31 941 Kredietcrisis 2008/2009

Nr. 12 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2016

In het najaar van 2008 leidde de kredietcrisis in de financiële sector tot een serie interventies van de Nederlandse Staat. De Algemene Rekenkamer volgt sindsdien de ontwikkelingen rond deze interventies zoals de overname van Fortis/ABN AMRO. Op onze website kredietcrisis.rekenkamer.nl hebben wij een overzicht van alle relevante gebeurtenissen opgenomen. Door deze informatie overzichtelijk beschikbaar te stellen willen wij uw Kamer ondersteunen bij de voorbereiding op de debatten met de Minister van Financiën over het verloop en de beëindiging van interventies.

Zolang de interventies en arrangementen nog niet zijn beëindigd of afgehandeld, actualiseren we enkele keren per jaar onze bevindingen op deze website. Op 18 mei 2016 hebben wij de website opnieuw geactualiseerd. Hieronder bespreken we de belangrijkste ontwikkelingen.

Definitieve financiële gegevens 2015

Op de website zijn de definitieve bedragen per ultimo 2015 opgenomen. Tevens zijn de voor iedere interventie toegerekende rentekosten geactualiseerd. Op basis van de definitieve gegevens over 2015 hebben we het saldo opgemaakt van de afwikkeling van de interventie Voorfinanciering uitkering depositogarantiestelsel IJsland (het Icesave-dossier). Verder hebben we een actueel en samenhangend beeld opgesteld van de kosten van de overname van Fortis/ABN AMRO na de verkoop van de eerste tranche aandelen van ABN AMRO. Verderop in deze brief gaan we hierop in. We beginnen met een toelichting op de ontwikkeling van de financiële risico’s als gevolg van de kredietcrisis.

Financiële risico’s voor de Staat verder gedaald

Door afwikkeling van het Icesave-dossier en de verkoop van de eerste tranche van aandelen ABN AMRO zijn de financiële risico’s van de interventies voor de Staat in 2015 verder afgenomen. Het totale openstaande bedrag aan leningen en kapitaalverstrekkingen is met bijna € 7 miljard gedaald en bedraagt ultimo 2015 € 29,3 miljard. Het gaat om leningen en verstrekt kapitaal aan Fortis/ABN AMRO en SNS Reaal. De omvang van de afgegeven garanties is ultimo 2015 gedaald tot € 2,6 miljard. Dit betreft een garantstelling door de Staat aan Propertize BV (het voormalige Property Finance van SNS Reaal) voor de financiering van zijn vastgoedportefeuille.

Afwikkeling Icesave-dossier

Op 21 september 2015 heeft de Minister van Financiën uw Kamer geïnformeerd over de schikking met het IJslandse depositogarantiestelsel.1 Deze schikking heeft betrekking op twee destijds nog openstaande kwesties, nadat in augustus 2014 de vordering op Landsbanki was verkocht:

  • Een vergoeding van de door de Nederlandse Staat gemaakte uitvoerings- en rentekosten.

  • De conversie van circa € 12 miljoen aan IJslandse kronen die in 2011 aan de Nederlandse Staat zijn uitgekeerd. Deze kronen kon de Nederlandse Staat vanwege kapitaalrestricties niet converteren.

Het nettoresultaat van de schikking is € 58 miljoen ten gunste van de Staat. Met de schikking kan de Minister het dossier Icesave na zeven jaar afsluiten.

In voornoemde brief geeft de Minister van Financiën geen saldo van de uitgaven en ontvangsten van het Icesave-dossier voor de Staat. Met behulp van de gegevens die u tevens op onze website kredietcrisis.rekenkamer.nl terugvindt, hebben we een saldo van uitgaven en ontvangsten berekend. De voorfinanciering van het IJslandse en Nederlandse depositogarantiestelsel inzake Icesave heeft de Nederlandse Staat per saldo € 145 miljoen gekost. In de hiernavolgende tabel geven wij een overzicht van alle uitgaven en ontvangsten.

Dossier Icesave

Bedrag

(in miljoenen euro’s)

Uitgaven

– 1.637

 

Depositogarantiestelsel IJsland

 

– 1.322

Depositogarantiestelsel Nederland

 

– 106

Uitvoeringskosten DNB

 

– 7

Rentekosten

 

– 202

     

Ontvangsten

1.492

 

Boedel Landsbanki

 

811

Verkoop vordering Landsbanki

 

623

Schikking uitvoerings- en rentekosten

 

58

     

Saldo

– 145

 

Met het opnemen van deze berekening hebben we dit dossier op onze website afgesloten.

Ontwikkelingen verkoop onderdelen Fortis/ABN AMRO

Met de overname van Fortis/ABN AMRO kwam de Staat in bezit van de bank ABN AMRO, de verzekeraar ASR en RFS Holdings (waarin de gezamenlijke bezittingen met RBS en Santander zijn ondergebracht, zoals Saudi Hollandi Bank).

De beursgang van ABN AMRO op 20 november 2015 heeft de Staat € 3.828 miljoen opgeleverd.2 Om de uiteindelijke opbrengst van de beursgang van ABN AMRO zuiver af te kunnen zetten tegen de uitgaven die de Minister van Financiën destijds voor de overname van Fortis/ABN AMRO heeft gedaan, zijn de volgende punten van belang:

  • Voor de overname van Fortis/ABN AMRO eind 2008 kwam de Staat met Fortis een prijs overeen van € 16.800 miljoen. Na de overname was onder andere herkapitalisatie van ABN AMRO nodig en werden onderdelen verkocht. In totaal heeft de Staat € 27.955 miljoen aan kapitaaluitgaven gedaan voor Fortis/ABN AMRO zoals ook vermeld in het jaarverslag 2014 van het Ministerie van Financiën. In zijn jaarverslag over 2015 hanteert de Minister van Financiën nu een toerekening van NLFI uit 2013 van de historische aanschafwaarde naar de drie onderdelen: € 21.663 miljoen aan ABN AMRO, € 3.650 miljoen aan ASR en € 2.642 miljoen aan RFS Holdings.3 Deze toerekening heeft onder meer plaatsgevonden om de opbrengst van de verkoop van aandelen ABN AMRO te kunnen relateren aan het toegerekende deel van ABN AMRO. Deze toerekening is behulpzaam om (toekomstige) inkomsten uit verkoop van aandelen op waarde te schatten. Het betreft evenwel een toerekening die niet is gebaseerd op specifieke kapitaaluitgaven van onderdelen van Fortis/ABN AMRO. Deze toerekening is daarom met onzekerheid omgeven.4

  • De kapitaaluitgaven aan Fortis/ABN AMRO en dus ook de toerekening van NLFI naar onder andere ABN AMRO, weerspiegelen niet alle door de Staat gemaakte kosten. Hierin ontbreken namelijk de door de Staat verstrekte leningen en de gemaakte rentekosten. Deze en andere door de Staat gemaakte kosten behoren te worden verrekend met de ontvangsten door de Staat.

Pas na de verkoop van alle aandelen ABN AMRO, de verkoop van ASR en RFS Holdings kan aan de hand van alle uitgaven en ontvangsten het saldo voor de Staat worden berekend. Op basis van de cijfers van de Minister van Financiën geven we hieronder het totaaloverzicht van de uitgaven en ontvangsten voor ABN AMRO, ASR en RFS per 31 december 2015.

Overname Fortis/ABN AMRO

(stand per 31-12-2015)

Bedrag

(in miljoenen euro’s)

Uitgaven

– 37.581

 

Kapitaaluitgaven ABN AMRO, ASR en RFS

 

– 27.955

Leningen ABN AMRO

 

– 1.900

Rentekosten ABN AMRO, ASR en RFS

 

– 7.726

     

Ontvangsten

8.120

 

Verkoop 1e tranche ABN AMRO

 

3.828

Dividend ABN AMRO, ASR en RFS

 

2.003

Rente-ontvangsten leningen ABN AMRO

 

1.980

Premie-ontvangsten garanties ABN AMRO

 

309

     

Saldo

– 29.461

 

In ons Rapport bij het Jaarverslag 2015 van het Ministerie van Financiën (Kamerstuk 34 475 IX, nr. 2) gaan we ook in op de door het ministerie gemaakte toerekening van de uitgaven van kapitaaluitgaven Fortis/ABN AMRO.

