nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2010
Tijdens het AO Stilstaan bij Parkeren van 18 december 2008 (Kamerstuk
31 529, nr. 4) heb ik toegezegd in overleg te treden met decentrale overheden
over de instelling van een kenniscentrum parkeren, onder te brengen bij het
Kennisplatform Verkeer en Vervoer (KPVV). Met deze brief stel ik u op de hoogte
van de resultaten.
Met de decentrale overheden heb ik in het NMB afspraken gemaakt over de
instelling van een kenniscentrum parkeren bij het KPVV binnen de bestaande
budgettaire ruimte.
In december 2009 is het werkprogramma van het KPVV vastgesteld. Hierin
is opgenomen de inrichting en inwerkingstelling van een kenniscentrum waarin
KPVV, CROW en Vexpan samenwerken. Het kenniscentrum parkeren zal niet alleen
praktische informatie over parkeren bevatten, maar ook aandacht schenken aan
ruimtelijk-economische en stedenbouwkundige aspecten in relatie tot parkeren.
Daarnaast is met de decentrale overheden afgesproken de volgende drie
inhoudelijke onderwerpen in het onderzoeksprogramma van het KPVV op te nemen:
– een project met als doel een economische onderbouwing te leveren
voor parkeertarieven;
– het ontwikkelen van een instrumentarium voor gemeenten om meer
sturing te kunnen geven aan gebruik en tarifering van plaatselijke parkeergarages
die in particuliere handen zijn;
– een project dat beoogt gemeenten en andere partijen bewust te
maken van de toenemende spanning tussen hogere bebouwingsdichtheid en toenemend
autogebruik en kennis uit te wisselen over oplossingsrichtingen.
De genoemde projecten worden in de loop van 2010 afgerond. In het overleg
met de decentrale overheden zal jaarlijks worden bezien welke projecten in
de toekomst zullen worden uitgevoerd.
Met de instelling van dit kenniscentrum is een belangrijke stap gezet
in de totstandkoming, bundeling en ontsluiting van kennis rondom het maatschappelijke
sterk in de belangstelling staande thema parkeren.
De minister van verkeer en waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings