Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 oktober 2016
Onder verwijzing naar de in artikel 8.14 in samenhang met artikel 8.13 van de Wet
luchtvaart voorgeschreven voorhangprocedure van vier weken zend ik u bijgaand het
ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) in verband
met externe veiligheid en geluid1. Dit conform de aankondiging in de brief aan de Tweede Kamer van 1 april 2016 over
wonen en vliegen in de regio Schiphol.2 De voorhangprocedure biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het
ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden
voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld. Het ontwerpbesluit zal tegelijkertijd
worden bekendgemaakt in de Staatscourant om een ieder de gelegenheid te geven om binnen
vier weken wensen en bedenkingen kenbaar te maken.
Het LIB bevat regels die beperkingen stellen aan het gebruik van gronden in het gebied
rond de luchthaven Schiphol vanwege geluid en externe veiligheid. Bijgaand ontwerpwijzigingsbesluit
betreft wijzigingen in de regels van het LIB ter verduidelijking en vereenvoudiging.
Aan uw Kamer heb ik toegezegd om voortvarend juridische duidelijkheid te bieden over
de bouwmogelijkheden binnen het zogenaamde 20Ke-gebied en regionaal ervaren knelpunten
met de bestaande LIB-regels op te lossen. Met voorliggend ontwerpwijzigingsbesluit
vul ik deze toezeggingen aan uw Kamer in. De ligging van de beperkingengebieden zal
in een volgende fase worden gewijzigd, gelijktijdig met en gebaseerd op de wijziging
van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB).
Met het voorstel krijgt de in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en
de Actieagenda Schiphol aangekondigde juridische verankering van het 20Ke-beleid vorm
conform recent daarover gemaakte afspraken met provincies, gemeenten en de luchtvaartsector
over woningbouwmogelijkheden in het 2OKe-gebied rond Schiphol. Met deze wijzigingen
wordt eveneens voor een belangrijk deel tegemoet gekomen aan knelpunten die met name
gemeenten ervaren ten aanzien van de huidige regels in het LIB. Dit naar aanleiding
van mijn toezegging om de knelpunten met de gemeenten te bespreken en over mogelijke
oplossingen te besluiten.
Samenhangend met dit wijzigingsbesluit heb ik bestuurlijke afspraken gemaakt met bestuurders
van gemeenten, provincie en de luchtvaartsector over de extra verantwoordelijkheid
die de verruimde decentrale afwegingsruimte met zich meebrengt voor gemeenten. Dit
gaat om de verantwoordelijkheid voor een goede informatievoorziening aan bewoners,
een gedegen aanpak voor het afhandelen van klachten en het vrijwaren van de luchtvaartsector
van extra kosten als gevolg van de ruimte voor planvorming. Met gemeenten en provincies
is afgesproken dat zij in overleg met de luchtvaartsector voorstellen uitwerken om
invulling te geven aan hun verantwoordelijkheid. Voorafgaand aan de inwerkingtreding
van deze wijziging van het LIB zal ik beoordelen of voldoende uitwerking is gegeven
aan deze afspraken. Indien dit niet het geval is, zal ik het gewijzigde LIB niet in
werking laten treden.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma