31 710 Deltaprogramma

Nr. 79 BRIEF VAN MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2021

Door klimaatverandering staan we voor grote maatschappelijke opgaven die we alleen gezamenlijk op kunnen lossen. Overheden, private partijen en maatschappelijke organisaties hebben elkaar nodig. In de afgelopen jaren is er een sterk toegenomen bewustwording over het feit dat klimaatadaptatie belangrijk is. Vanuit IenW zijn hiervoor de Nationale Adaptatie Strategie (NAS) en het Deltaprogramma ingezet.

Het lange termijndoel van de NAS en het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie (DPRA) is om in 2050 klimaatrobuust en waterbestendig te zijn. Deze doelstelling is ook opgenomen in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en het Nationaal Waterplan 2016–2021. De NAS zet de nationale koers uit en geeft een overzicht van de belangrijkste klimaatrisico’s voor verschillende sectoren. Ook heeft de NAS nieuwe thema’s geagendeerd en onderzocht. Voorbeelden hiervan zijn de verzekerbaarheid van klimaatrisico’s en de aanpak van hittestress. Ook heeft de NAS ervoor gezorgd dat klimaatadaptatie een plek heeft gekregen bij sectoren als natuur, landbouw en de gebouwde omgeving. Sinds 2018 werken overheden samen met partners binnen het DPRA om Nederland klimaatbestendig en waterrobuust in te richten.

In de afgelopen jaren zijn stappen gezet richting het lange termijndoel van de NAS en het Deltaprogramma. Via deze brief informeer ik u over enkele resultaten die door de inzet van verschillende partijen zijn geboekt.

Impulsregeling

Voor het versnellen van de uitvoering van maatregelen door decentrale overheden is op 1 januari 2021 de tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie opengesteld. Ik ben verheugd te melden dat de eerste twee aanvragen half april zijn binnengekomen. De helft van de werkregio’s heeft aangegeven dit jaar een aanvraag in te dienen. Ik heb eerder toegezegd dat ik u voor eind 2022 zal informeren over de stand van zaken.

Uitvoeringspilots

Om de stap naar uitvoering van maatregelen te versnellen, zijn enkele pilots uitgevoerd. Hiervoor is door het Ministerie van IenW aan decentrale overheden € 10 miljoen beschikbaar gesteld. De pilots hebben ook als doel om kennis op te doen over innovatieve technieken, participatie, effectiviteit en integratie van doelen1. De projecten zijn inmiddels bijna allemaal in een vergevorderd stadium of afgerond.

In Eindhoven is het Clausplein vergroend en is een waterbuffersysteem ingericht. Hierdoor is de overlast door piekbuien, droogte en hittestress verminderd. Ook wordt het plein vaker gebruikt en hoger gewaardeerd door bezoekers.

In de Groningse wijk Paddepoel zijn – gelijktijdig met de aanleg van een warmtenet – drie straten heringericht, is een waterberging aangelegd, is regenwater afgekoppeld en wordt extra groen gerealiseerd. Hierdoor is de kwetsbaarheid voor wateroverlast en hittestress verminderd. Samen met de bewoners, die via ontwerpsessies een actieve betrokkenheid hadden, is tevens de verkeersveiligheid verbeterd.

In Meerssen is – via een gebiedsaanpak met verschillende partijen – gewerkt aan het voorkomen van overlast door piekbuien. De maatregelen voor waterafvoer en waterberging in het stedelijk gebied zijn uitgevoerd. In de afgelopen winter bleek bij een flinke bui dat de regenwaterbuffer zijn werk goed doet. Er zijn twintig praktijkproeven gedaan om water vast te houden op landbouwgrond en er is een boekje gemaakt met maatregelen om dit te realiseren. Tijdens de pilot bleek dat landbouwmaatregelen tegen wateroverlast goed samengaan met maatregelen voor een betere waterkwaliteit. Voor woningen waar toch nog wateroverlast kan ontstaan, is een digitaal boekje ontwikkeld met maatregelen om de eigen woning te beschermen.

De regio Utrecht voert maatregelen uit waarbij klimaatadaptatie is geïntegreerd in de woningbouwopgave. De eerste leereffecten en ervaringen zijn door de Universiteit Utrecht onderzocht en in een wetenschappelijke handreiking omgezet. Er zijn criteria ontwikkeld om vast te stellen of een project klimaatadaptief is.

De herinrichting van het Gasthoesplein in Horst aan de Maas is uitgevoerd. Via innovatieve en duurzame technieken voor berging en infiltratie zijn wateroverlast, hittestress en droogte aangepakt. Bij de waterabsorberende klinkers en andere uitgevoerde proefopstellingen zijn sensoren en peilbuizen geplaatst die in de komende jaren zullen worden uitgelezen.

