nr. 84
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN, EN DE MINISTER VAN
ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 januari 2009
Op 25 november is tijdens de algemene financiële beschouwingen
aan de Eerste Kamer toegezegd dat deze een nadere uiteenzetting zou krijgen
over de betalingstermijnen voor overheden. Op 27 november is in het Algemeen
Overleg met de vaste commissie voor Economische Zaken over Raad voor Concurrentievermogen
toegezegd nader in te gaan op de betalingstermijn voor medeoverheden. Met
deze brief lossen wij deze beloften in.
De betalingstermijn gaat over het algemeen in nadat de prestatie geleverd
is en de factuur ontvangen. Dan bestaat de juridische verplichting tot betaling.
Zonder die verplichting mag niet betaald worden.
Alle Nederlandse overheden zijn gebonden aan artikel 119a van Boek 6 van
het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel bepaalt vanaf welke dag sprake is van
een betalingsachterstand. Over de periode waarin de betalingsachterstand bestond,
is een schadevergoeding verschuldigd. Deze bestaat uit de wettelijke rente
die van juli 2008 tot 1 januari 2009 voor overheden 11,07% bedraagt.
In 2009 wordt de wettelijke rente opnieuw vastgesteld. Als in een overeenkomst
tussen leverancier en afnemer een ander rentepercentage is overeengekomen,
geldt dat percentage als de wettelijke rente. Het kabinet zal het bedrijfsleven
er nogmaals attent op maken dat het de schadevergoeding in rekening kan brengen.
Jaarlijks koopt het Rijk voor circa € 10 miljard aan goederen
en diensten in (ongeveer 5% van de rijksuitgaven). Circa 90–95
procent van de betalingen geschiedt op tijd. Het bedrijfsleven heeft het Rijk
gevraagd om de betalingstermijnen te bekorten. Om aan die vraag tegemoet te
komen is het kabinet voornemens de betalingstermijn die bepaald is op 45 dagen1, te verkorten tot 30 dagen.
Over het betalingsgedrag van decentrale overheden hebben wij geen informatie.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal de
decentrale overheden in het overhedenoverleg begin volgend jaar aandacht vragen
voor de betalingstermijnen en hun verzoeken te bezien of deze verkort kunnen
worden.
Naast het sneller betalen van rekeningen draagt het efficiënter bevoorschotten
van subsidies bij aan de liquiditeitspositie van het bedrijfsleven. In het
rijksbrede uniforme subsidiekader dat in ontwikkeling is, is voorzien in een
systeem waarbij voorschotten op basis van een kostenprognose vooraf automatisch
worden verstrekt. Het ministerie van Economische Zaken loopt hierin voorop
en zal al vanaf 2009 voor een deel van zijn subsidies hiertoe overgaan.
Dit verbetert de liquiditeitspositie van bedrijven en verlaagt de administratieve
lasten. Vanaf 2010 wordt dit de gangbare praktijk voor zo goed als alle
EZ-subsidies.
De Voorzitter van de Eerste Kamer ontvangt een brief van gelijke strekking.
De staatssecretaris van Financiën,
J. C. de Jager
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven