nr. 36
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2008
Tijdens het debat op 8 oktober jl. over Fortis en ABN AMRO (Handelingen
der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 11, blz. 723–739
en blz. 742–769) heb ik toegezegd binnen een paar weken de Kamer voorstellen
te doen over hoe in de toekomst om te gaan met de informatieverstrekking aan
de Kamer bij de verwerving van aandelen in ondernemingen. Dit in het licht
van de niet-toegepaste voorhangprocedure van artikel 34 Comptabiliteitswet
2001.
Vooruitlopend daarop deel ik u thans – op verzoek van het presidium –
mijn standpunt over de vertrouwelijke informatievoorziening mee. Hiermee geef
ik invulling aan mijn bijdrage in de te maken afspraken, waarop de aangenomen
motie Vendrik-Irrgang (kamerstuk 31 371, nr. 14) doelt. Daarin wordt
het presidium verzocht in overleg met het kabinet tot een afspraak te komen
die voor de duur van de crisis de vertrouwelijke informatievoorziening richting
de Kamer versterkt.
Het kabinet stelt voor gedurende de crisis de onderstaande gedragslijn
te hanteren. Daarbij is het volgende overwogen:
• de Tweede Kamer ontvangt in beginsel in alle nog komende fases
van de crisis als eerste informatie van het kabinet. Dit zal – indien
dat maar enigszins mogelijk is – steeds zo spoedig mogelijk en op een
openbare wijze gebeuren. Vertrouwelijke informatieverstrekking is een ultimum
remedium;
• onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds het beleidskader (algemeen
geldende uitgangspunten en maatregelen) dat is/wordt ontwikkeld en anderzijds
de daaruit voortvloeiende beleidstoepassing; primair van belang is voorafgaande
informatieverstrekking over het beleidskader. In de eerder toegezegde brief
zal dieper op dit onderscheid worden ingegaan;
• de in het kader van de crisis relevante informatie is meestal sterk
bedrijfs-, markt- en/of koersgevoelig, met name – maar niet alleen –
als het informatie betreft over individuele financiële instellingen;
• de kans op voortijdig uitlekken van voornemens van het kabinet
moet zo klein mogelijk worden gehouden; voorkennis van bedrijfs- en/of markt-relevante informatie moet beperkt blijven tot een zo klein mogelijke
groep van personen; er moet voor alle betrokken belanghebbenden een gelijk
speelveld zijn;
• de betrokken marktpartijen moeten alle gelijktijdig over dezelfde
markt-relevante informatie kunnen beschikken; informatieverstrekking via een
publieke mededeling (bijv. een persconferentie en meestal op een moment dat
de beurs is gesloten), is daartoe vaak een noodzakelijke voorwaarde.
Gedragslijn
1. Beleidskader.Bij nieuwe ontwikkelingen
met betrekking tot het beleidskader voor de kredietcrisis, zal de Kamer, indien
praktisch mogelijk, vooraf bij brief inhoudelijk worden geïnformeerd.
Nieuwe ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld het eventueel inzetten van een geheel
nieuw instrument of het uitbreiden met een nieuwe doelgroep.
2. Herkapitalisatiefaciliteit voor financiële
instellingen (de 20-mrd-faciliteit).
a. In geval sprake is van beleidsontwikkelingen (beleidsaanpassingen)
met aanzienlijk financiële consequenties;
en
b. in geval van individuele toepassingsbesluiten (à la ING en Aegon);
zullen – indien daarbij spoed is vereist, vertrouwelijkheid van informatie
aan de orde is en/of de verhoudingen op de financiële markten het noodzakelijk
maken (level playing field) – u en de fractievoorzitters of de financiële
woordvoerders door of namens mij, vóór een eventuele publieke
mededeling (in de vorm van een persconferentie of anderszins), telefonisch
of per e-mail op de hoogte gesteld worden van de komende publieke mededeling.
Indien geen directe invloed op (financiële) markten is te verwachten,
kan ook relevante inhoudelijke informatie worden verstrekt. Deze gedragslijn
is reeds in de praktijk gebracht met betrekking tot ING en Aegon.
3. Met betrekking tot de garantieregeling voor de banken
(de 200-mrd-regeling). Vanuit markoverwegingen is het wenselijk dat
bekend is welke banken voor welke leningen gebruikmaken van deze regeling.
Informatie over de toepassing van de regeling in individuele gevallen zal
daartoe op de website van het Agentschap van het Ministerie van Financiën
(www.dutchstate.nl) worden gepubliceerd. De Kamer hoeft op grond van artikel
34 CW niet vooraf te worden geïnformeerd (voorhangprocedure), omdat het
niet gaat om deelnemingen in het aandelenkapitaal van ondernemingen. De Kamer
zal over de uitvoering en het gebruik van deze regeling het komende jaar na
afloop van elk kwartaal worden geïnformeerd.
4. Technische briefings.Op verzoek van de
Kamer ben ik steeds bereid – persoonlijk of via mijn medewerkers –
technische briefings te verzorgen over de getroffen regelingen en/of de genomen
besluiten.
Voor nadere achtergronden bij deze brief verwijs ik u naar de aangekondigde
brief inzake de informatieverstrekking aan de Kamer bij de verwerving van
aandelen in ondernemingen.
Ik neem de vrijheid, nu ik u deze brief op verzoek van het presidium bij
voorrang doe toekomen, om voor die nadere brief iets meer tijd te nemen dan
de paar weken die ik in het debat van 8 oktober aankondigde. Die extra tijd wil ik gebruiken om tot zo evenwichtig mogelijke beleidsinhoudelijke
reflectie met betrekking tot artikel 34 CW te komen.
De minister van Financiën,
W. J. Bos