Het project «Stadspark als natuurlijke buffer» in Dordrecht heeft als doel om de problemen met wateroverlast en hittestress in bebouwd gebied aan te pakken. De beperkt beschikbare openbare ruimte in de Vogelbuurt leidde tot de succesvolle stap om de bewoners via de woningcorporatie een programma aan te bieden, gericht op vergroenen van tuinen, bewegen en ontmoeten. De aanleg van de Stadsbeek in Enschede heeft hetzelfde doel en ook hierbij zijn inwoners actief betrokken. Dit heeft ertoe geleid dat 95 procent van de bewoners het dakwater wil afkoppelen.

De pilot in Gelderland focust – naast het nemen van fysieke maatregelen – op het ontwikkelen van een gedegen monitoringssystematiek en het combineren van ambities op verschillende beleidsterreinen zoals leefbaarheid, mobiliteit en biodiversiteit. Er wordt gemeten wat de effecten zijn op het natuurlijke systeem van de aangelegde wadi’s, een Infiltratie- en Transportriool (IT-riool), groene gevels en waterbergende wegen.

De belangrijkste lessen uit de pilots zijn:

  • integraal afwegen: stel per project vooraf gezamenlijk een definitie van «klimaatbestendig» vast en koppel alleen mee als het doeltreffend en efficiënt is;

  • monitoring: zorg voor een nulmeting en betrek inwoners bij de monitoring;

  • innovatie: kies voor een aantal oplossingen die meerdere keren toegepast worden en pas standaarden aan om systemen anders dan traditioneel aan te kunnen leggen;

  • projectmanagement: verken nieuwe contractvormen en registreer de maatregelen en hun doelen.

De ervaringen en lessen krijgen een plek in het werk van het Platform Samen Klimaatbestendig, het Overleg Standaarden Klimaatadaptatie (OSKA), het kennis – en monitoringprogramma van DPRA en NAS en kunnen worden toegepast op uitvoeringsprojecten in andere gemeenten.

Ondersteuningsinstrumenten

Ter ondersteuning van het DPRA en de NAS zijn in de afgelopen jaren diverse instrumenten ingezet. Ze zijn er op gericht om kennis en ervaring te delen, capaciteit op te bouwen en aan te jagen. Een aantal instrumenten licht ik er in deze brief specifiek uit.

Ondersteuning gemeenten

Gemeenten spelen een belangrijke rol bij het realiseren van de ambities op het gebied van klimaatadaptatie, omdat zij zowel de lokale kennis hebben over kwetsbaarheden als de partij zijn die vaak de ruimtelijke inrichtingsmaatregelen zullen nemen. Daarom is aan de VNG gevraagd om een programma te organiseren dat gemeenten een extra steun in de rug geeft. In 2020 en 2021 hebben twaalf adviseurs aan dertig (vooral kleine) gemeenten ondersteuning op maat geleverd. Bij deze kleinere gemeenten spelen uitdagingen als beperkte financiële middelen, de combinatie van de vele nieuwe opgaven in het fysieke domein, de complexiteit van integraal werken en regionale samenwerking. De in deze gemeenten opgedane kennis en inzichten zijn breed gedeeld.

De maatwerk ondersteuning heeft ertoe geleid dat:

  • klimaatadaptatie vaker onderdeel wordt van uitvoeringsprojecten en meegenomen wordt in beheer en onderhoud;

  • het ruimtelijk werkproces wordt aangepast, waardoor de bebouwde kom, bedrijventerreinen, het landelijk gebied en ontwikkellocaties meer klimaatadaptief worden.

Kennisportaal klimaatadaptatie

Het kennisportaal Klimaatadaptatie is in vijf jaar tijd uitgegroeid tot een veel geraadpleegde bron van informatie voor iedereen die werkt aan klimaatadaptatie (www.klimaatadaptatienederland.nl). Het kennisportaal wordt gevoed vanuit verschillende organisaties. In de eerste jaren werd het portaal door ongeveer 10.000 tot 20.000 personen per jaar bezocht. Inmiddels is dat aantal gegroeid tot ruim 90.000 bezoekers per jaar. Er zijn meer dan 100 hulpmiddelen beschikbaar en de voorbeeldenkaart van het Kennisportaal is met bijna 300 projecten uitgegroeid tot een etalage voor klimaatadaptatie in Nederland. Veel informatie op het portaal is ook in het Engels beschikbaar, zo’n 12 procent van de bezoekers komt uit het buitenland. In de bijlage bij deze brief2 vindt u een uitgebreid overzicht van de resultaten.

Platform Samen Klimaatbestendig

De koepels van gemeenten, waterschappen en provincies hebben samen met het Ministerie van IenW een nationaal platform voor klimaatadaptatie gelanceerd: Samen Klimaatbestendig. Dit platform richt zich op lokale overheden en op verschillende private sectoren en themagebieden, zoals de tuinsector, woningcorporaties, gezondheidsorganisaties, financiële instellingen en organisaties achter gebiedsontwikkeling en bedrijventerreinen. Het doel is praktijkervaring en kennis makkelijker uit te wisselen, nieuwe strategische samenwerkingen te stimuleren en succesfactoren op te schalen. Het resultaat is grotere bewustwording. Organisaties worden op maat geholpen met kennis en instrumenten. In de bijlage3 vindt u een overzicht van trends en acties van Samen Klimaatbestendig.

Verbeterde voorspelling extreme neerslag

Het KNMI ontwikkelt een model om extreme neerslag beter te kunnen voorspellen. Hierdoor kunnen waterschappen, veiligheidsregio’s en anderen tijdig voorbereidingen treffen, zodat de schade bij weersextremen beperkt blijft. Het prototype van het model is gereed en wordt dit jaar getest met gebruikers. Het eindresultaat komt in november 2021 beschikbaar.

Klimaatadaptieve tuinen

Inwoners kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan klimaatadaptatie. Met het ontstenen van hun eigen tuin en het afkoppelen van regenwater kunnen zij wateroverlast verminderen, water vasthouden voor tijden van droogte en zorgen voor verkoeling bij hitte. Een groep organisaties ondersteunt inwoners hun tuin klimaatbestendig en biodivers in te richten. De activiteiten van deze organisaties zijn bijeengebracht op de website NLvergroent.nl, in het kader van de gezamenlijke campagne «Een groener Nederland begint in je eigen tuin». Als onderdeel van deze campagne is op 30 maart het NK Tegelwippen gestart. Dit NK loopt tot 30 september. Gemeenten worden uitgedaagd om, samen met hun inwoners, zoveel mogelijk tegels te verruilen voor groen. Ruim vijfenzeventig gemeenten doen mee.

Monitoring klimaatimpacts

Om de voortgang van de stappen naar een klimaatbestendig Nederland te kunnen volgen, is goede monitoring nodig. In maart 2021 hebben de Ministeries van IenW, VWS, OCW, JenV, BZK en LNV afgesproken om gezamenlijk opdrachtgever te zijn voor een zesjarig programma voor klimaatrisico-assessment (2021–2026). Het Planbureau voor de Leefomgeving zal – samen met andere kennispartners – onderzoek doen naar de effecten van klimaatverandering op verschillende sectoren, gebaseerd op de nieuwe internationale klimaatscenario’s. Er wordt gestart met bijna twintig sectoren waaronder gebouwde omgeving, landbouw, natuur, energie en cultureel erfgoed.

Omgevingswet en standaarden

Onlangs is de handreiking Stedelijk Waterbeheer onder de Omgevingswet opgesteld. In de handreiking wordt vooruitgekeken hoe eisen en maatregelen voor stedelijk waterbeheer en klimaatadaptatieve maatregelen door decentrale overheden kunnen worden verwerkt in het instrumentarium van de Omgevingswet.

Op 21 april is de intentie overeenkomst koeling gebouwen door standaardisatieorganisaties, de Ministeries van I&W en BZK en partijen uit het bedrijfsleven ondertekend. In de verklaring spreken de partijen uit dat relevante standaarden voor de bouw worden aangepast zodat op een verstandige wijze rekening wordt gehouden met de koelbehoefte van gebouwen.

Nationaal Water Programma 2022–2027 (NWP)

Aanpassen aan klimaatverandering gebeurt niet alleen via het DPRA en de NAS. Het ontwerp Nationaal Water Programma 2022–2027 bevat verschillende plannen die in de komende jaren een bijdrage leveren aan klimaatadaptatie. In het Hoogwaterbeschermingsprogramma worden primaire waterkeringen die niet aan de waterveiligheidsnorm voldoen, verbeterd.

Het Maatregelenpakket Stroomgebiedbeheerplannen 2022–2027 en de Programmatische Aanpak Grote Wateren zullen bijdragen aan de klimaatadaptatiedoelstellingen voor het verminderen van het verlies van soorten en habitat.

