31 412 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de Nota frequentiebeleid 2005

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2010

In deze brief informeer ik u over bestedingsafspraken tussen radio-exploitanten (omroepen) en mediabureaus op de radioadvertentiemarkt. Hiermee kom ik tegemoet aan mijn toezegging tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor Economische Zaken van 6 april 2010 over Telecommunicatie (kamerstukken II 2009–2010, 31 412, 24 095, nr. 22). Ik heb toegezegd om de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) voor te leggen of bij dergelijke bestedingsafspraken sprake is van verboden prijsafspraken in de zin van de Mededingingswet. Bestedingsafspraken tussen omroepen en mediabureaus volgen een systeem van o.a. staffelkortingen. Daarbij krijgt het mediabureau geld teruggestort van de omroep indien het voor ten minste een bepaald bedrag heeft besteed bij die omroep.

De NMa heeft in 2009 een nader onderzoek uitgevoerd naar onder meer mogelijke mededingingsrechtelijke problemen in verband met bestedingsafspraken in de radioadvertentiemarkt. Bestedingsafspraken zijn niet per definitie verboden, maar kunnen onder omstandigheden een overtreding van het verbod op kartelafspraken (waaronder prijsafspraken) van artikel 6 van de Mededingingswet opleveren. De NMa heeft in haar onderzoek geen verboden prijsafspraken vastgesteld. Daarom was er voor de NMa geen reden om handhavend op te treden op basis van de Mededingingswet.

Wel constateerde de NMa dat het systeem van bestedingsafspraken tussen omroepen en mediabureaus voor met name middelgrote en kleine adverteerders mogelijk ontransparant is. De transparantie zou kunnen worden vergroot door meer inzicht te bieden in de geldstromen. Ik ben voorstander van het vergroten van de transparantie op de markt voor radioadvertenties zodat adverteerders beter geïnformeerd zijn bij de besteding van hun mediabudget. Daarom heb ik de betrokken marktpartijen per brief opgeroepen om meer transparantie te betrachten bij de bestedingsafspraken. Dit zou in mijn ogen bij voorkeur door middel van zelfregulering – bijvoorbeeld in een convenant of een gedragscode – tot stand moeten komen.

Ik heb de betrokken marktpartijen gevraagd naar een reactie op mijn oproep voor meer transparantie. Ik zal uw Kamer te zijner tijd over deze reacties informeren.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven