nr. 23
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2009
De Minister van Justitie heeft in het algemeen overleg van 29 september
jl. over de lex silencio positivo toegezegd u nader te informeren over de
afweging van de toepassing van de lex silencio positivo (LSP) op de vergunningstelsels
uit de Wet op de architectentitel en het Besluit beheer sociale huursector
inzake toestemming voor vervreemding van sociale huurwoningen.
Vergunningstelsel in de Wet op de architectentitel
De inschrijving in het architectenregister uit de Wet op de architectentitel
is momenteel opgenomen in de Tijdelijke AMvB LSP Dienstenrichtlijn (TK 2008–2009,
31 579, nr. 20).
De Wet op de architectentitel stelt regels ter bescherming van de titel
van architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect.
Ingevolge artikel 23 van die wet mag een persoon alleen één
van deze titels voeren indien hij onder de betrokken titel in het register
staat ingeschreven. Om geregistreerd te kunnen worden, moeten architecten
aan bepaalde kwalificaties voldoen (opleiding, ervaring etc.). Deze registratie
is openbaar. Derden die een architect willen inschakelen, vertrouwen op het
register en gaan ervan uit dat degenen die staan geregistreerd voldoen aan
de wettelijke kwalificaties.
Naar aanleiding het besprokene in het algemeen overleg heeft de Minister
van VROM de inschrijving in het register nader onderzocht op de mogelijke
toepassing van de LSP. Dit onderzoek heeft de Minister van VROM doen besluiten
alsnog de LSP op de inschrijving in het architectenregister toe te passen.
Daarbij weegt mee dat op grond van artikel 17 van de wet de Stichting
bureau architectenregister een inschrijving in het register kan doorhalen
indien de inschrijving, gelet op het bij of krachtens de wet bepaalde, ten
onrechte is geschied. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat indien dit noodzakelijk blijkt te zijn de schade van een onterechte inschrijving
zoveel mogelijk wordt beperkt.
Dit vergunningstelsel in de Wet op de architectentitel zal uit bijlage
A van de Tijdelijke AMvB LSP Dienstenrichtlijn worden verwijderd en in de
nota van toelichting worden opgenomen als vergunningsstelsel waar de LSP wordt
toegepast.
Vergunningstelsel Besluit beheer sociale-huursector
Artikel 11c van het Besluit beheer sociale huursector (BBSH) ziet op de
toestemming voor vervreemding van sociale huurwoningen en is opgenomen in
bijlage 2 bij de brief over uitvoering motie Van Dijk c.s., onder de vergunningsstelsels
waar geen LSP wordt toegepast.1
Artikel 11c BBSH regelt de verkoop van sociale huurwoningen door toegelaten
instellingen. Het vierde lid van dit artikel maakt het mogelijk om toestemming
te vragen voor de verkoop van een dergelijke woning tegen een lagere verkoopprijs
dan ingevolge het tweede en derde lid zou mogen worden overeengekomen. Hierin
zijn twee situaties te onderscheiden, namelijk complexgewijze verkoop en verkoop
van een woning aan de eigenaar-bewoner.
Met de aanvraag voor complexgewijze verkoop zijn forse bedragen gemoeid.
Transacties van enkele tientallen miljoenen zijn niet ongebruikelijk. Die
transacties zijn soms buitengewoon complex van constructie. Het verzoek om
korting zit meestal in het verzoek om goedkeuring van de verkoop en dient
daarmee in samenhang te worden bezien. Het opvragen van zienswijzen van gemeenten
en huurders is standaard. Meestal dient aanvullende informatie te worden opgevraagd
en soms vinden hierover ook nog gesprekken met corporaties plaats. De aanvragen
voor complexgewijze verkoop vergen complexe belangenafwegingen en betreffen
geen standaard werkzaamheden. Wanneer op basis van LSP de toestemming wordt
verleend en er geen onderzoek is gedaan, is fraude (door het hanteren van
een lagere koopprijs) niet uit te sluiten. Vanwege de complexiteit en de grote
impact die het kan hebben is een lex silencio positivoregime niet gewenst.
Om die reden heeft de Minister van VROM besloten dat de LSP hierop niet van
toepassing moet worden verklaard.
De behandeling van aanvragen voor verkoop van een woning aan een eigenaar-bewoner
is in het algemeen eenvoudiger en wordt vrijwel altijd direct goedgekeurd.
Er zijn geen onoverkomelijke bezwaren om LSP hierop van toepassing te laten
zijn. Omdat momenteel de vergunning voor de complexgewijze verkoop en verkoop
van een woning aan de eigenaar-bewoner niet is opgesplitst, is voor de toepassing
van de LSP op de aanvraag voor verkoop van een woning aan een eigenaar-bewoner
een aanpassing van het Besluit beheer sociale huursector nodig. In dit besluit
dient een splitsing te worden gemaakt tussen verkoop aan de eigenaar-bewoner
en verkoop aan een andere partij en zal ook de termijnstelling voor het beslissen
op de aanvraag moeten worden geregeld. Deze aanpassing zal zo spoedig mogelijk
worden doorgevoerd.
Ten slotte breng ik onder uw aandacht dat de termijn van vier weken, waarbinnen
het voorgehangen ontwerpbesluit Tijdelijke AMvB LSP Dienstenrichtlijn niet
voor advies kon worden voorgelegd aan de Raad van State, inmiddels is verstreken.
In verband met het nader informeren van uw Kamer over de in het ontwerpbesluit
opgenomen uitzondering voor de registratie van architecten, heeft voorlegging
aan de Raad van State nog niet plaatsgevonden. Gezien de uiterste datum voor
de implementatie van de Dienstenrichtlijn van 28 december aanstaande,
is het van groot belang dat deze adviesaanvraag alsnog spoedig
doorgang vindt. Tijdens het overleg op 29 september jl. werd daarvoor
in uw Kamer begrip getoond. Ik ben voornemens om het ontwerpbesluit een week
na ontvangst van deze brief door uw Kamer aan de Raad van State voor te leggen.
De staatssecretaris van Justitie,
N. Albayrak