nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2009
Bij brief van 13 februari 2009 (2009D06310) heeft de vaste commissie
voor Financiën een reactie gevraagd op berichtgeving over de mandatory
convertible securities (FD, 11 februari 2009).
Met de overname van Fortis Bank Nederland Holding (FBNH) zijn, naast gewone
aandelen en obligaties, enkele meer complexe vermogensinstrumenten meegekomen.
Deze instrumenten zijn vormgegeven binnen het Belgisch-Nederlandse concernverband
waarvan de bank toen deel uitmaakte, en ze bevatten dan ook verwevenheden
met de moedermaatschappijen.
De mandatory convertible securities of MCS vormen een verplicht converteerbare
obligatielening van nominaal € 2 mrd. De lening is in december 2007
uitgegeven ter bekostiging van de overname van ABN AMRO en heeft een couponrente
van 8,75% per jaar. De MCS staat in de boeken bij FBNH, maar wordt
uiterlijk op 7 december 2010 omgezet in beursgenoteerde aandelen van
Fortis holding, d.w.z. de voormalige moedermaatschappijen
Fortis SA/N.V. en Fortis NV.
Bij ongewijzigde omstandigheden zou de holding bij de conversie in 2010
aandelen hebben uitgereikt met een marktwaarde van € 2 mrd. Vervolgens
zou FBNH € 2 mrd in nieuwe aandelen hebben uitgegeven aan de moedermaatschappijen.
De kennelijke intentie daarbij was dat geen verrekening in economische zin
zou plaatsvinden: de holding was al voor 100% aandeelhouder en zou
dat blijven.
De sterk gedaalde beurskoers van Fortis holding heeft de positie van de
MCS-houders sterk veranderd. Uit de voorwaarden van de MCS volgt dat voor
de conversie in geen geval meer dan 105 miljoen nieuwe aandelen worden geleverd.
Met de huidige beurskoers betekent dit dat de beleggers een kleine € 120
mln terugzien van hun inleg.
In zijn interview met het Financieele Dagblad lijkt de voormalige bestuursvoorzitter
van Fortis holding, Hessels, te suggereren dat Fortis holding nu enerzijds € 120
mln aandelen gaat uitgeven en anderzijds € 2 mrd daarvoor wil verrekenenen
met FBNH.
Ik heb het bestuur van Fortis holding inmiddels laten weten dat dergelijke
aanspraken niet aan de orde zijn. Nog daar gelaten dat een aanspraak als door
de heer Hessels genoemd in strijd zou komen met de kern van de op 3 oktober
2008 gesloten overeenkomsten, namelijk dat in plaats van Fortis de Staat de
100% aandeelhouder van FBNH zou worden, is in de term sheet uitdrukkelijke
bepaald dat «... the Dutch State and the entities
whose Shares are being acquiredwill no longer bear any responsibility for
the Non-Dutch Fortis Group other than the long term debt».
Vooralsnog ga ik ervan uit dat hiermee duidelijkheid is gegeven over de
juridische positie van de Staat.
De minister van Financiën,
W. J. Bos