Afwikkeling SNS REAAL

De Staat heeft op 30 september 2015 SNS Bank gekocht van SNS REAAL Holding en onder de nieuwe SNS Holding gehangen. Aan deze verplaatsing zijn geen kasstromen te pas gekomen. De Staat heeft SNS Bank verkregen voor € 2,7 miljard door het eerder aan SNS REAAL verstrekte overbruggingskrediet van € 1,1 miljard te verrekenen. Het restant van de koopprijs van € 1,6 miljard (€ 2,7 miljard – € 1,1 miljard) blijft schuldig aan SNS REAAL Holding, die daarmee een vordering op de Staat heeft. De verdere toekomstplannen voor SNS Bank heeft de Minister van Financiën nog niet bekendgemaakt.

Op 16 oktober 2015 heeft de Minister van Financiën besloten tot verkoop van de verzelfstandigde vastgoedonderneming Propertize.5 De stand per 31 december 2015 is dat de Staat aan Propertize € 500 miljoen aan kapitaal heeft verstrekt en een garantie van € 2.632 miljoen.

Resultaat afgewikkelde interventies

In 2014 zijn de back-upfaciliteit ING, de kapitaalverstrekkingsfaciliteit en de garantiefaciliteit beëindigd. Op deze drie faciliteiten heeft de Staat een positief resultaat geboekt. Dit is het verschil tussen uitgaven door de Staat (zoals leningen en rentekosten) en ontvangsten van de Staat (zoals terugbetalingen, premies en ontvangen rente). In september 2015 is het Icesave-dossier afgesloten. Hierop heeft de Staat, zoals hiervoor beschreven, een negatief resultaat geboekt. Op www.kredietcrisis.rekenkamer.nl vindt u per faciliteit een overzicht met de totale uitgaven en ontvangsten.

Afgewikkelde interventies

Resultaat

(in miljoenen euro’s)

Back-upfaciliteit ING

1.455

Kapitaalverstrekkingsfaciliteit

3.339

Garantiefaciliteit

1.515

Icesave

-145

Totaal

6.164

Rentekosten interventies kredietcrisis

Tegenover de positieve resultaten van de afgesloten interventies en de ontvangsten uit lopende interventies, staan de directe kosten die met de interventies gemoeid zijn. Dit betreft in het bijzonder de rentekosten ten laste van de Staat. Om deze kosten in beeld te houden is een nadere toerekening van deze rentekosten vereist. De afgelopen periode hebben het Ministerie van Financiën en de Algemene Rekenkamer in gezamenlijkheid de uitgangspunten voor de berekening van de rentekosten verder verfijnd. In tegenstelling tot de eerder gebruikte systematiek wordt nu gerekend met een samengestelde rente in plaats van een enkelvoudige rente. Door te rekenen met een samengestelde rente vindt de toerekening van de rentekosten nauwkeuriger plaats. In de onderstaande figuur zijn de jaarlijkse rentekosten weergegeven. Dit is inclusief de rentekosten zoals deze zijn opgenomen in de voorgaande tabellen. Per 31 december 2015 bedragen de totale rentekosten over de periode 2008–2015 € 8,7 miljard.

Vooruitblik

Het lopende verkoopproces van ABN AMRO, ASR en Propertize blijven we volgen.

Een afschrift van deze brief sturen wij aan de voorzitter van de Eerste Kamer en de Minister van Financiën.

Algemene Rekenkamer

drs. A.P. Visser, president

dr. E.M.A. van Schoten RA, secretaris


X Noot
1

Kamerstuk 31 371, nr. 382.

X Noot
2

Brief Minister van Financiën aan de voorzitter van de Tweede Kamer, 3 december 2015, Kamerstuk 31 789, nr. 82

X Noot
3

NL financial investments (NLFI) beheert namens de Staat de aandelen van onder meer ABN AMRO en ASR. Zie verder: NL financial investments, Advies verkoopmogelijkheden ABN AMRO en a.s.r., 23 augustus 2013.

X Noot
4

In de brief van de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer bij het advies van NLFI (Kamerstuk 32 013, nr. 36, voetnoot 30) gaf de Minister hierover het volgende aan: «Het is dus niet goed mogelijk om terugkijkend op de transactie het bedrag van 16,8 miljard euro onder te verdelen naar de waarde van de onderdelen op het moment van de aankoop.»

X Noot
5

Brief Minister van Financiën aan de voorzitter van de Tweede Kamer, 16 oktober 2015, Kamerstuk 33 532, nr. 49

Naar boven