De voorkeursvolgorde watertekort is opgenomen in het NWP. De zoetwaterregio’s en het Rijk hebben een gezamenlijk maatregelenpakket voor het Deltaprogramma Zoetwater fase 2. Dit programma bevat meer dan 150 maatregelen die zijn uitgewerkt in de zoetwaterregio’s en die passen bij de lokale opgaven. In de zandgronden ligt de focus op het beter vasthouden van water en in laag Nederland op aanvoerroutes, alternatieve bronnen (effluent, brak water) en landbouwinnovaties.

Internationaal

Ook internationaal is er aandacht voor klimaatadaptatie. De Europese Commissie heeft recent de Europese Klimaatadaptatie Strategie uitgebracht. De door ons georganiseerde mondiale Climate Adaptation Summit die op 25-26 januari van dit jaar plaatsvond heeft onder andere laten zien wat er wereldwijd nog meer gedaan kan worden om de gevolgen van klimaatverandering het hoofd te bieden4.

Beleidsterreinen andere departementen

Klimaatadaptieve nieuwbouw

Er zijn o.a. de volgende instrumenten ontwikkeld:

  • De Ministeries van BZK en LNV ondersteunen het KAN platform, KlimaatAdaptief bouwen mét de Natuur. Bouwend Nederland, NEPROM en WoningBouwersNL zijn in de zomer van 2020 met dit netwerk gestart. Doel is het ontwikkelen van kennis om nieuwbouw klimaatadaptief en natuurinclusief te maken.

  • Het Ministerie van BZK heeft in 2020 een Handreiking decentrale regelgeving klimaatadaptief bouwen en inrichten opgesteld. Hierin staan voorbeelden genoemd van instrumenten die gemeenten, waterschappen en provincies kunnen inzetten om klimaatadaptief bouwen te stimuleren of verdergaand, dit te vertalen naar eisen bij investeringen.

  • In Zuid-Holland is in 2018 het Convenant Klimaatadaptief Bouwen opgesteld. Het convenant stimuleert publieke en private partijen om klimaatadaptief te bouwen en biedt daarvoor allerlei ondersteuning aan zoals een leidraad, voorbeelden en een Minimaal Programma van Eisen. De Metropoolregio Amsterdam werkt aan een gelijksoortig traject.

Erfgoed

Het programma Erfgoed Deal, een samenwerking van ministeries, IPO, VNG en maatschappelijke organisaties, zet erfgoed in als onderdeel van uitvoering van maatregelen. Een voorbeeld is Zitterd Climate Proof. In dit project wordt het bestaande rijksmonumentale stadspark van Ter Steeg gerestaureerd en dusdanig heringericht dat het – in geval van piekafvoer – moeiteloos het overtollige water kan verwerken. Verder wil de gemeente de zijarmen van de Geleenbeek «ontkluizen», waardoor het water in het centrum van de stad weer zichtbaar wordt. Tegelijkertijd wordt hittestress in dit deel van de stad tegengegaan.

Natuur, Landbouw, Gezondheid

In 2021 zijn door het Ministerie van LNV, in samenspraak met de koepels van decentrale overheden, de Actielijnen Klimaatadaptatie Natuur uitgebracht. De actielijnen zijn niet als nieuw zelfstandig programma vormgegeven, maar hebben tot doel klimaatadaptatie te mainstreamen in de lopende op natuur gerichte programma’s.

In 2020 is het Actieprogramma voor klimaatadaptatie in de landbouw opgesteld en aan u aangeboden5. In de uitvoering van het programma wordt samengewerkt met de LTO, het Ministerie van IenW, de Unie van Waterschappen, provincies, gemeenten en het Verbond van Verzekeraars.

Het Ministerie van VWS heeft een onderzoeksprogramma klimaatadaptatie en gezondheid in voorbereiding.

Vooruitblik

Er wordt door veel partijen hard gewerkt. Dit jaar komen de uitvoeringsplannen in het kader van het DPRA gereed. Ook voor de Rijksnetwerken spoor, wegen, vaarwegen en het hoofdwatersysteem worden dit jaar de uitvoeringsplannen opgesteld. De NAS wordt geëvalueerd en herijkt. De uitvoeringsplannen en de herijkte NAS bieden een basis om voortvarend door te gaan met de uitvoering van maatregelen. Dat is nodig om de doelstelling van 2050 te behalen. We hebben goede stappen gezet en zullen de komende jaren blijven doorwerken aan een klimaatbestendig Nederland.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstukken 31 170 en 29 664, nr. 71 en Kamerstuk 31 710, nr. 76.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Kamerstuk 31 793, nr. 197.

X Noot
5

Kamerstuk 35 300 XIV, nr. 70.

Naar boven