in de betreffende tien jaar van verblijf in Nederland niet
in het land van herkomst is geweest
7. het kind niet is veroordeeld voor een geweldsmisdrijf.
Ten aanzien van de voorwaarde onder 5 wordt limitatief omschreven in welke
situaties sprake kan zijn van een dergelijke verwijtbaarheid. Hier is in elk
geval sprake van indien beslistermijnen op aanvragen meer dan één
keer zijn overschreden, de IND in de betreffende zaak minimaal één
keer een dwangsom wegens niet tijdig beslissen opgelegd heeft gekregen en
er, nauw omschreven, door de Nederlandse overheid onvoldoende inspanningen
zijn verricht om de betreffende vreemdelingen te laten terugkeren naar het
land van herkomst.
Het doel van dit amendement dient de belangen van een kind van een vreemdeling,
dat, afhankelijk van de ouders en de Nederlandse overheid, op een zeker moment
in een situatie is gekomen dat het (grotendeels) opgegroeid en geworteld is
in Nederland, en er allebehalve bij gebaat is om terug te keren naar een onbekend,
totaal verschillend, land. In bepaalde uitzonderlijke situaties moet het belang
van het kind dan het zwaarste wegen, mede gelet op bepalingen in onder meer
het IVRK en 8 EVRM (schending van privéleven).
Dit amendement wordt door de indieners beschouwd als een op kinderen gericht
humaan sluitstuk van een restrictief beleid. De voorwaarden moeten zodanig
strikt zijn dat de beperking enkel betrekking kan hebben op uitzonderingssituaties,
en daarmee ook geen aanzuigende werking heeft en/of het door vreemdelingen
rekken van terugkeer uitlokt.
Speciale aandacht verdient in dit verband ook de overgangstermijn. De
indieners stellen in dit verband voor de ingangsdatum van de werking van de
nieuwe beperking te prikken op 1 januari 2012.
Spekman
Anker