31 476
Patiënten- en cliëntenrechten

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 januari 2009

Op 25 november 2008 heeft uw Kamer twee moties aangenomen die betrekking hebben op de invloed en de financiering van cliëntenraden (Tweede Kamer, 2008–2009, 31 476, nr. 4 herdruk en nr. 5). Bijgevoegd is een afschrift van de brief die wij, conform het verzoek van uw Kamer in motie nr. 5, aan veldpartijen hebben gestuurd over de financiering van cliëntenraden.1 In deze brief roepen wij partijen op om, vooruitlopend op de Wet cliëntenrechten zorg, afspraken te maken over de financiering van cliëntenraden.

Tijdens het algemeen overleg op 23 oktober 2008 en het vervolg algemeen overleg op 19 november 2008 hebben wij u inhoudelijk onze lijnen uiteengezet over de andere onderwerpen uit de moties: het instemmingsrecht voor cliëntenraden bij fusies en het recht voor cliëntenraden om een bindende voordracht te doen voor een lid van de raad van toezicht. Op deze onderwerpen zullen wij ingaan in het voorstel voor de Wet cliëntenrechten zorg. Ons streven is erop gericht dit wetsvoorstel vóór de zomer voor advies aan te bieden aan de Raad van State. Voor die tijd zullen wij veldpartijen nogmaals de gelegenheid geven om te reageren op een concept van de teksten voor de wet en de toelichting.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven